Zal Babel worden herbouwd? (2)
Babel wacht(te) volgens de profeten een volledige en onomkeerbare ondergang. Is deze intrigerende profetie in het verleden reeds vervuld? Of wacht de vervulling nog tot de eindtijd? In een tweedelige studie willen we daarbij stilstaan.
Volgens Jeremia 51:29 wacht(te) Babel een inktzwarte nacht: ‘…de gedachten van de HEERE tegen Babel staan vast, om van het land een woestenij te maken, zodat er geen inwoner meer is.’ Babel, in Jesaja 13:19a ‘de luister van de Chaldeeën’ genoemd, zou een ontstellende ontluistering ondergaan. In vers 63-64a vervolgt de profetie: ‘Dan zal het gebeuren, zodra u het voorlezen van deze boekrol beëindigt, dat u daaraan een steen zult binden en hem midden in de Eufraat zult werpen. Dan moet u zeggen: Zo zal Babel wegzinken en niet meer boven komen, vanwege het onheil dat Ik erover zal brengen.’
Wanneer wordt Babel verwoest?
De profeten Jesaja en Jeremia hebben de ondergang van Babel voorzegd en beschreven. Meerdere passages, respectievelijk in hoofdstuk 13, 21 (waarschijnlijk), 46-47 en hoofdstuk 50-51, spreken daarvan. Babylon zou, evenals Sodom en Gomorra, ondersteboven worden gekeerd.1 Vervolgens zou haar immer bewoonde plaats een immer verlaten woestenij worden.2 Zoals we in Het Zoeklicht nr. 1 zagen, zijn deze profetieën onvervuld. In het voorbije eeuwen werd Babel nooit op dergelijke wijze verwoest. Niet in 539 v.Chr., toen Kores haar veroverde, noch daarna. Bovendien is Babylon en omgeving door de eeuwen heen altijd bewoond gebied gebleven. Daarmee rijst de vraag: Wanneer wordt Babel dan ondersteboven gekeerd? Voorzien genoemde hoofdstukken in een tijdsindicatie?
Tijdsindicatie: definitief herstel van Israël
Daarin wordt inderdaad voorzien: bijvoorbeeld in Jeremia 50: ‘In die dagen en in die tijd, spreekt de HEERE, zullen de Israëlieten komen, zij en de Judeeërs tezamen – al wenend zullen zij hun weg gaan – en zij zullen de HEERE, hun God, zoeken. Zij zullen vragen naar Sion, hun gezicht gericht op de weg daarheen. Zij zullen komen en bij de HEERE gevoegd worden met een eeuwig verbond, het zal niet vergeten worden’ (vers 4-5). Evenzo in de verzen 19-20, waarin Jeremia – midden in het profetische relaas over Babel – het uiteindelijke herstel van Israël voorzegt: ‘Ik zal Israël terugbrengen naar Zijn woonplaats. Het zal de Karmel en de Basan afweiden en op het bergland van Efraïm en Gilead zal het verzadigd worden. In die dagen en in die tijd, spreekt de HEERE, zal gezocht worden naar de ongerechtigheid van Israël, maar die zal er niet zijn, en naar de zonden van Juda, maar ze zullen niet gevonden worden, want Ik zal vergeving schenken aan wie Ik laat overblijven.’
Deze onderbrekingen zijn uiteraard niet toevallig. Babels definitieve ondergang valt blijkbaar samen met Israëls definitieve herstel. De profeet Jesaja bevestigt deze gedachtegang. Immers, Israëls herstel – voorzegd in Jesaja 14:1-4 – wordt namelijk naadloos verbonden aan Babels ondergang – voorzegd in Jesaja 13:17-22. Let daarbij op het verbindingswoord ‘want’ (14:1a), waarmee het verband wordt gelegd met het voorgaande. Wanneer zal dat gebeuren? Tal van Schriftgedeelten plaatsen het herstel van Israël consequent in de absolute eindtijd.
Gevallen, gevallen is het grote Babylon
Met de verzamelde gegevens verlaten we het Oude Testament en vertrekken naar het tweede deel van de Bijbel: het Nieuwe Testament. Daarin wordt Babels ondergang nog eenmaal aangekondigd. Dramatisch zal het klinken: ‘Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon.’ U begrijpt het waarschijnlijk: ik citeer Openbaring 18:2a. Openbaring 18 voorzegt en beschrijft de ondergang van Babylon. Het hoofdstuk bevestigt de profetieën van Jesaja en Jeremia. De parallellen zijn onmiskenbaar.
