Image

Vlammende Flamy... faalt

Opinie
24 augustus 2024

In Amerika deed de dragqueen Flamy Grant al wat stof opwaaien. Pas geleden was ze in Nederland op het Graceland Festival. Het Nederlands Dagblad sprak met haar en wat we daar lazen…

We beginnen met een citaat van Flamy, wiens echte naam Matthew Blake is. Flamy is de naam van zijn drag-personage. Deze naam die inderdaad, mocht jij je dat afvragen, afgeleid is van de bekende gospelartieste Amy Grant. Op een vraag naar drag zegt hij: ‘Veel mensen vinden drag over the top. Maar lees eens wat sommige profeten moesten doen van God. Ezechiël liep naakt door de stad om te preken, Hosea moest met een sekswerker trouwen. Dat zijn dingen waar mensen destijds schande van spraken… God wilde dat het gezien werd en wilde er iets mee duidelijk maken aan zijn volk.’ Matthew vergelijkt dus het personage dat hij op toneel gebruikt om liedjes te zingen en te performen, met profeten van het Oude Testament die namens God spraken en hun woorden met door God gegeven daden, kracht bij moesten zetten. Daden van Gods mannen om te shockeren, daden om de ernst van de situatie aan te geven, daden om mensen tot bekering te bewegen. Laten we maar zeggen dat Flamy niet van de bescheidenheid is: hij schakelt zijn boodschap over levensstijl, drag en homoseksueel zijn gelijk aan Hosea, Ezechiël en wat zij van God moesten delen. 

Flamy is naast artiest kennelijk ook een Bijbeluitlegger. Het personage heeft namelijk een duidelijk theologische visie op teksten die in Gods Woord niet positief zijn over homoseksualiteit. Volgens Flamy bestond er in Bijbelse tijd en lang daarna niet zoveel informatie over lhbti-ers: ‘Zoals dat het woord homoseksualiteit pas sinds 1946 in Engelse bijbelvertalingen staat. En dat de bekende teksten niet gaan over liefdevolle relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht, maar vooral machtsmisbruik. Ik ben toen tot de conclusie gekomen dat ik misleid was.’ 
Wat hier staat is feitelijk onwaar. Homoseksualiteit was in de Griekse wereld veel meer en wijder verspreid dan het daarna was en zoals vele Bijbeluitleggers al hebben aangetoond: de teksten uit bijvoorbeeld Rom. 1 gaan wel degelijk over homoseksuele relaties en niet over misbruik. De artiest ziet dat anders. Hij ziet er een misleiding in hoe hij is opgevoed in zijn behoudende kerk op de Biblebelt van de VS. Dat christendom verwijt hij negativiteit: ‘Het brengt zoveel negativiteit met zich. Dan moet je uitleggen dat je niet ‘zo’n soort christen’ bent.’
Begrijpelijk, want stel je toch eens voor dat de wereld zonder God, denkt dat jij anders bent en niet vindt wat zij vinden! Christenen moeten toch bovenal aardig gevonden worden. Wij zijn toch van de liefde (zie ook hieronder) en zorgen daarom niet voor deining. Wij westerse christenen zijn daarbij echt wel ontwikkeld en modern. We zijn best leuk en sympathiek, hoor. Laat het niet zo zijn dat mensen van je denken dat… Dat is wel zo’n beetje het ergste dat kan gebeuren… ondanks dat onze Heer zelf al zegt dat de wereld ons zal haten, omdat we niet van hen zijn en niet bij hen horen. 
Het is precies het gevaar waar de Bijbel voor waarschuwt in bijvoorbeeld de brieven van Openbaring 2 en 3. Het gevaar van aanpassen en conformeren was ook toen al levensgroot. Meedoen zodat je niemand tegen de haren in streek en jij je eigen gang kon gaan, zodat je een comfortabel leven kon leiden, dat was overal de verleiding. Geloof gerust wat je wilt, maar houd het zoveel mogelijk voor jezelf en maak het ondergeschikt aan wat de massa die God niet kent vindt. Lang heeft dit issue niet gespeeld voor christenen in het westen van de wereld, waar de kerk en de Bijbel een bepalende rol speelden, maar die tijd is voorbij. En dus wordt deze vraag weer relevant: willen we aardig gevonden worden, erbij horen en niet ‘zo’n soort christen’ zijn of blijven we staan op wat God wil en zegt, ook al staat dat haaks op de wereld om ons heen? Matthew heeft zijn keuze gemaakt. Wij van Het Zoeklicht ook.

