Bijna 1 op 5 niet meer hetero?
Vorige week vrijdag maakte het CBS de resultaten bekend van een onderzoek naar het aantal lhbti-ers onder de Nederlandse bevolking. Wat blijkt? 17% van de Nederlanders boven de 15 jaar identificeert zich als niet-hetero (2,7 miljoen mensen). Een paar andere opvallende uitkomsten: onder jongeren van 15-25 was dit getal verhoudingsgewijs hoger dan bijvoorbeeld onder 45-65 jarigen en in stedelijke gebieden waren de percentages hoger dan op het platteland. Wat kunnen wij hieruit leren?
Ideologisch geladen
De belangrijkste conclusie die we kunnen trekken uit deze cijfers is dat de ideologische hersenspoeling van de samenleving en vooral van onze jonge mensen, werkt. De lhbti-agenda die steeds maar weer door onze strot wordt geduwd, begint zijn vruchten af te werpen. De vraagstelling van het CBS zelf laat dat al zien. De onderzoekers van het CBS hebben namelijk niet direct gevraagd naar de geaardheid of het gender, maar of iemand zich wel eens aangetrokken voelde tot iemand niet van hetzelfde geslacht. Als dat het geval was, dan werd zo iemand tot de categorie van de niet-hetero gerekend. Ze kwamen in de groep ‘bi-plus.’
Nu vraag jij je natuurlijk af wat dan bi-plus is? Nou, daar zien we meteen de ideologische beïnvloeding in het onderzoek zelf, want bi-plus is de zoveelste nieuwe term binnen de alfabet-gemeenschap van de lhbti. Hiermee wordt bedoeld dat iemand op meerdere genders valt. Dit is weer anders dan ‘gewoon’ bi-seksueel, want die personen vallen alleen op mannen en vrouwen. De term bi-plus is dus in zichzelf al ideologisch geladen, want ze gaat er per definitie vanuit vanuit dat er meer dan twee genders zijn. De vraag is echter of iedereen die zich wel eens aangetrokken heeft gevoeld tot iemand van hetzelfde geslacht, ook meteen bi-plus is? Het lijkt mij dat hier de ideologie het onderzoek heeft bepaald. De zwakke vraagstelling heeft de resultaten verder vertekend.
Dit is belangrijk, want van de 17% niet-hetero valt 11% in deze categorie. Al de overige groepen binnen deze 17% (bijvoorbeeld homoseksuelen of transgenders) vormen gezamenlijk de overige 6%, wat op zich al veel realistischer lijkt. Zo is het percentage van 2% homoseksualiteit veel meer in lijn met wat we weten uit andere onderzoeken, ook uit de geschiedenis.
De ideologie werkt
Al met al zien we dus hoe de ideologie zijn werk doet. Dit wordt nog eens extra onderstreept door het feit dat juist onder jongeren de aangehaalde getallen en percentages nog hoger zijn. Het zijn juist deze jongeren die worden gebombardeerd met allerlei beelden, lesprogramma’s en emancipatoire dagen als Paarse Vrijdag op scholen, om ze ontvankelijk te maken voor de lhbti-boodschap. Dat heeft kennelijk effect. Dat dit in de steden meer is dan op het platteland, past precies in dit beeld, want de terughoudendheid is op het platteland over het algemeen groter dan in de steden.
Hart van homo’s
Herman van Wijngaarden van 'Hart van homo’s' ziet dit ook. In een interview met het Reformatorisch Dagblad zegt hij dat hij waarneemt dat er vooral onder jongeren een behoefte leeft om onderdeel te zijn van de ‘lettergemeenschap’, zoals hij de lhbti-beweging noemt. Dat geeft namelijk status (!), zeker als je bij een minderheid binnen deze gemeenschap hoort. Hij spreekt van ‘genderverwarring’ of ‘genderhype’ onder jongeren. Het feit dat jongeren geen vastigheid meer hebben en ervaren door de propaganda die ze horen, maakt dat ze allerlei ongebruikelijke bokkensprongen gaan maken.
De mens zonder God
In de Romeinenbrief worden de gevolgen van een leven zonder God in het eerste hoofdstuk schokkend weergegeven, zowel voor het individu als voor een samenleving. Waar God en de Bijbel worden losgelaten gaat het van kwaad tot erger, zo schrijft Paulus. Allerlei zonden worden genormaliseerd en afwijkende seksualiteit wordt gewoon. Het menselijk hart verduisterd steeds verder en verder. Totdat het zover komt dat kwaad goed en goed kwaad wordt genoemd, ja dat zelfs het kwaad wordt gevierd. Rom. 1: 32 zegt: ‘Zij kennen het recht van God, namelijk dat zij die zulke dingen doen de dood verdienen, en toch doen zij niet alleen zelf deze dingen, maar stemmen ook van harte in met hen die ze doen.’
In onze tijd is dit realiteit geworden. De gevolgen ervan worden elke dag meer en meer zichtbaar. Maar een samenleving die God vaarwel zegt en aldus losgeslagen raakt, heeft geen toekomst. Die zal ten onder gaan aan zichzelf en aan andere culturen en samenlevingen die wel sterk en gegrond zijn in een hoger ideaal dat helder en omlijnd ergens voor staat. De enige manier waarop een vervallen samenleving als de onze nog enigszins toekomst kan hebben is wanneer er een gedwongen dictatuur wordt opgelegd. Dan kan men nog een tijdje voort, voordat alles uit elkaar valt. En is dat nou niet precies waar de Bijbel ons over vertelt? Dat aan het einde van de tijd de mens zal ontaarden en dat dan de grootste dictator aller tijden zal opstaan, de antichrist. Hij zal die losgeslagen wereld, verenigen achter zich.
Zie de tijden zich bereiden!
Roelof Ham