Als je een probleem niet benoemt kun je het niet oplossen
Misschien ken je het wel uit een boek of film: een verslaafde persoon loopt een kamer binnen en daar zitten alle belangrijke familieleden en vrienden van die persoon bij elkaar. ‘Wij zijn hier om met je te praten. Niet om je te veroordelen, maar om je te vertellen dat je een probleem hebt en dat je hulp moet zoeken,’ zo klinkt het. Een interventie wordt het genoemd en het is een middel om mensen die vastzitten in verslaving wakker te schudden, want: als je een probleem niet benoemt, kun je het niet oplossen.
Ik moest hieraan denken toen ik de berichtgeving las over de aanstaande nationale dodenherdenking. Er zullen daarbij dit jaar maatregelen genomen worden om ‘verstoring’ te voorkomen. Zo mogen er maar de helft van de normale 20.000 bezoekers op de Dam aanwezig zijn op 4 mei en wordt er gefouilleerd. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema geeft de aanleiding voor deze keuzes: er is ‘grote actiebereidheid in de samenleving’ waar de spanning toeneemt. Dit lijkt mij een hele omslachtige manier om het beestje niet bij de naam te hoeven noemen en om de hete brei heen te draaien. De mensen die de nationale dodenherdenking zullen willen verstoren zijn immers geen willekeurig ‘tot actie bereide’ mensen van allerlei achtergrond en pluimage. Er is maar een groep Nederlanders die deze herdenking zou kunnen en willen verstoren en dat is het Jodenhatende pro-Palestina schorriemorrie dat we ook de opening van het Nationaal Holocaust Museum zagen ontluisteren.
Dit wordt echter niet bij naam genoemd door de burgermeester en grote Nederlandse media als de NOS nemen haar narratief over. Daar lijkt een bewuste (politieke) keuze achter te zitten van de Amsterdamse burgermeester. Ze spreekt in hetzelfde interview ook van ‘het demonstreren tegen welke gruwelijkheden dan ook’, waarin ze subtiel laat blijken hoe ze zelf tegen de oorlog tussen Israël en Hamas aankijkt en tegen de acties van Israël daarin. Bovendien doet deze formulering opnieuw de suggestie alsof er allerlei groepen zouden zijn die zouden kunnen komen demonstreren tegen zaken die zij als gruwelijkheden ervaren: de bio-industrie, de vervuiling van de natuur met stikstof, de uitbuiting van mensen in Afrika voor grondstoffen voor het westen, mensen- en vrouwenhandel in de seksindustrie en weet ik al niet wat. Maar dit is natuurlijk onzin. Deze zullen allen niet op verschijnen op 4 mei om de herdenking te verstoren. Er is nogmaals maar een groep waarvoor gevreesd wordt: de antisemitische pro-Palestina beweging.
Als je een probleem niet benoemt, kun je het niet oplossen en door zo te formuleren en te reageren als mevrouw Halsema wordt het probleem in stand gehouden door ervoor weg te kijken. Als wij als samenleving niet expliciet zeggen dat er een grens is en dat die niet overschreden moet worden, houdt het niet op. Pas als wij duidelijk en voortdurend het beestje bij zijn naam noemen, dan weet ieder wat het is en kan daar gericht tegen worden opgetreden. Niet de kop in het zand steken, maar solidair staan naast overlevenden en nabestaanden van overlevenden van de holocaust en naast hen die geliefden verloren hebben in de Tweede Wereldoorlog en in andere conflicten. Aan hen en aan onze herdenking kom je niet en voor Jodenhaat is geen plaats bij ons. Punt. Alleen zo kan dit probleem dat zich op zoveel andere plaatsen al als een rottende wond in onze samenleving manifesteert eindelijk eens echt bestreden worden. De overheid heeft immers als taak om voor rust, veiligheid en orde te zorgen voor haar mensen. Het heeft de taak om het kwaad te bestrijden, daarin is zij Gods dienaar (Rom. 13) en onze God is een God van waarheid, niet van draaierij en omslachtige omzeiling.
Roelof Ham