Neem bijvoorbeeld het reeds geciteerde vers 2a, waarschijnlijk een echo van Jesaja 22:9b: ‘Gevallen, gevallen is Babel.’ Een tweede, duidelijk voorbeeld is Openbaring 18:7b: ‘Want in haar hart zegt zij: Ik zit als een koningin en ben geen weduwe en ik zal zeker geen rouw zien.’ Immers, Jesaja 47:8 verwoordt Babels hoogmoedige houding in vergelijkbare bewoordingen: Babel, ‘die in haar hart zegt: Ik ben het, en niemand anders dan ik, ik zal niet als weduwe neerzitten of verlies van kinderen kennen.’
Sodom, Gomorra en Babylon
Openbaring 18 beschrijft duidelijk een verwoesting die herinnert aan de verwoesting van Sodom en Gomorra. Zo had Jesaja 13:19, zoals we gezien hadden, het immers voorzegd. Blijkens de gehele beschrijving wordt Babylon onverwachts door het oordeel opgeschrikt. Het ongeloof, de ontzetting, is enorm. Plotseling wordt ze verwoest. Bovendien zal Gods oordeel zich razendsnel voltrekken: ‘op één dag zullen haar plagen komen’ (18:8a). De mensen zullen zelfs van één uur spreken (18:10b, 16b, 19c). Evenzo verging het Sodom en Gomorra.
Vervolgens, zoals Sodom en Gomorra door (zwavel en) vuur verwoest werden, evenzo ook Babylon: ‘met vuur zal zij verbrand worden’ (18:8a). Bovendien zal haar verbranding vanuit de verte kunnen worden waargenomen: verschillende categorieën mensen ‘bleven van verre staan’ wanneer ‘zij de rook van haar verbranding’ zullen zien (18:9-10a, 17-18a). Hetzelfde gold, blijkens Genesis 19:28, voor Sodom en Gomorra: Abraham ‘keek uit over Sodom en Gomorra en over heel het gebied van de vlakte. En zie, hij zag dat er rook van dat land opsteeg, zoals de rook van een oven.’
Afsluitend: evenals Sodom en Gomorra zal Babylon volledig en onomkeerbaar worden verwoest. In vers 21 wordt dat symbolisch maar duidelijk voorgesteld: ‘En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, en zei: Zó zal Babylon, de grote stad, met geweld neergeworpen worden, en het zal nooit meer gevonden worden.’ De opvallende gelijkenis met Jeremia 51:63-64a kan niet onopgemerkt blijven: ‘Dan zal het gebeuren, zodra u het voorlezen van deze boekrol beëindigt, dat u daaraan een steen zult binden en hem midden in de Eufraat zult werpen. Dan moet u zeggen: Zo zal Babel wegzinken en niet meer boven komen, vanwege het onheil dat Ik erover zal brengen.’
Openbaring 18:21 bevestigt Jeremia 51:63-64a; Babels ondergang is vastbesloten. Vervolgens blijft ze, volgens vers 22-23a, onbewoond. De Bijbelse profetieën laten er geen onduidelijkheid over bestaan: Babel c.q. Babylon wacht hetzelfde lot als Sodom en Gomorra. Daarin ligt overigens, volgens 2 Petrus 2:6, een ernstige les: God heeft Sodom en Gomorra in hun eeuwige ondergang ‘tot een voorbeeld gesteld voor hen die goddeloos zouden leven…’
Babel: via herrijzenis naar ondergang
Het is duidelijk: Babel zal worden herbouwd. Immers, het is de enige manier waarop de onvervulde profetieën over de ondergang van Babel kunnen worden vervuld. De profetieën vereisen de herbouw van Babel.
Recente pogingen tot herbouw – namelijk door Saddam Hoessein – waren fascinerend, maar weinig betekenend. Het had niet veel om het lijf. Echter, voor de – wellicht zeer – nabije toekomst wachten veel serieuzere plannen. Evenals de woestijnstad Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten, zal Babel in recordtijd uit het zand verrijzen. Evenwel, haar aanstaande wederopkomst is slechts een voorbode voor haar definitieve ondergang.
