Zijn doorboorde handen maken onze handen boordevol
Het scheppingsverhaal is zo boeiend. Steeds als God spreekt, komt er uit niets iets tevoorschijn. Adembenemend! Allereerst kwam er helder licht op de pikdonkere aarde, daarna werden de hemel, de zee en het land gemaakt. Alles is dan nog leeg en verlaten.
Daarna klinkt Gods stem met gezag en zie, uit de aarde schieten de prachtigste planten, bomen en struiken op en ook verschijnen op Zijn spreken aan het firmament de zon, maan en sterren. Daarna worden de zee, de lucht en het land vervuld met levende wezens in alle mogelijke variaties en met de meest uiteenlopende kleuren en vormen. Zo overweldigend mooi! En telkens staat er dat ze geschapen werden naar hun soort of naar hun aard. Maar dan is er als het ware een adempauze in de hemel. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest overleggen hoe ze als laatste en als kroon op de schepping de mens zullen maken. Ze komen unaniem tot de conclusie dat het een schepsel moet zijn met Hun aard, die het vermogen heeft om te denken, te beheren, te organiseren en verantwoordelijkheid te dragen.
‘En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen’ (Genesis 1:26). ‘Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen’ (Genesis 2:7). God schiep dus als laatste de mens als kroon op Zijn schepping. Toen alles klaar was, overzag Hij alles wat Hij gemaakt had: ‘En zie, het was zeer goed!’ (Genesis 1:31).
Begin van alle ellende
Direct na de schepping van de mens gaat het helemaal fout. Adam en zijn vrouw mochten van alle bomen eten in de hof, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad, anders zouden ze sterven (Genesis 2:16). Maar dan komt de slang, de duivel. Hij richt zich tot de vrouw: ‘God heeft jullie zeker wel verboden van de bomen in de hof te eten, hè?’ ‘Nee hoor,’ antwoordde de vrouw, ‘wij mogen van alle bomen eten, behalve van die in het midden van de hof. Wij mogen hem zelfs niet aanraken, want dan zullen wij sterven.’ ‘Dat is een leugen’, zei de slang, ‘jullie zullen niet sterven’.’ (Genesis 3:1-10 HTB).
Eva laat zich vervolgens verleiden door de slang, en de man door zijn eigen lieve vrouw. Zij plukt van de vrucht en geeft deze ook aan haar man. De zondeval is de donkerste dag van alle tijden. Het is het grote keerpunt in de geschiedenis, waardoor alles dramatisch anders is geworden. Pas als we de zondeval zien, vinden we antwoord op de netelige vraag, hoe de mens aan één kant zulke geweldige en aan de andere kant zulke gruwelijke dingen kan doen. Laten we maar eens gaan kijken welk effect de zonde had op de verhouding van de eerste man en de eerste vrouw: Als Adam en zijn vrouw het geluid van God horen, die in de avondkoelte een wandeling maakt in de hof, verheugen ze zich niet zoals anders, maar zijn ze bang. Het raakt me als ik lees hoe God in de hof wandelt. Er spreekt nabijheid uit. Het brengt God menselijk dicht nabij. God was bij de mens. Hij had een open relatie met hen. Door de zonde echter wordt deze open verhouding wreed verstoord. De ongehoorzaamheid van het eerste mensenpaar is een dieptrieste geschiedenis. Sindsdien is er een enorme gebrokenheid opgetreden en is er een voortdurende strijd tussen het koninkrijk van God en het rijk van de duivel.
Er gloort hoop
Zonde verwijdert ons van de heiligheid van God. Hij ziet de ongehoorzaamheid van de eerste mensen niet door de vingers. Maar wat een wonder: het scheidt ons niet van Zijn liefde! We zullen zien dat dwars door de donkere wolken van het oordeel heen de stralen van de grote genade van God schijnen. Meteen nadat er een diepe wond is geslagen door de overtreding van Adam en Eva, wordt ook het geneesmiddel geschonken! De Heere belooft dat er Iemand zal komen, die zal voorzien in een oplossing voor de verschrikkelijke gevolgen van de zonde. De satan die zich had verborgen in de gedaante van een slang wordt vervloekt en dan volgen deze ongelooflijk imposante woorden: ‘Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen’ (Genesis 3:15).
