Zoeklicht Zomerbijbelquiz 2018
Voor deze zomerperiode krijgt u weer de gelegenheid om uw Bijbelkennis te testen. Mocht het een keer een regenachtige dag zijn, dan hoeft u zich niet te vervelen. Het is altijd goed en geestelijk opbouwend om met de Bijbel bezig te zijn.
Eerst, voordat u begint, een paar tips en aanwijzingen. We hebben de NBG-vertaling 1951 gebruikt. Het is vaak leuk en vooral leerzaam de quiz op een avond met uw gezin of met de huisgroep of de Bijbelstudiegroep te doen. Vergeet dan niet eerst een kopie te maken voor elke deelnemer. De antwoorden vindt u op blz. 29 Daar staat ook een soort beoordeling van uw score. We wensen u een paar goede uren en eventueel goede gesprekken.
Zeven vragen over de Heer en Zijn bediening
1. Wie maakte Jezus tijdens de bruiloft te Kana attent op het probleem dat de wijn op was?
a) De bruidegom
b) De leider van de bruiloft
c) De moeder van Jezus, Maria
d) De discipel van Jezus, Petrus
2. Wie was verantwoordelijk voor de kindermoord in Bethlehem?
a) Koning Herodes
b) Stadhouder Pilatus
c) Bewindvoerder Quirinius
d) Keizer Augustus
3. Jezus sprak in het badhuis Betesda met een man die al 38 jaar ziek was. Jezus vroeg aan de zieke: “Wilt gij gezond worden?” Wat antwoordde de man?
a) Here indien Gij wilt u kunt mij genezen
b) Here ik heb geen mens
c) Here help mij!
d) Here ik wacht al zo lang
4. Op welke berg komt de Here Jezus in grote heerlijkheid terug?
a) De berg Sion
b) De berg Hermon
c) De Olijfberg
d) Gods heilige berg
5. In Matteüs 1 staat een geslachtsregister van Jezus waarin vijf vrouwen worden genoemd. Van hoeveel van die vrouwen is zeker dat zij heidense, niet Israëlitische vrouwen zijn?
a) Geen
b) Een
c) Twee
d) Drie
6. In Lucas 10 lezen we het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Wat deed de Samaritaan toen hij het slachtoffer gewond lag liggen?
a) Hij ging snel naar de herberg om hulp te halen
b) Hij verzorgde het slachtoffer en zei hem dat hulp onderweg was
c) Hij werd met ontferming bewogen, verzorgde de man, liet hem op zijn eigen rijdier rijden en bracht hem naar de herberg waar hij zijn overnachting betaalde
d) Hij bad voor de zwaargewonde man en zei dat hij op God moest vertrouwen
Zes vragen over profeten
7. Welke profeet mocht niet trouwen van de HERE?
a) Jesaja
b) Jeremia
c) Hosea
d) Zacharia
8. Welke profeet moest trouwen van de HERE?
a) Jesaja
b) Zacharia
c) Hosea
d) Ezechiël
9. Welke profeet verloor zijn vrouw tijdens zijn bediening als profeet?
a) Jesaja
b) Jeremia
c) Daniël
d) Ezechiël
10. Welke profeet was schapenfokker?
a) Amos
b) Nahum
c) Obadja
d) Zefanja
11. Welke profeet voorzegde dat het ‘huis van Israël zijn bezittingen weer in bezit zal nemen’?
a) Amos
b) Nahum
c) Obadja
d) Zacharia
12. Welke profeet voorzegde de intocht in Jeruzalem op een ezel in Jeruzalem?
a) Jesaja
b) Zacharia
c) Maleachi
d) Ezechiël
Zes vragen over de aartsvaders
13. Wie was Ketura?
a) Een slavin van Rachel
b) Een Egyptische slavin
c) Abraham trouwde met haar
d) Jozef trouwde met haar
14. Hoeveel zonen had Abraham?
a) Een
b) Twee
c) Zeven
d) Acht
15. De zonen van Jakob gingen naar Egypte om voedsel te kopen in verband met een hongersnood. Welke broer bood aan om als slaaf in plaats van Benjamin als gevangene achter te blijven?