Anton van de Haar
1 Jesaja 13:19; Jeremia 50:40a
2 Jesaja 13:20; Jeremia 50:39bc, 40b; 51:29b, 37, 43
Volgens Jeremia 51:29 wacht(te) Babel een inktzwarte nacht: ‘…de gedachten van de HEERE tegen Babel staan vast, om van het land een woestenij te maken, zodat er geen inwoner meer is.’ Babel, in Jesaja 13:19a ‘de luister van de Chaldeeën’ genoemd, zou een ontstellende ontluistering ondergaan. In vers 63-64a vervolgt de profetie: ‘Dan zal het gebeuren, zodra u het voorlezen van deze boekrol beëindigt, dat u daaraan een steen zult binden en hem midden in de Eufraat zult werpen. Dan moet u zeggen: Zo zal Babel wegzinken en niet meer boven komen, vanwege het onheil dat Ik erover zal brengen.’
Wanneer wordt Babel verwoest?
De profeten Jesaja en Jeremia hebben de ondergang van Babel voorzegd en beschreven. Meerdere passages, respectievelijk in hoofdstuk 13, 21 (waarschijnlijk), 46-47 en hoofdstuk 50-51, spreken daarvan. Babylon zou, evenals Sodom en Gomorra, ondersteboven worden gekeerd.1 Vervolgens zou haar immer bewoonde plaats een immer verlaten woestenij worden.2 Zoals we in Het Zoeklicht nr. 1 zagen, zijn deze profetieën onvervuld. In het voorbije eeuwen werd Babel nooit op dergelijke wijze verwoest. Niet in 539 v.Chr., toen Kores haar veroverde, noch daarna. Bovendien is Babylon en omgeving door de eeuwen heen altijd bewoond gebied gebleven. Daarmee rijst de vraag: Wanneer wordt Babel dan ondersteboven gekeerd? Voorzien genoemde hoofdstukken in een tijdsindicatie?
Tijdsindicatie: definitief herstel van Israël
Daarin wordt inderdaad voorzien: bijvoorbeeld in Jeremia 50: ‘In die dagen en in die tijd, spreekt de HEERE, zullen de Israëlieten komen, zij en de Judeeërs tezamen – al wenend zullen zij hun weg gaan – en zij zullen de HEERE, hun God, zoeken. Zij zullen vragen naar Sion, hun gezicht gericht op de weg daarheen. Zij zullen komen en bij de HEERE gevoegd worden met een eeuwig verbond, het zal niet vergeten worden’ (vers 4-5). Evenzo in de verzen 19-20, waarin Jeremia – midden in het profetische relaas over Babel – het uiteindelijke herstel van Israël voorzegt: ‘Ik zal Israël terugbrengen naar Zijn woonplaats. Het zal de Karmel en de Basan afweiden en op het bergland van Efraïm en Gilead zal het verzadigd worden. In die dagen en in die tijd, spreekt de HEERE, zal gezocht worden naar de ongerechtigheid van Israël, maar die zal er niet zijn, en naar de zonden van Juda, maar ze zullen niet gevonden worden, want Ik zal vergeving schenken aan wie Ik laat overblijven.’
Deze onderbrekingen zijn uiteraard niet toevallig. Babels definitieve ondergang valt blijkbaar samen met Israëls definitieve herstel. De profeet Jesaja bevestigt deze gedachtegang. Immers, Israëls herstel – voorzegd in Jesaja 14:1-4 – wordt namelijk naadloos verbonden aan Babels ondergang – voorzegd in Jesaja 13:17-22. Let daarbij op het verbindingswoord ‘want’ (14:1a), waarmee het verband wordt gelegd met het voorgaande. Wanneer zal dat gebeuren? Tal van Schriftgedeelten plaatsen het herstel van Israël consequent in de absolute eindtijd.
Gevallen, gevallen is het grote Babylon
Met de verzamelde gegevens verlaten we het Oude Testament en vertrekken naar het tweede deel van de Bijbel: het Nieuwe Testament. Daarin wordt Babels ondergang nog eenmaal aangekondigd. Dramatisch zal het klinken: ‘Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon.’ U begrijpt het waarschijnlijk: ik citeer Openbaring 18:2a. Openbaring 18 voorzegt en beschrijft de ondergang van Babylon. Het hoofdstuk bevestigt de profetieën van Jesaja en Jeremia. De parallellen zijn onmiskenbaar.
