Zomerbijbelquiz 2016
Het zit er weer op. Tenminste voor mij. Het is altijd een hele uitzoekerij en na veel controles kan deze quiz naar de eindredacteur van ons blad. Ook hij heeft een extra controleniveau ingebouwd. Ik heb de quiz met plezier samengesteld. Want je vindt altijd wel wat nieuwe dingen in het Woord van de Heer.
Eerst, voordat u begint, een paar tips en aanwijzingen. We hebben weer de NBG-vertaling 1951 gebruikt. Het is vaak leuk en vooral leerzaam de quiz op een avond met uw gezin of met de huisgroep of de Bijbelstudiegroep te doen. De antwoorden vindt u op blz. 30. Daar staat ook een soort beoordeling van uw score. Ik hoop dat uw kennis van en diep respect voor het Woord van God verdiept wordt door deze quiz. En ook dat u er veel genoegen aan beleven zult.
Hoeveel
1. Hoeveel keer heeft de Here Jezus tijdens Zijn aardse leven, een dode opgewekt?
a) 2 maal
b) 3 maal
c) 4 maal
d) 5 maal
2. De hoeveelste man was het waarmee de Samaritaanse vrouw samengeleefde op het moment dat de Here Jezus haar bij de put bij Sichar aansprak?
a) Derde
b) Vierde
c) Vijfde
d) Zesde
3. Hoeveel zonen kregen Maria en Jozef, nadat Jezus was geboren?
a) Geen
b) Drie
c) Vier
d) Vijf
4. De dochter van Jaïrus, leider van een synagoge, was stervende. Jaïrus smeekte de Here Jezus mee te gaan en haar te genezen. Jezus liet maar een paar mensen toe om met Hem naar binnen te gaan. Hoeveel mochten mee en waren dus getuigen van dit wonder?
a) Twaalf
b) Vijf
c) Drie
d) Vier
5. Hoeveel dagen na de opstanding van de Here Jezus ging Hij vanaf de Olijfberg naar de hemel?
a) Zeven
b) Vijftig
c) ‘Geruime tijd’
d) Veertig
6. Hoeveel keer kreeg Petrus in Joppe het visioen te zien van het grote laken met al die dieren?
a) Een keer
b) Twee keer
c) Drie keer
d) ‘Verschillende malen’
Wie
7. Over wie heeft Paulus het als hij in Romeinen 11 nadrukkelijk zegt: ‘De genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk’?
a) Over de geroepen apostelen
a) Over zijn medewerkers Barnabas en Timoteüs
b) Over Israël
c) Over de Gemeente van Christus
8. Wie zei: ‘Uw Woord is de waarheid’?
a) De Here Jezus
b) Paulus
c) Ezra
d) De weduwe uit Sarfat, bij wie Elia was ondergedoken
9. Wie zei: ‘Het heil is uit de Joden’?
a) Paulus
b) Petrus
c) Jakobus
d) De Here Jezus
10. Wie zei tegen de Here Jezus: ‘Here, Gij weet alles’?
a) De Samaritaanse vrouw
b) Johannes
c) Nathanaël
d) Petrus
11. Wie sprak de bekende, gezegende woorden: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga maar eeuwig leven hebbe’?
a) De apostel Paulus in 1 Korintiërs 13
b) De Here Jezus in Zijn gesprek met Nicodemus
c) De apostel Johannes in zijn 1e brief
d) De Here Jezus tegen Zijn discipelen
12. Wie (welke profeet) heeft voorzegd dat ‘voordat de grote en doorluchte dag van de HERE komt’ de profeet Elia zal komen?
a) Jeremia
b) Sefanja
c) Zacharia
d) Maleachi
13. Wie (welke profeet) heeft voorzegd dat de stammen Efraïm en Juda samen de Filistijnen (Palestijnen?) ‘westwaarts op de schouder zullen vliegen’?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Hosea
d) Zacharia
14. Tegen wie zei de Here Jezus in een persoonlijk gesprek: ‘Verwonder u niet dat Ik tegen u gezegd heb: ‘U moet wederom geboren worden’’?