Dit vers wordt wel het eerste Evangelie genoemd. Het beschrijft het verlossingsplan van God in een notendop. Maar het is een hele moeilijke tekst. Ik wil proberen het uit te leggen: ‘Uit het nageslacht van de vrouw zal de Verlosser geboren worden. Hij zal de wereld verlossen en de kop van satan verbrijzelen.’ Ik vind het zo mooi dat de Herziene Statenvertaling, ‘Nageslacht’ met een hoofdletter schrijft. De Verlosser, waar het in dit vers, helemaal in het begin van de Bijbel, over gaat, is duidelijk Jezus Christus. Hij zal geboren worden uit een vrouw en de satan overwinnen. Die belofte is vervuld en het begon allemaal in Bethlehem, waar de Zoon van God werd geboren als mens uit Maria. Dat was het begin van de verlossing die de Heere beloofde.
Toen de Heere Jezus drieëndertig jaar oud was, vermorzelde Hij de kop van satan door als volkomen vlekkeloze en totaal onschuldige te sterven voor onze zonde en weer op te staan. Het raakt me diep, wat een gebeuren! Maar het ging niet zonder slag of stoot. Satan deed er alles aan om dit te voorkomen. Hij heeft Jezus verzocht in de woestijn om hem tot zonde te verleiden. Het was de duivel die het Judas in het hart gaf om Jezus te verraden, de overpriesters om Hem te vervolgen, en Pilatus om Hem te veroordelen tot de dood. Satan vermorzelde de hiel van Christus. Tenminste dat dacht hij. Hij had niet door, dat het lijden en sterven van Christus onderdeel was van Gods diepgaande verlossingsplan. Jesaja 53 beschrijft dit zo indrukwekkend dat ik er elke keer weer tranen van in mijn ogen krijg: ‘Het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien; het welbehagen van de Heere zal door Zijn hand voorspoedig zijn. Om de moeitevolle inspanning van Zijn ziel zal Hij het zien, Hij zal verzadigd worden’ (vers 10).
Satan dacht de overwinnaar te zijn maar werd de grote verliezer. Aan het kruis behaalde Christus de grootste overwinning aller tijden! Kolossenzen 2 zegt: ‘Hij heeft de overheden en machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd’ (vers 15). Nu roert satan nog zijn staart, maar in de toekomst zal hij definitief het onderspit moeten delven en totaal vernietigd worden. Wat een geweldig vooruitzicht!
De kracht van de genade
Eén daad van ongehoorzaamheid van Adam had verstrekkende negatieve gevolgen. De kracht van de zonde is zo sterk dat het verderf gelijk doorging naar de volgende generatie: de ene zoon van Adam en Eva slaat de andere dood en zo werd de hele menselijke natuur vervormd en leven we sindsdien in een gebroken wereld. Maar door één daad van gehoorzaamheid aan Zijn Vader, heeft onze Heer en Heiland verzoening gebracht voor de hele mensheid! En de kracht van de genade gaat de kracht van de zonde verre te boven. Romeinen 5:15 zegt: ‘Door de overtreding van één mens moesten alle mensen sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door die ene mens, Jezus Christus, is veel overvloediger.’
Er is niet evenveel, maar grotere macht in de Heere Jezus om ons gelukkig te maken dan er was in Adam om ons ellendig te maken. Dat is adembenemend!
De herstellende kracht van de liefde en genade van Christus is groter dan de verwoestende kracht van de zonde. De stroom van genade is dieper en breder dan de stroom van schuld.
Dit is om een gat in de lucht te springen! In onze zwarte nacht gloort hoop! Met de geboorte van de Heere Jezus is een nieuw tijdperk ingeluid. Zelfs onze jaartelling begint vanaf dat moment. God laat ons niet aanmodderen in ons leven. Hij staat klaar om ons, zelfs in de moeilijkste situatie, de weg te wijzen en ons eruit te helpen. Hij heeft Zijn handen naar u uitgestrekt. Zijn doorboorde handen willen uw handen boordevol maken!
Els ter Welle