a) Ruben
b) Juda
c) Levi
d) Issaschar
16. Toen Izak vanwege een hongersnood naar Egypte wilde gaan, bleef hij toch in Kanaän. Waarom?
a) De hongersnood was zo goed als voorbij
b) Abimelech, de koning van de Filistijnen, waar Izak toen was, raadde het hem af
c) Rebekka, zijn vrouw, wilde niet naar Egypte
d) De HERE zei tegen hem: ‘Ga niet naar Egypte’
17. Wat overtuigt Jakob van het feit dat Jozef nog leefde?
a) Het enthousiaste verhaal wat de broers hun vader vertelde na hun te uit Egypte vertelden
b) Het getuigenis van Benjamin zelf
c) Het aanbod van Jozef om met z’n hele familie naar Egypte te komen
d) Toen Jakob de wagens zag die Jozef voor hem had meegegeven
18. God openbaarde Zich aan Israël als de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob. Aan wie en waar openbaarde de HERE Zich voor de eerste keer met die Naam?
a) Aan Abraham bij Sichem
b) Aan Jakob bij Bethel
c) Aan Mozes bij het brandende braambos
d) Aan Mozes op de Sinaï
Nog zes vragen over verschillende onderwerpen
19. Aan welke gemeente(s) bracht Paulus ‘doordat hij ziek was geworden’ het Evangelie?
a) Galaten
b) Korinte
c) Kolosse
d) Thessalonica
20. Hoelang is Paulus blind geweest?
a) Een onbekende periode
b) Een week
c) Drie dagen
d) Twee dagen
21. Welke profeet moest 3 jaar lang op blote voeten en in zijn ondergoed rondlopen?
a) Jesaja
b) Een niet bij naam genoemde profeet
c) Hosea
d) Maleachi
22. Wie was de discipel (apostel) van wie de Schrift zegt ‘die Jezus liefheeft’?
a) Petrus
b) Johannes
c) Jakobus
d) Thomas
23. Welke gemeente krijgt van de Here Jezus het compliment: ‘Omdat gij het bevel bewaard hebt Mij te verwachten, zal IK ook u bewaren’?
a) Efeze
b) Smyrna
c) Tyatira
d) Filadelfia
24. Toen de Here Jezus de ‘5.000 mannen’ met gerstebrood en vis verzadigd had, trok Hij Zich in het gebergte terug. Waarom?
a) Omdat Hij merkte dat zij Hem met geweld koning wilden maken
b) Hij vreesde dag Hij door Herodus opgepakt zou worden
c) Hij vreesde dat de Farizeeërs en Schriftgeleerden een complot tegen Hem hadden gesmeed
d) Hij zocht een stille plek om te bidden
Dat waren ze dus: 24 vragen. Sommige pittig, anderen heel makkelijk. Voor de antwoorden kunt u nu naar blz. 29 gaan. Daar vindt u ook tekstverwijzingen, zodat u een en ander in de Bijbel kunt nagaan. Ook een bescheiden voorstel voor de waardering van uw score.
Antwoorden Zomerbijbelquiz 2018
Vraag Antwoord Bijbelgedeelte
1 c Johannes 2:3,4
2 a Matteüs 2:16
3 b Johannes 5:4-7
4 c Zacharia 14:3,4 en Handelingen 1:9-11
5 c of d Beide goed. Voor Tamar zie Maleachi 2:11,12
6 c Lucas 10:33-35
7 b Jeremia 16:2
8 c Hosea 1:2
9 d Ezechiël 24:18
10 a Amos 1:1
11 c Obadja 1:17
12 b Zacharia 9:9,10
13 c Genesis 25:1,2
14 d id.
15 b Genesis 44:18-34
16 d Genesis 26:2
17 d Genesis 45:27
18 c Exodus 3:6
19 a Galaten 4:13
20 c Handelingen 9:8,9
21 a Jesaja 20:2,3
22 b Johannes 21:7 en meerde teksten uit Johannes
23 d Openbaring 3:10
24 a of d Matteüs 14:22,23 en Johannes 6:15
7-12 goede antwoorden: Goed voor hen pas met Bijbelstudie beginnen
12-16 goede antwoorden: Voldoende
17-20 goede antwoorden: Goed
22-24 goede antwoorden: Bijbelgeleerde
Ten slotte wens ik u van harte fijne en ontspannende vakantiedagen toe.
