Zoek eerst het koninkrijk van God

Frits Boekhoff • 92 - 2016 • Uitgave: 1
Dat lijkt een open deur, maar is toch moeilijker dan gedacht. Er is veel leed en gebrokenheid in de wereld. Om deze wereld te helpen, moeten we eerst het Koninkrijk van God zoeken en van daaruit kunnen we wérkelijk wat betekenen voor deze wereld. In alle nederigheid en bescheidenheid. Want het gaat uiteindelijk niet om ons, maar om Hem.

De samenleving is gestrest en toch probeert zij gestreste mensen te helpen. Mijn beeld is dat de kerk hetzelfde doet; we helpen ‘aan de buitenkant’, maar we beseffen niet dat er een geestelijke strijd aan de gang is tegen de heiligen (en daarmee tegen de Heilige). Deze strijd is er altijd al geweest en zal er altijd zijn, totdat Christus komt.

Door Gods bril kijken
Satan voert niet alleen oorlog tegen de heiligen, maar ook tegen de grootheid van de Here God. Wat een hoogmoed! En wat een hoogmoed van mensen die denken God te kunnen begrijpen! Zijn verstand is niet te doorgronden, zegt de Bijbel. God woont in een ontoegankelijk licht. Alle wetenschappers van de wereld zijn met elkaar niet in staat om ook maar één zinnige vraag te stellen aan God. Gods grootheid en Zijn heiligheid zijn namelijk absoluut. In de hemel gaat het alleen om Hem, zoals onder meer te lezen is in Openbaring 4 en ook in de Tabernakel blijkt Zijn heiligheid. Heilig, heilig, heilig is Hij!
Die heiligheid en grootheid komen ook naar voren in diverse psalmen, zoals Psalm 139. Iedereen kent de eerste zes verzen: ‘HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd. Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij. Dit kennen – het is mij te wonderlijk te hoog, ik kan er niet bij.’ Maar kennen we ook vers 21 en 22? Daar staat: ‘Zou ik niet haten, HEERE, wie U haten, walgen van wie tegen U opstaan? Ik haat hen met een volkomen haat, mijn eigen vijanden zijn het.’
Wij moeten in de juiste volgorde naar de wereld kijken. Eerst God, dan de mens. Dus niet zeggen: iets is leuk, zielig of aardig voor de mens, maar eerst door Gods bril kijken. Keurt Hij iets af? Dan wij ook. Daarna volgt pas wat de mens daarvan zou kunnen vinden. Zoek eerst het Koninkrijk van God: we beginnen vaak aan de verkeerde kant van het probleem. Ik wil dat uitwerken met drie realiteiten: die van de aarde, die van de vluchtelingen en die van de kerk.

Eerst het Koninkrijk van God: de aarde
Als we zeggen dat de klimatologische ontwikkelingen zorgwekkend zijn, dan klopt dat. Maar met de oplossing van dit probleem beginnen we aan de verkeerde kant. Genesis 3:17 en 18 laat zien dat de schepping door de ongehoorzaamheid van de mens doornen en distels voortbrengt. Lastig voor ons, wij zien met betrekking tot de natuur eerder een relatie met uitstoot van gassen. Dat de ongehoorzaamheid van Adam en Eva direct invloed heeft gehad op de schepping, de natuur, is wonderlijk. Romeinen 8 leert ons dat de schepping in barensnood is en op de verlossing wacht. Acties van bijvoorbeeld Greenpeace zijn daarom niet de oplossing. Een echte liefhebber van natuur en milieu dient eerst de Schepper en daarmee de schepping.
Het komende duizendjarige vrederijk zal een rechtvaardige regering hebben die God ten volle dient. Daardoor zal dan ook de schepping in harmonie zijn. Uiteraard moeten wij zorgvuldig en verantwoordelijk omgaan met de aarde.

Eerst het Koninkrijk van God: de vluchteling
Ook als we denken aan de vluchtelingen, de armen en de verdrukten moeten we ons realiseren dat we eerst God moeten dienen: daarmee dienen we onze medemens uiteindelijk het beste. Jezus zegt in Matteüs 26: ‘De armen hebt u altijd bij u’ (vers 11). Dus eerst God, dan de mens. Dit is geen tegenstelling, maar een volgorde. Wonderlijk voor ons mensen. De discipelen reageerden in dit Bijbelgedeelte met te zeggen dat deze zalf duur verkocht en het geld aan de armen gegeven had kunnen worden. Ergens een begrijpelijke reactie en menselijk gezien ook waar. Maar God zegt: ‘Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen niet mijn wegen’ (Jesaja 55:8).
Natuurlijk, we moeten niet die christen worden die godvruchtig leeft, maar doorloopt als hij een gewonde langs de weg ziet liggen. Maar hulp die niet bij Jezus vandaan komt dient de mensheid uiteindelijk net zo min.

Eerst het Koninkrijk van God: de kerk
Een goede gemeente moet eerst ten volle de Here God dienen om op die manier de gemeenteleden te dienen. De Here God moet centraal staan in lied, gebed, prediking en avondmaal. Daarnaast moet er aandacht voor elkaar zijn. Ook hier zien we een belangrijke volgorde die soms met voeten wordt getreden, want de eerste vraag na afloop van de eredienst is vaak: “Wat vond je er van?” Maar daar gaat het niet in eerste instantie om! De eerste vraag zou moeten zijn: “Wat vond de Here God er van.” God staat centraal, niet de mens. Nogmaals, het gaat hier niet om een tegenstelling, maar om de volgorde. Een dienst waarbij de Here God echt wordt geëerd, heeft ook een positieve uitwerking op de gelovige. In Johannes 20:18 lezen we: “We hebben de Here gezien.” Wat een samenkomst als broeders en zusters zo uit de kerk komen.

Het nieuwe jaar
Het jaar 2016 is net begonnen. Hoe gaan wij als christen het nieuwe jaar in? Laten we dit jaar – misschien het laatste jaar voordat de Heer terugkomt – opnieuw beginnen met goede voornemens. Eerst God, eerst de Bijbel, eerst gebed, eerst de bidstond, eerst de eredienst en dan pas aandacht voor andere zaken. Zoek eerst het Koninkrijk van God. We hollen, als we niet oppassen, onszelf voorbij en daar dienen we niemand mee. Wat is er een onrust in de maatschappij, vaak tot in de kerk aan toe en wat moeten we veel! Juist nu kunnen de woorden van Jezus een weldaad zijn: “Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.” Ook de kerk mag deze rust kennen. Het gaat om Hem. En vanuit deze rust die we bij de Here Jezus hebben ontvangen, mogen we de wereld dienen.
Broeders en zusters, wij lezers van Het Zoeklicht en vele andere christenen leven in de verwachting van de komst van de Here Jezus. Totdat Hij komt mogen wij Hem dienen. In de kerk, maar ook in de wereld om ons heen. Wij zijn ook geroepen om het evangelie te verkondigen en om de naaste te helpen.
Laten we het nieuwe jaar opnieuw beginnen met een oprechte toewijding aan Hem. Het zal ons verbazen wat de Here Jezus allemaal kan bewerken.

Here Jezus, kom. Maranatha!

Frits Boekhoff