In het vervolg van het interview krijgen behoudende christenen nog een veeg uit de pan toegevoegd. Want christenen vertrouwen lhbti-ers niet, of queers zoals Flamy hen noemt. ‘Ze horen over ons,’ zo staat in het interview, ‘en hebben meteen een oordeel klaar. Ze denken dat ik niet authentiek ben, ze twijfelen aan mijn intenties en geloof. Dat ik gekomen ben om alles neer te halen en het geloof belachelijk te maken. Maar het is ook mijn God. Ik denk dat ze zich bedreigd voelen. Het is bedreigend als fundamentele dingen die jij gelooft misschien niet waar zijn. Alsof je aan één draadje trekt en het hele ding uit elkaar valt.’ 
Opnieuw wordt er een grote broek aangetrokken, want wat gelovigen en kerken al eeuwenlang hebben geloofd, is misschien wel niet waar, aldus de moderne en verlichte Flamy. Volgens het personage speelt hier vooral onzekerheid, want al die gelovigen zijn bang dat als je ook maar aan één draadje trekt het hele bouwwerk van geloof valt. Een bouwwerk waar al zo’n 2000 jaar mensen van over de hele wereld op gebouwd hebben en in gewoond hebben. Met succes. En dan hebben we het over mensen die zijn vervolgd, mensen die hebben geleden, mensen die voor gigantische ellende stonden, mensen die een samenleving en een beschaving moesten bouwen, mensen die voor vragen werden gesteld die er toe deden. Al die tijd is God en Zijn Woord een onwankelbare rots gebleken en dan zouden wij bang zijn als Flamy Grant aan ‘een draadje’ trekt? Hoezo veroordelend en onzeker…

Tot besluit wordt er door Matthew Blake ingegaan op de liefde. Het standaardargument dat vaak voorbijkomt in de vrijzinnigere christelijke hoek, vliegt ook hier over tafel. ‘Ik kan zo veel meer mensen liefhebben dan de fundamentalistisch-evangelische versie van God’, vervolgt Matthew. Ja, dat staat er echt: ik kan meer liefhebben dan de fundamentalistisch-evangelische versie van God. 
In deze uitspraak wordt er impliciet vanuit gegaan dat ‘liefde’ alleen voldoende is om iets tot goed te verklaren, maar dat is een enorme dwaling. Zoals al aangetoond in het artikel van Armand Gimbrère in Het Zoeklicht nr. 8 van 2024, is er bijvoorbeeld ook liefde die onze goedkeuring niet verdiend. Armand geeft het voorbeeld van vreemdgaan: een man kan beweren dat hij en een andere vrouw van elkaar houden en dat er echte liefde is, maar dat maakt het vreemdgaan en deze liefde nog niet goed of het vieren waard. Toch wordt dat ook hier maar weer eens vergeten om vervolgens af te sluiten met een sneer naar de Allerhoogste zelf: ‘Waarom zou ik een God aanbidden die tot minder in staat is?’ Minder liefde, zoals Matthew a.k.a. Flamy hiervoor heeft gedefinieerd dan uiteraard. Hij is immers de norm. Dat God liefde én recht is, dat Gods liefde heilig is en puur zonder een spoor van duisternis, horen we niet, want: ‘Als ik de Bijbel lees, zie ik een andere God. Ik zie dat Christus zich omringde met verschoppelingen, mensen op wie neergekeken werd. Maar die tollenaars en sekswerkers wisten wel hoe ze een feestje moesten bouwen. Inmiddels zie ik mijn shows daarom als een bediening. Dit is mijn roeping.’ 
Ja, gelukkig zocht Jezus inderdaad deze mensen op. Hij genas hun harten en door de ontmoeting met hen bekeerden zij zich en werden ze nieuwe mensen. Dat betekent dus dat ze niet meer waren zoals daarvoor. Ze braken met de zonden en hun leven werd mooier, beter, rijker en dieper dan ooit tevoren. Want sekswerkers blijven geen sekswerkers als Christus hen doet leven, tollenaars blijven niet onterecht geld aftroggelen en mensen uitbuiten als ze Christus’ genade leren kennen. Zie het oude is voorbij en het nieuwe is gekomen, leert de Bijbel. 

Alleen hier zit het probleem, want Matthew Blake gelooft niet in de autoriteit van de Bijbel. Hij vindt het een inspirerend boek, maar het is beperkt. Het zou bijvoorbeeld geleid hebben tot slavernij en daarvoor ook gebruikt zijn om dat te rechtvaardigen, dus leidend kan het niet zijn. En daarmee komen we tot de kern, want uiteindelijk bepaalt niet de Bijbel, maar hijzelf wat waar is en goed in zijn leven. Hij is de norm voor liefde en liefhebben. Hij is de norm voor waarheid in oprechtheid. Hij en hij alleen. Dat blijkt hierboven ook in wat hij zegt. Aldus hijst zichzelf op het schild: hij heeft een missie, hij weet hoe God moet zijn, hij is als de geloofshelden van de Bijbel, hij kent de ware betekenis van liefde, Bijbelvaste christenen zijn maar onverdraagzaam en negatief naar zijn normen, hij is en weet het beter. Daarmee is hij meer een exponent van zijn tijd, dan hij misschien zelf wel doorheeft. Met Bijbels geloven heeft het niet veel te maken.

Roelof Ham

Bron: Als basis voor dit commentaar is dit artikel met bijbehorend YouTube-filmpje genomen. Alle citaten zijn dan ook daaruit afkomstig.

PS zaterdag 5 oktober is de Zoeklichtdag. Vergeet niet uw kaarten te bestellen.