a) Petrus
b) Een Farizeeër
c) Nikodemus
d) De Samaritaanse vrouw
15. Tegen wie zei de Here Jezus: ‘Gij dwaalt, want gij kent de Schriften niet’?
a) Enkele discipelen
b) De Sadduceeën
c) De Farizeeën
d) De Schriftgeleerden
16. Wie zei tegen de Here Jezus: ‘Here toon ons de Vader en het is ons genoeg’?
a) Filippus
b) Thomas
c) Petrus
d) Andreas
17. Van wie heeft Paulus het Evangelie ontvangen?
a) Door het getuigenis van Stefanus, toen hij getuige was van diens steniging
b) Van zijn vriend Barnabas
c) Van Ananias in Damascus
d) Door openbaring van de Here Jezus
18. Aan wie schrijft Paulus: ‘…maar allen hebben mij in de steek gelaten’?
a) Aan zijn ‘waar kind Titus’
b) Aan zijn ‘waar kind Timoteüs’
c) Aan ‘de geliefde Filemon’
d) Aan de gemeente te Tessalonica
Verschillende onderwerpen
19. Welke koning van het Tweestammenrijk Juda ging een overmacht van vijandelijke strijders van Moabieten en Ammonieten tegemoet met het zangkoor vol lofprijzing voorop?
a) Josafat
b) Hizkia
c) Asa
d) David
20. Hoe heette de eerste vrouw van koning David:
a) Michal, de dochter van koning van Saul
b) Bathseba, de vrouw van Uria
c) Abichaïl, de weduwe van Nabal
d) Abinoam uit Jizraël
21. Welke profeet was een grote steun voor koning Hizkia toen Jeruzalem door de Assyriërs belegerd werd?
a) Elisa
b) Jesaja
c) Uzzia
d) Micha
22. Wie heeft voorzegd dat in de eindtijd de antichrist (ook wel ‘zoon des verderfs’ genoemd) in de tempel zal gaan zitten om te laten zien dat hij een god is?
a) Agabus
b) Paulus
c) Daniël
d) De Here Jezus
23. Bij welke gelegenheid zei de Here Jezus toen Hij bad: ‘Zelf wist Ik dat U Mij altijd verhoort’?
a) Toen Hij bij het graf van Lazarus stond
b) Toen Hij in de hof van Getsemané bad
c) In Zijn hogepriesterlijk gebed (Johannes 17)
d) Toen Hij de discipelen het zendingsbevel gaf
24. Toen Petrus getuige was van een groot wonder van de Here Jezus, ‘viel hij neder aan de knieën van Jezus’. Welk wonder was dat?
a) De opwekking van de dochter van Jaïrus
b) De genezing van zijn schoonmoeder van een ‘zware koorts’
c) De wonderbare spijziging van 5000 mannen (en vrouwen en kinderen)
d) De enorme visvangst nadat discipelen de hele nacht niets hadden gevangen en de Here Jezus zei dat ze de netten in diep water opnieuw moesten uitzetten
25. Toen Paulus (toen nog Saulus) onderweg was naar Damascus om daar de gelovigen te arresteren, kwam er een licht uit de hemel en de Here Jezus sprak hem aan. In welke taal sprak de Heer tegen Paulus?
a) Grieks
b) De taal wordt niet vermeld
c) Hebreeuws
d) Latijn
Hartelijk dank, beste lezer voor het maken van deze quiz. Er waren best een paar pittige vragen bij. Maar ook vragen die u zonder veel denkwerk zo kon beantwoorden. Ik hoop dat uw kennis van Gods Woord een beetje is opgefrist of zelfs verdiept. Gaat u nu maar snel naar blz. 30. Daar vindt u de antwoorden en een bescheiden voorstel voor de waardering van uw score.
Jan van Barneveld
Antwoorden Zomerbijbelquiz 2016
Vraag Antwoord Bijbelgedeelte
1. b Lucas 7:14; 8:55; Johannes 11:43
2. d Johannes 4:18
3. c Matteüs 13:55
4. b Lucas 8:51
5. d Handelingen 1:3
6. c Handelingen 10:16
7. c Romeinen 11:28 en 29
8. a Johannes 17:17
9. d Johannes 4:22
10. d Johannes 21:17
11. b Johannes 3:16
12. d Maleachi 4:5,6
13. a Jesaja 11:13,14
14. c Johannes 3:7
15. b Matteüs 22:23,29
16. a Johannes 14:8
17. d Galaten 1:12
18. b 2 Timoteüs 4:16 en 1:15
19. a 2 Kronieken 20:20-22
20. a 1 Samuël 18:17-28
21. b Jesaja 37
22. b 2 Tessalonicenzen 2:3,4
23. a Johannes 11:42
24. d Lucas 5:2-10
25. c Handelingen 26:14
Nu voor mij het moeilijkste. Wie ben ik dat ik een beoordeling moet geven van uw Bijbelkennis. Iemand die dagelijks de Bijbel bestudeert moet toch wel 17 tot 20 punten kunnen scoren. Hier komt mijn voorstel:
14-17 goede antwoorden: Voldoende
18-20 goede antwoorden: Goed
21-25 goede antwoorden: Bijbelgeleerde
Ten slotte wens ik u van harte fijne en ontspannende vakantiedagen toe.
