Zeven zevens (6): Zeven opnamen
‘Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus.’
De meeste christenen denken bij ‘de opname’ uitsluitend aan de opname van de gemeente. En ja, dat is voor ons ook het eerstvolgende heilsfeit waar we naar uitzien, onze ‘zalige hoop’. In de Bijbel kunnen we echter zeven verschillende opnamen ontdekken.
Hoewel ‘opname’ geen standaard Bijbelse uitdrukking is, wordt deze gebeurtenis wel op verschillende plaatsen omschreven. Het gaat dan steeds om een plotseling weggenomen, weggedragen of weggevoerd worden, een ‘wegrukking door een grote kracht’. Mensen sterven niet, maar worden in een ogenblik levend verplaatst van de aarde naar een andere plaats.
Opnamen van Oudtestamentische heiligen
In het Oude Testament lezen we over twee mannen die werden opgenomen, Henoch en Elia.
1. Opname van Henoch
Over de opname van Henoch is maar weinig bekend. ‘Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg’ (Genesis 5:24). Plotseling was hij niet meer onder de mensen. De Hebreeënbrief geeft twee redenen voor zijn wegneming: opdat hij de dood niet zou zien én omdat hij God behaagde (Hebreeën 11:5). Henoch is een beeld van de opgenomen gemeente, de bruid van Christus. Zoals Hij opgenomen werd vóór de zondvloed, zo zal de gemeente opgenomen worden vóór de verdrukking. En zoals Henoch niet nog eens zal sterven, zo zal ook de opgenomen gemeente niet nog eens hoeven te sterven.
2. Opname van Elia
Elia wist vrij precies het moment te duiden waarop hij zou worden opgenomen (2 Koningen 2). In een onweer voer hij ten hemel met een vurige wagen en vurige paarden. Maar eens komt hij weer terug naar de aarde voordat de Heere zichtbaar terugkomt (Maleachi 4:5-6). Johannes zou de Elia zijn die komen zou, ware het niet dat de Joden Jezus verwierpen. In de grote verdrukking komt Elia alsnog, samen met Mozes terug vóór de grote en verschrikkelijke dag des Heeren, de wederkomst van de Heere Jezus Christus.
3. Opname van Jezus Christus
We kennen natuurlijk allemaal de geschiedenis van de hemelvaart van de Heere Jezus. Nog altijd is dit een christelijke feestdag. Minder bekend is het feit dat Jezus na Zijn opstanding, sneller dan het licht, naar de hemel heen en weer is gereisd. Hij moest daar als de eerste Schoof voor de Vader bewogen worden in de hemelse tempel.[i] Vermoedelijk heeft Hij toen de opgewekte Oudtestamentische heiligen (Mattheüs 27:52-53) meegenomen, samen met hen die nog in het paradijs (Abrahams’ schoot) waren achtergebleven (Efeze 4:8-10; Psalm 68:19). De zonden van deze heiligen waren wel vergeven, maar nog niet weggedaan. Dat deed Jezus Christus toen Hij de prijs betaalde aan het kruis, en Hij riep: “Het is volbracht”. Toen konden de zielen die ‘in de gevangenis’ waren, meegenomen worden naar de derde hemel. Als Paulus later zegt dat hij opgetrokken werd in het paradijs, in de derde hemel (2 Korinthe 12:2,4), is dat een aanwijzing dat het paradijs daadwerkelijk opgegaan is in de hemel.
Opnamen van Nieuwtestamentische heiligen
4. Paulus opgetrokken
Op zeer bescheiden wijze vertelt Paulus, in de derde persoon, over ‘een mens in Christus’ die opgetrokken[ii] is geweest tot in de derde hemel. Hij heeft daar ‘onuitsprekelijke woorden gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken’(2 Korinthe 12:2-3). Hij hoorde geheimen die alleen op die heilige plaats gedeeld worden. Later heeft Johannes deze mogen opschrijven toen hij ‘in de geest was’ (Openbaring 4:2) en in visioenen inzicht kreeg in “de dingen die haast geschieden moeten” (Openbaring 1:1).
5. Opname van de gemeente
Over de opname van de gemeente wordt in ons blad veelvuldig geschreven. Daar hoef ik niets aan toe te voegen. Het is hèt moment waar we als gelovigen naar uit mogen zien: ‘Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus’ (Titus 2:13). We zullen in één ogenblik, tegen de wet van de zwaartekracht in, van deze aarde weggenomen worden naar een ontmoeting met Jezus Christus in de lucht, om daarna voor altijd met Hem te zijn (1 Thessalonicenzen 4:16-17).
Opnamen van verdrukkingsheiligen
6. Opname van de twee getuigen
De vorige keer[iii] zagen we dat de twee getuigen Mozes en Elia tijdens de verdrukkingstijd gedood zullen worden om hun getuigenis (Openbaring 11:7). Elia zal dan dus alsnog sterven en Mozes sterft voor de tweede keer. Maar na 3½ dag staan ze op tot grote vrees van allen die dat zien. ‘En zij hoorden een grote stem uit de hemel, tot hen zeggen: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar de hemel in de wolk; en hun vijanden keken hen na’ (Openbaring 11:12). Terwijl hun vijanden toekijken worden ze beiden opgenomen, Mozes voor het eerst en Elia voor de tweede keer. Dan lezen we in vers 13b iets opmerkelijks: ‘en de overigen zijn zeer bevreesd geworden, en hebben de God des hemels heerlijkheid gegeven.’ Het is een verwijzing naar de zogenaamde verdrukkingsheiligen die het teken van het beest niet zullen nemen, en die volharden tot het einde (Mattheüs 24:13).
7. Opname van de 144.000 verzegelden
De opname van de gemeente en de opname van de 144.000 verzegelden worden vaak verward. Men stelt dan de opname in Mattheüs 24 (vers 29-31, 40-42) gelijk aan die in 1 Korinthe 15 en 1 Thessalonicenzen 4. Maar in Mattheüs 24 gaat het niet over de opname van de gemeente! De Heere Jezus profeteert daar over de toekomst van Israël in de grote verdrukking. Hij spreekt over de ‘Zoon des mensen’ in relatie tot het ‘Koninkrijk der hemelen’. De ‘uitverkorenen’ (vers 31) zijn Joden in de grote verdrukking, geen christenen. Het zijn de vijf wijze maagden in de gelijkenis van Mattheüs 25, de bruiloftsgasten. Niet de Bruid zelf, want dat is de gemeente (2 Korinthe 11:2).
Die vijf maagden uit Mattheüs 25 komen we nog eens tegen in Openbaring 7:4-8 waar we lezen over 144.000 Joodse mannen die nog maagd zijn. De verzen daarna en in Openbaring 14:1-5 lezen we dat ze op de berg Sion in de derde hemel staan. We zien hier een oogst, een opname van deze Joodse mannen die Jezus ontmoeten als Mensenzoon. Wanneer deze ‘verdrukkingsopname’ zal plaatsvinden weten we niet precies. Wellicht tegelijkertijd met de opname van Mozes en Elia. Of misschien een paar maanden voor de tweede komst van Jezus Christus.
Waarschuwing
Vermeng of verwar de opname van de gemeente en de verdrukkingsopname niet met elkaar. Anders zou u gemakkelijk tot de conclusie kunnen komen dat de gemeente toch door de grote verdrukking moet gaan. Het gevaar daarvan is dat u uw zalige hoop (Titus 2:13) en verwachting van een spoedige komst van de Heere Jezus Christus zou opgeven. Daarom: “’t harte naar boven, ‘t oog hemelwaarts, zo Jezus volgen naar ’t Vaderland”.
Jules Hollebrandse