Neem bijvoorbeeld het reeds geciteerde vers 2a, waarschijnlijk een echo van Jesaja 22:9b: ‘Gevallen, gevallen is Babel.’ Een tweede, duidelijk voorbeeld is Openbaring 18:7b: ‘Want in haar hart zegt zij: Ik zit als een koningin en ben geen weduwe en ik zal zeker geen rouw zien.’ Immers, Jesaja 47:8 verwoordt Babels hoogmoedige houding in vergelijkbare bewoordingen: Babel, ‘die in haar hart zegt: Ik ben het, en niemand anders dan ik, ik zal niet als weduwe neerzitten of verlies van kinderen kennen.’
Sodom, Gomorra en Babylon
Openbaring 18 beschrijft duidelijk een verwoesting die herinnert aan de verwoesting van Sodom en Gomorra. Zo had Jesaja 13:19, zoals we gezien hadden, het immers voorzegd. Blijkens de gehele beschrijving wordt Babylon onverwachts door het oordeel opgeschrikt. Het ongeloof, de ontzetting, is enorm. Plotseling wordt ze verwoest. Bovendien zal Gods oordeel zich razendsnel voltrekken: ‘op één dag zullen haar plagen komen’ (18:8a). De mensen zullen zelfs van één uur spreken (18:10b, 16b, 19c). Evenzo verging het Sodom en Gomorra.
Vervolgens, zoals Sodom en Gomorra door (zwavel en) vuur verwoest werden, evenzo ook Babylon: ‘met vuur zal zij verbrand worden’ (18:8a). Bovendien zal haar verbranding vanuit de verte kunnen worden waargenomen: verschillende categorieën mensen ‘bleven van verre staan’ wanneer ‘zij de rook van haar verbranding’ zullen zien (18:9-10a, 17-18a). Hetzelfde gold, blijkens Genesis 19:28, voor Sodom en Gomorra: Abraham ‘keek uit over Sodom en Gomorra en over heel het gebied van de vlakte. En zie, hij zag dat er rook van dat land opsteeg, zoals de rook van een oven.’
Afsluitend: evenals Sodom en Gomorra zal Babylon volledig en onomkeerbaar worden verwoest. In vers 21 wordt dat symbolisch maar duidelijk voorgesteld: ‘En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, en zei: Zó zal Babylon, de grote stad, met geweld neergeworpen worden, en het zal nooit meer gevonden worden.’ De opvallende gelijkenis met Jeremia 51:63-64a kan niet onopgemerkt blijven: ‘Dan zal het gebeuren, zodra u het voorlezen van deze boekrol beëindigt, dat u daaraan een steen zult binden en hem midden in de Eufraat zult werpen. Dan moet u zeggen: Zo zal Babel wegzinken en niet meer boven komen, vanwege het onheil dat Ik erover zal brengen.’
Openbaring 18:21 bevestigt Jeremia 51:63-64a; Babels ondergang is vastbesloten. Vervolgens blijft ze, volgens vers 22-23a, onbewoond. De Bijbelse profetieën laten er geen onduidelijkheid over bestaan: Babel c.q. Babylon wacht hetzelfde lot als Sodom en Gomorra. Daarin ligt overigens, volgens 2 Petrus 2:6, een ernstige les: God heeft Sodom en Gomorra in hun eeuwige ondergang ‘tot een voorbeeld gesteld voor hen die goddeloos zouden leven…’
Babel: via herrijzenis naar ondergang
Het is duidelijk: Babel zal worden herbouwd. Immers, het is de enige manier waarop de onvervulde profetieën over de ondergang van Babel kunnen worden vervuld. De profetieën vereisen de herbouw van Babel.
Recente pogingen tot herbouw – namelijk door Saddam Hoessein – waren fascinerend, maar weinig betekenend. Het had niet veel om het lijf. Echter, voor de – wellicht zeer – nabije toekomst wachten veel serieuzere plannen. Evenals de woestijnstad Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten, zal Babel in recordtijd uit het zand verrijzen. Evenwel, haar aanstaande wederopkomst is slechts een voorbode voor haar definitieve ondergang.
Anton van de Haar
1 Jesaja 13:19; Jeremia 50:40a
2 Jesaja 13:20; Jeremia 50:39bc, 40b; 51:29b, 37, 43