Eerst, voordat u begint, een paar tips en aanwijzingen. We hebben weer de NBG-vertaling 1951 gebruikt. Het is vaak leuk en vooral leerzaam de quiz op een avond met uw gezin of met de huisgroep of de Bijbelstudiegroep te doen. De antwoorden vindt u op blz. 30. Daar staat ook een soort beoordeling van uw score. Ik hoop dat uw kennis van en diep respect voor het Woord van God verdiept wordt door deze quiz. En ook dat u er veel genoegen aan beleven zult.
Hoeveel
1. Hoeveel keer heeft de Here Jezus tijdens Zijn aardse leven, een dode opgewekt?
a) 2 maal
b) 3 maal
c) 4 maal
d) 5 maal
2. De hoeveelste man was het waarmee de Samaritaanse vrouw samengeleefde op het moment dat de Here Jezus haar bij de put bij Sichar aansprak?
a) Derde
b) Vierde
c) Vijfde
d) Zesde
3. Hoeveel zonen kregen Maria en Jozef, nadat Jezus was geboren?
a) Geen
b) Drie
c) Vier
d) Vijf
4. De dochter van Jaïrus, leider van een synagoge, was stervende. Jaïrus smeekte de Here Jezus mee te gaan en haar te genezen. Jezus liet maar een paar mensen toe om met Hem naar binnen te gaan. Hoeveel mochten mee en waren dus getuigen van dit wonder?
a) Twaalf
b) Vijf
c) Drie
d) Vier
5. Hoeveel dagen na de opstanding van de Here Jezus ging Hij vanaf de Olijfberg naar de hemel?
a) Zeven
b) Vijftig
c) ‘Geruime tijd’
d) Veertig
6. Hoeveel keer kreeg Petrus in Joppe het visioen te zien van het grote laken met al die dieren?
a) Een keer
b) Twee keer
c) Drie keer
d) ‘Verschillende malen’
Wie
7. Over wie heeft Paulus het als hij in Romeinen 11 nadrukkelijk zegt: ‘De genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk’?
a) Over de geroepen apostelen
a) Over zijn medewerkers Barnabas en Timoteüs
b) Over Israël
c) Over de Gemeente van Christus
8. Wie zei: ‘Uw Woord is de waarheid’?
a) De Here Jezus
b) Paulus
c) Ezra
d) De weduwe uit Sarfat, bij wie Elia was ondergedoken
9. Wie zei: ‘Het heil is uit de Joden’?
a) Paulus
b) Petrus
c) Jakobus
d) De Here Jezus
10. Wie zei tegen de Here Jezus: ‘Here, Gij weet alles’?
a) De Samaritaanse vrouw
b) Johannes
c) Nathanaël
d) Petrus
11. Wie sprak de bekende, gezegende woorden: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga maar eeuwig leven hebbe’?
a) De apostel Paulus in 1 Korintiërs 13
b) De Here Jezus in Zijn gesprek met Nicodemus
c) De apostel Johannes in zijn 1e brief
d) De Here Jezus tegen Zijn discipelen
12. Wie (welke profeet) heeft voorzegd dat ‘voordat de grote en doorluchte dag van de HERE komt’ de profeet Elia zal komen?
a) Jeremia
b) Sefanja
c) Zacharia
d) Maleachi
13. Wie (welke profeet) heeft voorzegd dat de stammen Efraïm en Juda samen de Filistijnen (Palestijnen?) ‘westwaarts op de schouder zullen vliegen’?
a) Jesaja
b) Ezechiël
c) Hosea
d) Zacharia
14. Tegen wie zei de Here Jezus in een persoonlijk gesprek: ‘Verwonder u niet dat Ik tegen u gezegd heb: ‘U moet wederom geboren worden’’?
a) Petrus
b) Een Farizeeër
c) Nikodemus
d) De Samaritaanse vrouw
15. Tegen wie zei de Here Jezus: ‘Gij dwaalt, want gij kent de Schriften niet’?
a) Enkele discipelen
b) De Sadduceeën
c) De Farizeeën
d) De Schriftgeleerden
16. Wie zei tegen de Here Jezus: ‘Here toon ons de Vader en het is ons genoeg’?
a) Filippus
b) Thomas
c) Petrus
d) Andreas
17. Van wie heeft Paulus het Evangelie ontvangen?
a) Door het getuigenis van Stefanus, toen hij getuige was van diens steniging
b) Van zijn vriend Barnabas
c) Van Ananias in Damascus
d) Door openbaring van de Here Jezus
18. Aan wie schrijft Paulus: ‘…maar allen hebben mij in de steek gelaten’?
a) Aan zijn ‘waar kind Titus’
b) Aan zijn ‘waar kind Timoteüs’
c) Aan ‘de geliefde Filemon’
d) Aan de gemeente te Tessalonica
Verschillende onderwerpen
19. Welke koning van het Tweestammenrijk Juda ging een overmacht van vijandelijke strijders van Moabieten en Ammonieten tegemoet met het zangkoor vol lofprijzing voorop?
