‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen.’

Yme Horjus • 94 - 2018 • Uitgave: 13
Matteüs 27:25 is een uiterst riskante tekst om in een artikel aan de orde te stellen. Je zou er eigenlijk met een grote boog omheen willen lopen. Want brand je niet heel gauw je vingers aan deze woorden die een wreed spoor van antisemitisme door de kerkgeschiedenis hebben getrokken?
Het lijden van het Joodse volk door de laatste 20 eeuwen heen is voor een groot deel terug te voeren op deze tekst. De Joden die voor Pilatus stonden zouden hiermee een vervloeking hebben uitgesproken over zichzelf en hun kinderen tot in verre nageslachten.


Ik heb er wel een reden voor. Er staan allerlei berichten in kranten en tijdschriften die erop wijzen dat het antisemitisme weer opnieuw toeneemt. President Trump van de Verenigde Staten gaat het al veel eerder genomen besluit effectueren om de ambassade van zijn land te verplaatsen van Tel Aviv naar Jeruzalem.

Heftige reacties
Dat riep eind vorig jaar heftige reacties op. In Amsterdam werd het koosjere restaurant HaCarmel in Amsterdam-Zuid gemolesteerd. Dat heeft zich daarna tot twee keer toe herhaald. De Joden in Nederland melden herhaaldelijk een toenemend antisemitisme in ons land. Ook vorig jaar bij de voetbalwedstrijd tussen AZ en Ajax waren spreekkoren te horen waarbij Joden het vreselijk moesten ontgelden. Ik heb allerlei krantenknipsels bewaard waaruit blijkt dat het echt zo is dat wereldwijd dit ‘monster van het antisemitisme’ de kop opsteekt, zo zegt Leon de Winter, Joods schrijver.
Ik weet nog hoe, toen de film The Passion of the Christ van Mel Gibson in 2003 op het punt stond te worden uitgebracht, er angst en schrik uitbrak in de wereldwijde Joodse gemeenschap. Vooral het gegeven dat de film zou gaan draaien vlak voor Goede Vrijdag, deed de gedachten teruggaan naar vroegere tijden, toen dat bij uitstek een periode was van een oplaaien van uitingen van antisemitisme.

Antisemitisme
Hoe is de situatie nu? In Nederland kunnen Joden zich niet meer met keppeltjes op straat vertonen. In een interview in het dagblad Trouw vertelt opperrabbijn Binyomin Jacobs dat als hij in Nederland de straat opgaat, hij zijn baard oprolt, met kleine pinnetjes onder zijn kin. “Je past je aan, hè?”, zegt hij. De Joden moeten wel om het vol te houden. Het spugen, sneren en schelden is weer in. Vooral bepaalde allochtone tieners scheppen er behagen in.
Bloeme Evers-Emden, een Joodse vrouw die Auschwitz heeft overleefd en in 2016 op 90-jarige leeftijd door ouderdom is gestorven, heeft altijd vanaf de oorlog het antisemitisme bestreden. Ze weigerde na de oorlog ooit weer een voet op Duitse bodem te zetten. Ze had er een scherp oog voor waar kritiek op Joden overging in antisemitisme.

‘Antieke godsdienstige gebruiken’
Soms zit er ook antisemitisme in het opkomen voor zaken die vanuit een oogpunt van de bescherming van de lichamelijke integriteit vanzelfsprekend lijken. Zo heeft de artsenorganisatie KNMG een aantal jaren geleden een actie gestart om de jongensbesnijdenis te laten verbieden. Hoewel door een verbod daarop ook de moslimwereld wordt getroffen, is het toch wel de Joodse ziel die het meest geraakt wordt, omdat de besnijdenis het teken is van het verbond dat God met Zijn volk heeft gesloten en een markeringspunt is bij uitstek van de eigen identiteit van het Jodendom.
In de laatste jaren is er ook veel ophef en gedoe ontstaan over het ritueel slachten. Slachten zonder verdoving wordt als inhumaan beschouwd, maar wettelijke maatregelen gaan opnieuw de vrijheid van Joden en Arabieren aan banden leggen. Noch bij een verbod op de jongensbesnijdenis, noch bij een verbod op het ritueel slachten, gaat het om doelgericht antisemitisme, maar de godsdienstige opvattingen van Joden en Arabieren worden wel langs de meetlat van de westerse normen gelegd. In verlicht-liberale kringen kunnen deze antieke godsdienstige gebruiken niet meer door de beugel. De geest het libertijns humanisme heeft Nederland veroverd! Wij weten met elkaar wat moreel-ethisch juist is. Onze beschaving is weer op een hoger plan gekomen. En dat terwijl de besnijdenis in Israël meer dan 3000 jaar bestaat en teruggaat op een inzetting van de God van Israël, die de wereld geschapen heeft!

