Ze lieten weer van zich spreken

J.W. Embregts • 88 - 2012 • Uitgave: 5
Harold Camping en Heinrich van Geene, twee einddata-recidivisten

In 2011 lieten twee rekenaars weer van zich spreken: Harold Camping en Heinrich van Geene. Harold Camping is al een oudgediende in de wereld van de voorspellers, maar in het voorjaar van 2011 kreeg hij bekendheid in Nederland door grote reclameposters waarop werd aangekondigd dat op 21 mei 2011 de terugkomst van Jezus om de wereld te oordelen zou plaatsvinden. 1 Zoals te verwachten viel, gebeurde er niets op 21 mei 2011. Maar Camping was niet voor één gat te vangen: de nieuwe datum werd 21 oktober 2011, drie uur in de morgen. 2 Er zouden ongeveer 200 miljoen mensen gered worden en de rest zou jammerlijk vergaan door aardbevingen, plagen en andere rampspoed. 3 De uitkomst viel eveneens te verwachten: het ging weer niet door en deze keer was Camping ernstig teleurgesteld. 4

Brand!
Nu heb ik hierboven Harold Camping een ‘eindtijdata-recidivist’ genoemd aangezien deze 85-jarige Amerikaanse televisieprediker al een aardige staat van dienst op dit gebied heeft. Hij begon al in 1992 toen hij een vuistdik boek uitgaf met de titel ‘1994?’. Hij verklaarde daarin: “Als 6 september 1994 aanbreekt, kan niemand meer verlost worden, het einde is gekomen”. 5 Binnen een jaar het volgende boek: ‘Bent u gereed?’, dat ook verwees naar 1994. In de commentaren liet hij horen dat hij tientallen jaren de Bijbel had bestudeerd op de eindtijdgegevens en uiterst nauwkeurige berekeningen had gemaakt. Het kon niet misgaan. Maar op 7 september moest hij erkennen dat hij een minimale misrekening had gemaakt en verzette de datum naar halverwege de maand. Een paar weken later ging hij naar 29 september, toen naar 2 oktober. Toch probeerde hij het weer met een volgende datum: 31 maart 1995, welke volgens Camping overeenkwam met 1994 volgens de Joodse kalender. Maar ook dat hielp niet.
Hij kwam met een fraai klinkende verontschuldiging: “Weet u, ik ben als die jongen die telkens ‘brand!’ riep, maar er was geen brand. Daar maak ik mij helemaal niet druk om. Het interessante is dat, toen wij de Schrift onderzochten voor meer informatie, er een andere datum opdook… Voor gelovigen valt er niets te verliezen. Veel mensen hebben gekeken naar hun levens en hoe ze tegenover God staan en hebben hun leven op orde gebracht. Enkele mensen hebben domme dingen gedaan – zoals denken dat ze niet meer hoefden te werken omdat Christus zou komen. Maar als de Here niet komt, ook best. We blijven gewoon doorleven voor Hem.”

Geheimzinnigheid
De volgende data-recidivist was in 2011 de Nederlander Heinrich J.A. van Geene. Hij was erin geslaagd om al vele malen de pers te halen met zijn eindtijdvoorspellingen. De meeste aandacht trok hij in 2001, toen hij voorspelde dat de wederkomst van Christus zou plaatsvinden op 21 november. Tegen dat tijdstip had hij een groep van ongeveer 150 gelovigen om zich heen weten te verzamelen. Sommigen hadden hun hele kapitaal in de beweging, het Efraïmgenootschap, gestopt. Ze verbraken de banden met hun familie en hadden zich helemaal vastgepind op die datum. De onvermijdelijke klap viel: er gebeurde niets. Velen keerden zich teleurgesteld af van de beweging, enkelen voerden een proces om hun kapitaal terug te vorderen, maar een trouwe groep volgelingen bleef toch.
Ze richtten zich nu op de volgende voorspelde datum: 2008, zeven jaar na 2001, want dan zou Jezus terugkomen om het duizendjarig vrederijk op aarde op te richten. Weer verstreek deze datum en de kring werd kleiner. In 2011 bestond hij nog uit ongeveer 15 leden. Toen kwam plotseling het bericht dat Van Geene met het restant van zijn volgelingen was vertrokken naar Israël. Het vertrek was onder een waas van geheimzinnigheid. Was er een nieuwe datum voorspeld? Verwachtte men de wederkomst in Israël? Drie van de meegenomen kinderen wisten te ontsnappen en met behulp van de ambassade terug te keren naar Nederland.

