Zijn laatste woordn
Het verhaal van een vader en zoon
Alsof het gisteren gebeurde, zo helder is de herinnering aan die dag toen mijn oudste zoon, David, de woonkamer binnenkwam. Ik was net uit min werk thuisgekomen. Hij ging voor mij staan met een ernstige blik in zijn ogen. Hij was zes jaar. Mark van twee-en-halfjaar oud stond achter hem. Ik zat even de krant door te
nemen om het laatste nieuws na een lange werkdag en schonk niet al mijn aandacht aan David. Ik merkte dat hij echt iets op zijn hart had. Hij wist ook dat we alles met elkaar konden bepraten en hij rekende daarom helemaal op mijn aandacht voor hem. Hij zei: "Pappa, ik wil echt met je praten". Ik zei: "Dat is goed, Davie. Zeg maar waarover het gaat".
Hij zei: "Ik ben nu groot, hè? “Jazeker”, zei ik, “je bent een grote kerel, vertel me wat je op je hart hebt".
"Ik wil niet meer dat je me Davie noemt. Ik wil nu dat je Dave tegen me zegt. Ik wil ook geen Pappa meer zeggen, maar voortaan Pa", zei hij vol overtuiging.
"Dat is goed, Dave. Ik zal je voortaan Dave of David noemen en jij noemt mij Pa. Als je maar nooit ‘Vader’ tegen me zegt.
Afgesproken?"
Met een zware stem zei hij: "Goed pa, kan ik weer gaan spelen?" Mijn jongere zoon, Mark, boog zich naar me toe en fluisterde in mijn oor: "Maar ik wil je wel pappa noemen, hoor". "Daar ben ik heel blij om" zei ik echt gemeend.
Twintig jaar later praatte ik met Dave in een telefoongesprek. Het was een dag voor zijn dood, op 1 juli 1993. Hij had een zware operatie achter de rug. Hij was nog geen jaar getrouwd en was erg gelukkig. Alles leek na de operatie goed te gaan, maar hij nu had lichte uitvalsverschijnselen en hij zag de dingen wazig. Ik zei hem vooral maar kalm aan te doen, nu hij weer aan het werk was gegaan. We spraken af dat we elkaar gauw weer zouden zien. We lachten samen nog om een grap. Toe zei ik: "Ik hou van je… Davie". Met een lach vol liefde zei hij: "Ik hou van je… Pappa." "Slaap lekker, Davie", zei ik lachend. “Slaap lekker, pappa" zei Dave en we hingen op.
De volgende dag werd ik door het ziekenhuis gebeld. Hij was al in coma. Een ernstige tumor in zijn hoofd werd hem fataal. Om zes minuten over zeven die avond is hij gestorven. Ik wist, hij was een echte christen geweest. Ik dacht aan zijn laatste woorden: "Ik hou van je, Pappa" en bedacht mij door mijn tranen heen: "Wat heb ik van je gehouden, mijn Davie!" Min hart was gebroken en is dat nog. Ik vroeg mijn hemelse Heiland ons mijn geliefde zoon ‘welkom thuis’ te heten en dankte de Here, dat er niets was tussen mijn zoon en mij. We waren goede vrienden, altijd geweest.
Alsof het gisteren gebeurde, zo helder is de herinnering aan die dag toen mijn oudste zoon, David, de woonkamer binnenkwam. Ik was net uit min werk thuisgekomen. Hij ging voor mij staan met een ernstige blik in zijn ogen. Hij was zes jaar. Mark van twee-en-halfjaar oud stond achter hem. Ik zat even de krant door te
nemen om het laatste nieuws na een lange werkdag en schonk niet al mijn aandacht aan David. Ik merkte dat hij echt iets op zijn hart had. Hij wist ook dat we alles met elkaar konden bepraten en hij rekende daarom helemaal op mijn aandacht voor hem. Hij zei: "Pappa, ik wil echt met je praten". Ik zei: "Dat is goed, Davie. Zeg maar waarover het gaat".
Hij zei: "Ik ben nu groot, hè? “Jazeker”, zei ik, “je bent een grote kerel, vertel me wat je op je hart hebt".
"Ik wil niet meer dat je me Davie noemt. Ik wil nu dat je Dave tegen me zegt. Ik wil ook geen Pappa meer zeggen, maar voortaan Pa", zei hij vol overtuiging.
"Dat is goed, Dave. Ik zal je voortaan Dave of David noemen en jij noemt mij Pa. Als je maar nooit ‘Vader’ tegen me zegt.
Afgesproken?"
Met een zware stem zei hij: "Goed pa, kan ik weer gaan spelen?" Mijn jongere zoon, Mark, boog zich naar me toe en fluisterde in mijn oor: "Maar ik wil je wel pappa noemen, hoor". "Daar ben ik heel blij om" zei ik echt gemeend.
Twintig jaar later praatte ik met Dave in een telefoongesprek. Het was een dag voor zijn dood, op 1 juli 1993. Hij had een zware operatie achter de rug. Hij was nog geen jaar getrouwd en was erg gelukkig. Alles leek na de operatie goed te gaan, maar hij nu had lichte uitvalsverschijnselen en hij zag de dingen wazig. Ik zei hem vooral maar kalm aan te doen, nu hij weer aan het werk was gegaan. We spraken af dat we elkaar gauw weer zouden zien. We lachten samen nog om een grap. Toe zei ik: "Ik hou van je… Davie". Met een lach vol liefde zei hij: "Ik hou van je… Pappa." "Slaap lekker, Davie", zei ik lachend. “Slaap lekker, pappa" zei Dave en we hingen op.
De volgende dag werd ik door het ziekenhuis gebeld. Hij was al in coma. Een ernstige tumor in zijn hoofd werd hem fataal. Om zes minuten over zeven die avond is hij gestorven. Ik wist, hij was een echte christen geweest. Ik dacht aan zijn laatste woorden: "Ik hou van je, Pappa" en bedacht mij door mijn tranen heen: "Wat heb ik van je gehouden, mijn Davie!" Min hart was gebroken en is dat nog. Ik vroeg mijn hemelse Heiland ons mijn geliefde zoon ‘welkom thuis’ te heten en dankte de Here, dat er niets was tussen mijn zoon en mij. We waren goede vrienden, altijd geweest.