Jan van Barneveld
Eerst, voordat u begint, een paar tips en aanwijzingen. We hebben de NBG-vertaling 1951 gebruikt. Het is vaak leuk en vooral leerzaam de quiz op een avond met uw gezin of met de huisgroep of de Bijbelstudiegroep te doen. Vergeet dan niet eerst een kopie te maken voor elke deelnemer. De antwoorden vindt u op blz. 29 Daar staat ook een soort beoordeling van uw score. We wensen u een paar goede uren en eventueel goede gesprekken.
Zeven vragen over de Heer en Zijn bediening
1. Wie maakte Jezus tijdens de bruiloft te Kana attent op het probleem dat de wijn op was?
a) De bruidegom
b) De leider van de bruiloft
c) De moeder van Jezus, Maria
d) De discipel van Jezus, Petrus
2. Wie was verantwoordelijk voor de kindermoord in Bethlehem?
a) Koning Herodes
b) Stadhouder Pilatus
c) Bewindvoerder Quirinius
d) Keizer Augustus
3. Jezus sprak in het badhuis Betesda met een man die al 38 jaar ziek was. Jezus vroeg aan de zieke: “Wilt gij gezond worden?” Wat antwoordde de man?
a) Here indien Gij wilt u kunt mij genezen
b) Here ik heb geen mens
c) Here help mij!
d) Here ik wacht al zo lang
4. Op welke berg komt de Here Jezus in grote heerlijkheid terug?
a) De berg Sion
b) De berg Hermon
c) De Olijfberg
d) Gods heilige berg
5. In Matteüs 1 staat een geslachtsregister van Jezus waarin vijf vrouwen worden genoemd. Van hoeveel van die vrouwen is zeker dat zij heidense, niet Israëlitische vrouwen zijn?
a) Geen
b) Een
c) Twee
d) Drie
6. In Lucas 10 lezen we het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Wat deed de Samaritaan toen hij het slachtoffer gewond lag liggen?
a) Hij ging snel naar de herberg om hulp te halen
b) Hij verzorgde het slachtoffer en zei hem dat hulp onderweg was
c) Hij werd met ontferming bewogen, verzorgde de man, liet hem op zijn eigen rijdier rijden en bracht hem naar de herberg waar hij zijn overnachting betaalde
d) Hij bad voor de zwaargewonde man en zei dat hij op God moest vertrouwen
Zes vragen over profeten
7. Welke profeet mocht niet trouwen van de HERE?
a) Jesaja
b) Jeremia
c) Hosea
d) Zacharia
8. Welke profeet moest trouwen van de HERE?
a) Jesaja
b) Zacharia
c) Hosea
d) Ezechiël
9. Welke profeet verloor zijn vrouw tijdens zijn bediening als profeet?
a) Jesaja
b) Jeremia
c) Daniël
d) Ezechiël
10. Welke profeet was schapenfokker?
a) Amos
b) Nahum
c) Obadja
d) Zefanja
11. Welke profeet voorzegde dat het ‘huis van Israël zijn bezittingen weer in bezit zal nemen’?
a) Amos
b) Nahum
c) Obadja
d) Zacharia
12. Welke profeet voorzegde de intocht in Jeruzalem op een ezel in Jeruzalem?
a) Jesaja
b) Zacharia
c) Maleachi
d) Ezechiël
Zes vragen over de aartsvaders
13. Wie was Ketura?
a) Een slavin van Rachel
b) Een Egyptische slavin
c) Abraham trouwde met haar
d) Jozef trouwde met haar
14. Hoeveel zonen had Abraham?
a) Een
b) Twee
c) Zeven
d) Acht
15. De zonen van Jakob gingen naar Egypte om voedsel te kopen in verband met een hongersnood. Welke broer bood aan om als slaaf in plaats van Benjamin als gevangene achter te blijven?