a) Josafat
b) Hizkia
c) Asa
d) David
20. Hoe heette de eerste vrouw van koning David:
a) Michal, de dochter van koning van Saul
b) Bathseba, de vrouw van Uria
c) Abichaïl, de weduwe van Nabal
d) Abinoam uit Jizraël
21. Welke profeet was een grote steun voor koning Hizkia toen Jeruzalem door de Assyriërs belegerd werd?
a) Elisa
b) Jesaja
c) Uzzia
d) Micha
22. Wie heeft voorzegd dat in de eindtijd de antichrist (ook wel ‘zoon des verderfs’ genoemd) in de tempel zal gaan zitten om te laten zien dat hij een god is?
a) Agabus
b) Paulus
c) Daniël
d) De Here Jezus
23. Bij welke gelegenheid zei de Here Jezus toen Hij bad: ‘Zelf wist Ik dat U Mij altijd verhoort’?
a) Toen Hij bij het graf van Lazarus stond
b) Toen Hij in de hof van Getsemané bad
c) In Zijn hogepriesterlijk gebed (Johannes 17)
d) Toen Hij de discipelen het zendingsbevel gaf
24. Toen Petrus getuige was van een groot wonder van de Here Jezus, ‘viel hij neder aan de knieën van Jezus’. Welk wonder was dat?
a) De opwekking van de dochter van Jaïrus
b) De genezing van zijn schoonmoeder van een ‘zware koorts’
c) De wonderbare spijziging van 5000 mannen (en vrouwen en kinderen)
d) De enorme visvangst nadat discipelen de hele nacht niets hadden gevangen en de Here Jezus zei dat ze de netten in diep water opnieuw moesten uitzetten
25. Toen Paulus (toen nog Saulus) onderweg was naar Damascus om daar de gelovigen te arresteren, kwam er een licht uit de hemel en de Here Jezus sprak hem aan. In welke taal sprak de Heer tegen Paulus?
a) Grieks
b) De taal wordt niet vermeld
c) Hebreeuws
d) Latijn
Hartelijk dank, beste lezer voor het maken van deze quiz. Er waren best een paar pittige vragen bij. Maar ook vragen die u zonder veel denkwerk zo kon beantwoorden. Ik hoop dat uw kennis van Gods Woord een beetje is opgefrist of zelfs verdiept. Gaat u nu maar snel naar blz. 30. Daar vindt u de antwoorden en een bescheiden voorstel voor de waardering van uw score.
Jan van Barneveld
Antwoorden Zomerbijbelquiz 2016
Vraag Antwoord Bijbelgedeelte
1. b Lucas 7:14; 8:55; Johannes 11:43
2. d Johannes 4:18
3. c Matteüs 13:55
4. b Lucas 8:51
5. d Handelingen 1:3
6. c Handelingen 10:16
7. c Romeinen 11:28 en 29
8. a Johannes 17:17
9. d Johannes 4:22
10. d Johannes 21:17
11. b Johannes 3:16
12. d Maleachi 4:5,6
13. a Jesaja 11:13,14
14. c Johannes 3:7
15. b Matteüs 22:23,29
16. a Johannes 14:8
17. d Galaten 1:12
18. b 2 Timoteüs 4:16 en 1:15
19. a 2 Kronieken 20:20-22
20. a 1 Samuël 18:17-28
21. b Jesaja 37
22. b 2 Tessalonicenzen 2:3,4
23. a Johannes 11:42
24. d Lucas 5:2-10
25. c Handelingen 26:14
Nu voor mij het moeilijkste. Wie ben ik dat ik een beoordeling moet geven van uw Bijbelkennis. Iemand die dagelijks de Bijbel bestudeert moet toch wel 17 tot 20 punten kunnen scoren. Hier komt mijn voorstel:
14-17 goede antwoorden: Voldoende
18-20 goede antwoorden: Goed
21-25 goede antwoorden: Bijbelgeleerde
Ten slotte wens ik u van harte fijne en ontspannende vakantiedagen toe.