Zegenend besturen: met kluitjes van geloof, hoop en liefde

Paul Prijt • 95 - 2019 • Uitgave: 11
Jaren geleden kreeg ik als voorganger in Limburg van een oud-mijnwerker een bijzonder attribuut: een zogenaamde ‘vaarstek’. Het is een stok van zo’n 60 cm met aan de kop een soort hamertje met zowel een ronde als een puntige kant. Het was een instrument dat de opzichters in de mijnen gebruikten om tegen de wanden aan te slaan om te zien of er geen losse brokken in zaten die onverwachts gevaarlijk naar beneden konden komen en de mijnwerkers zouden kunnen verwonden of nog erger.

Het was een sturing-instrument voor de opzichters, waarmee ongetwijfeld ook menig aanmoedigend of corrigerend prikje zal zijn uitgedeeld. De broeder gaf het me blijkbaar omdat kerkelijke leiders voor hem ook een soort opzichtersrol vervullen. In de Bijbel ‘episkopoi’ genoemd: oudsten, opzieners, overziener (eigenlijk een mooiere term). Nu ben ik eerlijk gezegd niet zo van de hamers, niet in praktisch opzicht en ook niet zo van voorzittershamers, ik denk liever in overtuiging, verbinding en motivatie.

Ingebroken
Het stokje met hamertje heeft jaren bij ons op de slaapkamer gestaan met de gedachte dat als er onverhoopt nog eens ingebroken zou worden. Gelukkig heb ik het daarvoor nooit nodig gehad, maar het was ook een hoopvol instrument. In de mijnen lukte het destijds mede door de vaarstek om in gangen waar nauwelijks doorgang mogelijk leek toch een begaanbare weg te maken. In tijden dat het in ons eigen leven donker was geworden gaf die vaarstek me hoop dat er net als in de mijnen toen een begaanbare weg zou komen. Die kwam er ook door verdriet heen.

Die vaarstek kreeg onlangs weer nieuwe betekenis. De broeder van wie ik die vaarstek gekregen had was op een zondagmorgen in de kerk, omdat zijn dochter (van 50) belijdenis van haar geloof zou doen en graag gedoopt wilde worden. Precies op de dag dat haar moeder vorig jaar was overleden. Er was in hun levens veel gebeurd: mooie en verdrietige dingen. Soms waren wegen geblokkeerd, net als vroeger in de mijnen en kon de ‘vaarstek’ van menselijke inspanningen helaas geen begaanbare weg maken.

Iets losgemaakt
Maar mede door de gebeurtenissen van de laatste jaren was er toch een opening gekomen. De goede Herder van Psalm 23 die op de begrafenis van haar moeder gelezen was, had ook weer iets losgemaakt bij de dochter die sindsdien trouw in de kerk kwam. Psalm 23 kreeg die ochtend vervolg door de Herder Die opzoek was gegaan naar ook dat ene schaap dat niet gemist kon worden.

Naast de vaarstek had ik die ochtend ook een kluutschop meegenomen. Het instrument waarmee de herder zijn kudde bestuurt. Hij schept hiermee kleine kluitjes zand uit de grond en gooit die links en rechts van de kudde. Met milde maar besliste hand gooit hij kluitjes of bij een eigenwijzer schaap een steentje erbij (zoals David naar Goliath slingerde) in de nek van het schaap. Het sturen van de kudde lijkt wel met een zegenend gebaar, letterlijk pastoraal maar wel met een visie en koersvast! Zo was uiteindelijk deze vrouw door allerlei kluitjes van geloof, hoop en liefde geraakt; Woorden vanuit Gods Woord, mooie warme gebaren van mensen, aandacht en niet te vergeten al die gebeden die voor haar gebracht waren.

Een duidelijke koers
Twee manieren van sturen, met de vaarstek of het instrument van de goede Herder? Wie bestuurt, of toezicht houdt in en op organisaties, de kerk, de politiek, het onderwijs of de zorg, komt ook telkens voor de vraag te staan voor welke stijl van sturen moet ik kiezen? Daar zijn veel mogelijkheden voor natuurlijk. De vaarstek zet in op opbrengst, veiligheid, een weg zoeken, strakke hand en waar nodig een stevige corrigerende prik. De kluutschop daarentegen staat voor een soort zegenende, milde, geduldige manier van sturen, zeker niet soft en zeker niet met een kluitje in het riet. Een duidelijke koers, waar je tegelijk ook mag genieten van grazige weiden en mooie vergezichten om nieuwe inspiratie op te doen voor de toekomst. Daar mag je het feest vieren over dat ene procent van de kudde dat er net zo goed toe doet!

Paul Prijt