Steeds weer klappen
Bloeme Evers zegt dat het antisemitisme een kwaad van alle tijden is. Het bestond al in de tijd van Haman en Esther, onder de Romeinse overheersing en bij de kruistochten, van de pogroms in Spanje en het Oostblok tot de Shoah in de Tweede Wereldoorlog. Ze zegt: “Antisemitisme is weer salonfähig, waar je bij de borrel ‘gezellig’ over kunt praten.” Maar haar stem wordt niet meer gehoord. Ze is, wat ik al vermeldde, overleden. Maar laten wij dan als christenen een keer onze mond opendoen en niet langer zwijgen. Om Sions wil niet zwijgen!
Zo werkt dit geheimzinnige mechanisme steeds weer. In de twintig eeuwen van diaspora hebben de Joden steeds weer de klappen van de economische teruggang moeten opvangen. De nadering van een crisis werd vaak het duidelijkst gevoeld in de Joodse gemeenschap. Dan klonken al gauw scheldwoorden als ‘rotjood’ en ‘jodenstreek’ en wisten leiders feilloos in te spelen op allerlei vage gevoelens van onbehagen en ontevredenheid. Onderbuikgevoelens noemen we dat ook wel.
Moeten de Joden nu anno 2018 opnieuw vrezen voor ‘pogroms’? Gaat het weer een kant op dat zij moeten vrezen voor isolement en uitsluiting? Esther Voet, hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad, hoorde in Amsterdam, terwijl ze in tramlijn 17 zat, de conductrice omroepen: “De volgende halte is bij het Anne Frankhuis, waar de Joden hun centen verdienen.” Onverholen antisemitisme!

Zijn bloed kome…
Hebben de Joden op het voorplein van het gerechtsgebouw dan niet zelf iets afgeroepen over zichzelf? ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen’? Het staat in Matteüs 27:25 te lezen! Het staat er toch echt! Is dat niet een zelfvervloeking? In de film van Mel Gibson klonken die woorden ook wel degelijk. Jazeker, maar de bioscoopbezoeker merkte daar niets van. In de ondertiteling werden de in het Aramees uitgesproken woorden niet weergegeven. De woorden klonken wel, in het Aramees, maar werden niet vertaald! Toch hebben ze die woorden echt uitgeschreeuwd! De VU-Nieuwtestamenticus dr. Lietaert Peerbolte, die het Aramees kan volgen, hoorde het volk dat wel degelijk roepen. De vertaling werd in de ondertiteling weggelaten! Over weglaten gesproken! Wij zouden er goed aan doen om dat voorbeeld maar eens te volgen door het woordje ‘kome’ maar eens weg te laten. Want dat staat er in het Grieks helemaal niet! Letterlijk staat er: ‘Zijn bloed over ons en onze kinderen’.
“Wij nemen de verantwoordelijkheid wel op ons,” riep de menigte voor het gerechtsgebouw. Dat gold voor de situatie van toen, maar door er het woordje ‘kome’ aan toe te voegen hebben onze Nederlandse vertalingen de mogelijke uitwerking van deze woorden naar de toekomst verlegd! Zo kon deze tekst dan worden uitgelegd als een zelfvervloeking voor de lange termijn. In de kerkgeschiedenis heeft de christenheid de Joden een handje willen helpen om deze zelfvervloeking in vervulling te laten gaan. Men heeft in deze woorden een vrijbrief willen zien om het Joodse volk bloedig te vervolgen.

Van misdaad naar weldaad
Maar hoe serieus moeten wij het roepen van zo’n tweehonderd mensen nemen? Méér zullen het er niet geweest zijn op het voorplein voor het gerechtsgebouw van Pilatus. Méér konden er eigenlijk ook niet staan. Zo groot was Jeruzalem ook weer niet. Moet je die opgehitste menigte van tweehonderd hysterisch gemaakte Joden dan als pars pro toto (deel in plaats van het geheel) zien voor het hele Joodse volk door de eeuwen heen? Inderdaad staat er: ‘En al het volk antwoordde en zeide…’ Dat mag je toch niet uitvergroten tot het hele verbondsvolk Israël? En dan nog: hebben die ongeveer tweehonderd mensen geweten dat ze om de dood van hun Messias riepen? Petrus zegt volgens Handelingen 3:17 dat ze het uit onkunde hebben gedaan.
Petrus gaat in die tekst dan verder met iets veelbetekenends: ‘Zo heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten gesproken had, dat zijn Christus moest lijden’ (vers 18). Hun verblinding en onwetendheid hebben ertoe bijgedragen dat Gods werk van de verlossing tot stand kon komen! Wie durft er in dit verband nog te spreken van een Godsmoord? Uiteindelijk is Israëls mis-daad, als je er al zo over mag spreken, Gods wel-daad!

Daar komt nog bij dat voor deze Joden, die dan een zelfvervloeking over zich zouden hebben afgeroepen, toch ook mag gelden wat Jezus gezegd heeft ten behoeve van de soldaten die Hem aan het kruis hebben genageld: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen’ (Lucas 23:34). De filmmaker Mel Gibson heeft het uiteindelijk goed begrepen waar het om ging. Hij speelt zelf een bescheiden rolletje in de film. Hij heeft dat later in een interview gezegd. Zijn behaarde hand houdt de spijkers vast die in de handen van Jezus worden geslagen. Hij wil ermee zeggen: ‘Ik weet dat ík het ben voor wie het nodig was dat Jezus stierf.’ Hij neemt de schuld voor de dood van Jezus op zich en het zou ons sieren als wij konden zeggen dat wij het net zo goed waren die de hamer in handen hadden en de spijkers door Jezus hand hebben gedreven. Wie denkt hierbij niet aan het bekende oude lied van Jakob Revius: ’t En zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten (…) Ik ben ’t, o Heer, ik ben ’t, die U dit heb gedaan…

Yme Horjus