a) Ruben
b) Juda
c) Levi
d) Issaschar
16. Toen Izak vanwege een hongersnood naar Egypte wilde gaan, bleef hij toch in Kanaän. Waarom?
a) De hongersnood was zo goed als voorbij
b) Abimelech, de koning van de Filistijnen, waar Izak toen was, raadde het hem af
c) Rebekka, zijn vrouw, wilde niet naar Egypte
d) De HERE zei tegen hem: ‘Ga niet naar Egypte’
17. Wat overtuigt Jakob van het feit dat Jozef nog leefde?
a) Het enthousiaste verhaal wat de broers hun vader vertelde na hun te uit Egypte vertelden
b) Het getuigenis van Benjamin zelf
c) Het aanbod van Jozef om met z’n hele familie naar Egypte te komen
d) Toen Jakob de wagens zag die Jozef voor hem had meegegeven
18. God openbaarde Zich aan Israël als de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob. Aan wie en waar openbaarde de HERE Zich voor de eerste keer met die Naam?
a) Aan Abraham bij Sichem
b) Aan Jakob bij Bethel
c) Aan Mozes bij het brandende braambos
d) Aan Mozes op de Sinaï
Nog zes vragen over verschillende onderwerpen
19. Aan welke gemeente(s) bracht Paulus ‘doordat hij ziek was geworden’ het Evangelie?
a) Galaten
b) Korinte
c) Kolosse
d) Thessalonica
20. Hoelang is Paulus blind geweest?
a) Een onbekende periode
b) Een week
c) Drie dagen
d) Twee dagen
21. Welke profeet moest 3 jaar lang op blote voeten en in zijn ondergoed rondlopen?
a) Jesaja
b) Een niet bij naam genoemde profeet
c) Hosea
d) Maleachi
22. Wie was de discipel (apostel) van wie de Schrift zegt ‘die Jezus liefheeft’?
a) Petrus
b) Johannes
c) Jakobus
d) Thomas
23. Welke gemeente krijgt van de Here Jezus het compliment: ‘Omdat gij het bevel bewaard hebt Mij te verwachten, zal IK ook u bewaren’?
a) Efeze
b) Smyrna
c) Tyatira
d) Filadelfia
24. Toen de Here Jezus de ‘5.000 mannen’ met gerstebrood en vis verzadigd had, trok Hij Zich in het gebergte terug. Waarom?
a) Omdat Hij merkte dat zij Hem met geweld koning wilden maken
b) Hij vreesde dag Hij door Herodus opgepakt zou worden
c) Hij vreesde dat de Farizeeërs en Schriftgeleerden een complot tegen Hem hadden gesmeed
d) Hij zocht een stille plek om te bidden
Dat waren ze dus: 24 vragen. Sommige pittig, anderen heel makkelijk. Voor de antwoorden kunt u nu naar blz. 29 gaan. Daar vindt u ook tekstverwijzingen, zodat u een en ander in de Bijbel kunt nagaan. Ook een bescheiden voorstel voor de waardering van uw score.
Antwoorden Zomerbijbelquiz 2018
Vraag Antwoord Bijbelgedeelte
1 c Johannes 2:3,4
2 a Matteüs 2:16
3 b Johannes 5:4-7
4 c Zacharia 14:3,4 en Handelingen 1:9-11
5 c of d Beide goed. Voor Tamar zie Maleachi 2:11,12
6 c Lucas 10:33-35
7 b Jeremia 16:2
8 c Hosea 1:2
9 d Ezechiël 24:18
10 a Amos 1:1
11 c Obadja 1:17
12 b Zacharia 9:9,10
13 c Genesis 25:1,2
14 d id.
15 b Genesis 44:18-34
16 d Genesis 26:2
17 d Genesis 45:27
18 c Exodus 3:6
19 a Galaten 4:13
20 c Handelingen 9:8,9
21 a Jesaja 20:2,3
22 b Johannes 21:7 en meerde teksten uit Johannes
23 d Openbaring 3:10
24 a of d Matteüs 14:22,23 en Johannes 6:15
7-12 goede antwoorden: Goed voor hen pas met Bijbelstudie beginnen
12-16 goede antwoorden: Voldoende
17-20 goede antwoorden: Goed
22-24 goede antwoorden: Bijbelgeleerde
Ten slotte wens ik u van harte fijne en ontspannende vakantiedagen toe.
Jan van Barneveld