Ze zijn het waard
Zowel in de evangeliën als in de brieven en in Openbaring wordt nadrukkelijk gesteld dat waakzaamheid geboden is, omdat Jezus Christus (Matteüs 24:42-43; Lucas 12:35-40; Openbaring 16:15), de dag van de Heere (1 Tessalonicenzen 5:2-4; 2 Petrus 3:10), zal komen als een dief in de nacht.
De brief aan Sardes (Openbaring 3:1-6) nodigt uit om aan de wederkomst van Christus te denken. Jezus komt hoe dan ook, maar voor wie niet klaar is, komt Hij als een vijand en onverwachts. De wachter die niet uitkijkt, wordt onverhoeds overvallen. De dwaze maagd zonder olie, al gelooft ze dat de Bruidegom komt, mist het bruiloftsfeest (Matteüs 25). Zelfs voor een gemeente die de wederkomst van Christus in haar geloofsbelijdenis heeft opgenomen, kan een gebrek aan waakzaamheid fataal worden. In Sardes geloofde men het wel, maar was men klaar?
De getrouwen vormen een kleine minderheid. Jezus heeft geen lof voor de gemeente als geheel, maar wel een hoopvolle boodschap voor enkelen die hun klederen niet bevuild hebben.
In een stad waar wol werd geverfd, gebruikt Jezus het beeld van de kleding om een geestelijke status weer te geven. De bevuilde klederen, als beeld van morele en geestelijke verwording, komen reeds voor in Zacharia 3:4. Het beeld was waarschijnlijk gangbaar in de hele vroege kerk (vgl. Judas :23). De witte klederen zijn een eerbetoon: de getrouwen zullen als een koninklijke hofhouding in statiegewaden hun Heere vergezellen. Degenen die ze dragen zijn dat waard. Christus heeft hun houding en gedrag getoetst en goedgekeurd.
Jef De Vriese
De brief aan Sardes (Openbaring 3:1-6) nodigt uit om aan de wederkomst van Christus te denken. Jezus komt hoe dan ook, maar voor wie niet klaar is, komt Hij als een vijand en onverwachts. De wachter die niet uitkijkt, wordt onverhoeds overvallen. De dwaze maagd zonder olie, al gelooft ze dat de Bruidegom komt, mist het bruiloftsfeest (Matteüs 25). Zelfs voor een gemeente die de wederkomst van Christus in haar geloofsbelijdenis heeft opgenomen, kan een gebrek aan waakzaamheid fataal worden. In Sardes geloofde men het wel, maar was men klaar?
De getrouwen vormen een kleine minderheid. Jezus heeft geen lof voor de gemeente als geheel, maar wel een hoopvolle boodschap voor enkelen die hun klederen niet bevuild hebben.
In een stad waar wol werd geverfd, gebruikt Jezus het beeld van de kleding om een geestelijke status weer te geven. De bevuilde klederen, als beeld van morele en geestelijke verwording, komen reeds voor in Zacharia 3:4. Het beeld was waarschijnlijk gangbaar in de hele vroege kerk (vgl. Judas :23). De witte klederen zijn een eerbetoon: de getrouwen zullen als een koninklijke hofhouding in statiegewaden hun Heere vergezellen. Degenen die ze dragen zijn dat waard. Christus heeft hun houding en gedrag getoetst en goedgekeurd.
Jef De Vriese