Ze dacht dat het de tuinman was...!

ds. Paul J. Prijt • 89 - 2013 • Uitgave: 7
‘Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, één bij het hoofdeind en één bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.)’ (Johannes 20:11-16, NBV).

Tuintje van verdriet en hoop
Niet alleen als voorganger kom ik regelmatig op kerkhoven, maar ook als vader bezoek ik regelmatig met mijn vrouw het ‘tuintje’ van onze overleden dochter. Het doet je ook goed als je merkt dat anderen die haar gekend hebben regelmatig een bezoekje aan dat kleine mini-tuintje brengen en er iets van troost aan toevoegen. Het is ondanks het verdriet goed en mooi zo’n plek te hebben waar je in alle stilte kunt rouwen en je tranen de vrije loop laten. Het kerkhof wordt niet alleen door ons (vooral mijn vrouw!) keurig bijgehouden, maar ook door vakmensen van de gemeente die daar een dagtaak aan hebben.
Ik kan me nog heel goed herinneren dat we na de begrafenis van onze dochter voor het eerst alleen bij het graf waren en weggingen… Ik dacht bij mezelf nu moet ik mijn dochter achterlaten bij die aardige mannen, die daar keurig hun werk doen in de tuin van de dood. Met hun schoffels, hun fluitje, sigaretjes, kruiwagens en de moppen die ze vertellen aan elkaar als we weg zijn… Mijn dochter zou er zomaar om gelachen kunnen hebben. Ik weet nog dat ik aan een van die verbaasde mannen vroeg: “Pas goed op haar en zorg dat ze ‘s avonds op tijd thuis is…” Wonderlijk keek hij me aan, maar ik zag dat hij in mij een verdrietige vader herkende, die zich graag nog zorgen had willen maken over het tijdstip van thuiskomst van zijn dochter.

Pasen en een verstoord paradijs
Nu kunnen we op zo’n tuintje nog zo ons best doen en het kan er troostend uitzien, de echte troost moet toch van een andere kant komen. Bij een graf weet je ook als gelovige christen dat het paradijs daar niet te vinden is, dat we in een gebroken wereld leven in barensnood, dat het paradijs verstoord is, dat er pijn, verdriet, angst en onzekerheid is en de dood nog steeds zo pijn kan doen. Ook met Pasen gaan we ieder jaar naar het graf, soms voor de kerkdienst, soms erna.
Met Pasen belijden we dat de Here is opgestaan, dat de dood ons geen angst meer aanjaagt en de boodschap luid schallend door de wereld heen gaat!! Ik mag met volle overtuiging de boodschap van de gekruisigde en Opgestane Levende Heer verkondigen en ik zing de mooi paasliederen elk jaar uit volle borst mee, heerlijk! Maar in diezelfde borst voel je ook de pijn en het verdriet nog. Als ik denk aan het paasgebruik van de Russische christenen om met Pasen te dansen op de kerkhoven als teken dat de dood het laatste woord niet spreekt en om daarmee de vreugde van Pasen te uiten, dan zou ik best mee kunnen dansen (hoewel ik eerlijk gezegd niet zo’n danser ben), maar het verdriet zal de uitbundigheid altijd iets temperen.

Maria
In het paasevangelie komen we Maria tegen die ook zo de sporen met zich meedroeg van het verstoorde paradijs. Maria, die in haar leven door mensen misbruikt was, geleefd had aan de donkere kant van het leven, bezeten door demonische machten en krachten, in alle opzichten een beklagenswaardige vrouw. Totdat ze Jezus ontmoet had en bij Hem bevrijding gevonden had, nieuwe hoop, eindelijk iemand die haar begreep en een nieuwe wending in haar leven had gegeven. Totdat er weer die teleurstelling kwam toen de mensen, nadat ze eerst Hosanna hadden groepen, haar Here hadden gekruisigd en ter dood gebracht! Weer leek haar nieuwe bestaan op een grote teleurstelling uit te lopen! Het laatste wat ze schijnbaar voor haar Here kan doen, is Zijn graf te verzorgen.

Zondagmorgen, eerste paasdag
Zo komt ze op de eerste dag van de week ook in de graftuin terecht met haar verdriet. Nee, ze heeft niet de mooie paasliederen in haar hoofd, niet een opwekkende paaspreek, maar alleen haar stille pijn. Bij de discipelen had ze nauwelijks gehoor gevonden voor haar pijn en verdriet. Soms is dat ook moeilijk en kunnen we met elkaar maar moeilijk ruimte maken voor elkaars verdriet. Verdriet maakt soms ook eenzaam. Dan ineens wordt er door twee engelen een vraag aan haar gesteld: “Waarom huil je…” Eindelijk lijkt er iemand die aandacht heeft voor haar verdriet! Ze vertelt wat ze meegemaakt heeft en dan is er nog iemand die aandacht voor haar heeft en weer klinkt de vraag: “Waarom huil je…” Ze dacht dat het de tuinman was…

Het IS de tuinman!
Op zich nog wel begrijpelijk dat Maria aan de tuinman dacht. Soms kom je op een kerkhof ook immers niemand anders tegen. Maar de evangelist Johannes noemt dat niet zonder diepere reden! Vaak denken we dat Maria zich vergiste, maar ten diepste is dat niet zo! Zo hebben sommige schilders die ‘vergissing’ van Maria juist omgebogen in een prachtige boodschap! Zo beeldde de beroemde Rembrandt de Opgestane Heer als tuinman af, inclusief schop en snoeimes. Rembrandt nam die woorden van Maria dus juist heel serieus met een profetische strekking. Jezus is immers de tweede Adam, die de wereld weer tot een paradijs zal maken!
Nee, we kunnen de wereld met alle bloemen en planten niet omtoveren tot een paradijs, maar de werkelijke hoop voor mens en wereld is gelegen in de Opstanding van de Here Jezus Christus! Hij is de ware Tuinman die ons na Pasen leert schoffelen in de tuin van geloof, hoop en liefde, opdat er meer en meer goede vrucht mag groeien en bloeien van Gods Geest in deze wereld, totdat Hij komt!

Met vriendelijke groet,
Ds. Paul J. Prijt