Op zoek naar verklaringen
Nu doet zich de vraag voor: hoe verwerken die overgebleven gelovigen deze telkens niet uitkomende voorspellingen? Daar zijn al lang geleden onderzoekingen naar verricht. Leon Festinger heeft er in zijn boek ‘When prophecy fails’ (1956) een speciale term voor uitgevonden: ‘cognitieve dissonantie’. De term houdt in dat als men van twee gegevens veronderstelt dat die met elkaar in overeenstemming zijn en later ontdekt dat ze strijdig zijn met elkaar, dat men dan zoekt naar verklaringen om die overeenstemming weer terug te vinden.
In het eerste geval, van Harold Camping, hebben we hierboven al gezien hoe hij zelf met verklaringen kwam. Het feit dat hij telkens weer met een nieuwe datum kwam was voor veel teleurgestelde gelovigen toch weer reden om nieuwe moed te vatten. Toen Campings eerste voorspelling niet uit bleek te komen, kon hij, omdat men hem bleef steunen, toch rustig doorgaan met een jaarbudget van 12.000.000 dollar. 6
De verklaringen waarmee mislukte voorspellers meestal komen zijn heel divers. Van Geene stelde: “De bruid is niet opgenomen omdat ‘ongehoorzame gelovigen’ leugens verspreidden en mensen ervan weerhielden zich bij de bruid te voegen en zich volledig te wijden aan de Heer. Daardoor kon Gods plan niet op zijn tijd worden uitgevoerd”. 7 Andere verklaringen zijn dat door de gebeden van de gelovigen de fatale datum is opgeschoven of dat de tijd er niet rijp voor bleek. Ook wordt soms aangevoerd dat de voorspelling wel niet letterlijk is uitgekomen, maar dat er wel een geestelijke verandering heeft plaatsgevonden, in de harten van de mensen, ergens hier op aarde of in de hemel.
Vaak worden gelovigen door zo’n verklaring alsnog tevreden gesteld, maar de vraag is voor hoelang. In de meeste bewegingen waar het misging werkten de verklaringen wel voor een tijdje, maar op de lange duur bevredigde het niet meer en haakte men af. In het geval van Van Geene stond het aantal volgelingen op ongeveer 150. Na het falen van de geprofeteerde datum in 2001 begon al een aantal mensen af te haken. Bij elke nieuwe falende profetie nam het aantal verder af tot er tenslotte nog maar een man of 20 over waren. Bij het plotselinge vertrek naar Israël waren er nog 14, waarvan 3 kinderen terug naar Nederland gevlucht zijn. Het is duidelijk dat zijn verklaringen op de lange duur niet meer voldeden.
Tot slot: de fraaiste verklaring voor het niet doorgaan van een geprofeteerde datum deed zich voor in 1925 toen het einde van de wereld voorspeld was op 13 februari, als de engel Gabriël het sein zou komen geven. Maar toen gebeurde er niets. De schuld kregen de verslaggevers van de kranten die teveel met flitslicht hadden gewerkt om hun foto’s te nemen. De engel Gabriël zou daarvan geschrokken zijn! 8

Overmoed
Het komt maar heel weinig voor dat een gefaalde profeet ronduit toegeeft dat hij gefaald heeft. Gelukkig heeft Harold Camping nu toegegeven dat hij ernstig teleurgesteld is dat zijn voorspellingen niet zijn uitgekomen. Toch bestaat de kans dat hij weer met nieuwe data zal komen. Maar weinig profeten schijnen zich iets aan te trekken van de zware waarschuwing van Deuteronomium 18:20-22 ‘een profeet, die overmoedig genoeg is om in mijn naam een woord te spreken, dat Ik hem niet gebood te spreken, of die in de naam van andere goden spreekt, die profeet zal sterven. Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: Hoe onderkennen wij het woord dat de HERE niet gesproken heeft? Als een profeet spreekt in de naam des HEREN en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de HERE niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken, gij zult voor hem niet vrezen.’ De eindtijddata-recidivisten blijven handelen in strijd met dit woord.

Wim Embregts

1 Nederlands Dagblad, 20 mei 2011
2 Nederlands Dagblad, 19 oktober 2011
3 Nederlands Dagblad, 21 oktober 2011
4 Nederlands Dagblad, 27 oktober 2011
5 Richard Abanes: ‘End-time Visions’, p. 94 e.v.
6 Richard Abanes: ‘End-time Visions’, p. 96
7 Marry Kooy in Nederlands Dagblad, 6 september 2008
8 Richard Abanes: ‘End-time Visions’, p. 45