Yasha

Gieneke van Veen-Vrolijk • 89 - 2013 • Uitgave: 17
Bepaalde begrippen in de Hebreeuwse Bijbel hebben naast een algemene betekenis ook een bijzondere, theologische inhoud en gebruik. Dit is met name het geval bij het Hebreeuwse werkwoord ‘yasha’ (uitspraak: jasjá), dat om deze reden onze bijzondere aandacht vraagt. Dit werkwoord heeft als grondbetekenis: verlossen. Het is een veelvoorkomende stam, zowel het werkwoord als de hiervan afgeleide woorden, vooral zelfstandige naamwoorden zoals ‘yeshuah’ (verlossing/heil) en eigennamen zoals ‘Hosea’. Belangrijk is dat de stam ‘yasha’ naast de basisbetekenis ‘verlossen’, ook betekent: redden, uitredden, bevrijden, helpen, behouden met de bijzondere geestelijke inhoud ‘heil brengen’, zalig maken.
De stam ‘yasha’/verlossen komt 354 maal voor in de Hebreeuwse Bijbeltekst1 en wordt vooral gevonden in de profetische boeken, met name Jesaja, en in de Psalmen.

Het gebruik van ‘yasha’
Het werkwoord ‘yasha’/uitredden wordt veelal gebruikt als het gaat om ‘iemand in nood helpen’. In die zin wordt het werkwoord gebruikt met betrekking tot Mozes, die na zijn vlucht naar Midian bij een put zat waar hij de dochters van Rehuel (Jetro) hielp en ‘yasha’/verloste van de agressieve herders (Exodus 2:17). Zoals in latere tijden de mannen van Gibeon Jozua vroegen “…kom haastig naar ons toe en ‘yasha’/verlos ons en help ons…” (Jozua 10:6).
Veelzeggend is echter het gegeven dat het werkwoord ‘yasha’ een overwegend theologisch gebruik heeft. Hierbij is (grammaticaal bezien) meestal de Here God het onderwerp en het volk of de individuele mens in nood het lijdend voorwerp. Dit leert ons heel concreet: de Here is de Helper en Verlosser in nood van zowel de mens persoonlijk als van Zijn volk collectief beschouwd. Opvallend hierbij is dat het er in het merendeel van de gevallen om gaat dat de Here God de mens in ellende en nood opzoekt, tegemoet treedt en uitredt. Het gaat niet zozeer om het voorkomen van noodsituatie(s), maar vooral om het verlossen uit die nood.
In Israëls heilsgeschiedenis bewees de Here hun Verlosser te zijn. Een duidelijk voorbeeld hiervan biedt ons de exodusgeschiedenis en overwinning over de Egyptenaren bij de Rode Zee (Exodus 14:13,30; 15:2). Het door farao’s leger achtervolgde en door zee en bergen ingesloten volk kreeg van Mozes te horen: “Vrees niet… zie de verlossing/het heil van de Here die Hij vandaag voor jullie zal bewerken… ” De Israëlieten moesten leren dat de Here voor hen streed en zij ‘stil’ moesten zijn (vers 14). Na hun veilige doortocht door de zee en hun definitieve verlossing uit de macht van Egypte besefte men: “De Here verloste Israël op die dag uit de hand van Egypte.” Daarom jubelde Israël: “De Here is mijn kracht en lied, Hij is mij tot ‘yeshuah’/verlossing/heil geweest” (Exodus 14:13,30; 15:2).

Bij de profeten
Wanneer de profeten het werkwoord ‘yasha’/redden gebruiken, is God altijd Degene die het heil bewerkt, of zijn onder zijn Goddelijke gezag gebruikte instrumenten het onderwerp van dit werkwoord. Zonder uitzondering leren de profeten dat alleen God verlossing biedt en bevestigen zij dat afgoden, idolen of andere machten geenszins kunnen helpen of uitredden. Zo spreekt Jesaja tot de onwetende mensen die “…hun houten beelden dragen, of een god aanbidden die niet ‘yasha’/verlossen kan” (Jesaja 45:20). Hij beschrijft de dwaasheid van allen die afgoden (laten) maken en daarop hopen en vertrouwen, want als men in nood tot de afgod roept dan “antwoordt hij niet, hij ‘yasha’/verlost hem niet uit zijn benauwdheid” (Jesaja 46:7). Ook Jeremia spreekt waarschuwend tot de inwoners van Jeruzalem dat zij zullen roepen “…tot de goden aan wie zij reukoffers brachten, maar die zullen hen zeker niet kunnen ‘yasha’/verlossen” (Jeremia 11:12). Alleen God kan verlossen en heil brengen! Hij zegt: “Ik, Ik ben de HERE, buiten Mij is er geen ‘yasha’/verlosser/Heiland” (Jesaja 43:11). De Here zelf roept bij monde van Jesaja: “Ben Ik het niet de HERE, buiten Mij is er geen andere God… een ‘yasha’/heilbrengende; er is niemand behalve Ik. Wend u tot Mij, word ‘yasha’/behouden…” (Jesaja 45:21d, 22).

De Here is een genadig God die de mens in zijn nood zoekt om te verlossen. Daarom werd Israël genodigd en opgeroepen alleen bij de Here God zijn heil en behoud te zoeken. Ook vandaag klinkt de uitnodiging om eeuwig heil te zoeken bij Gods Zoon die zichzelf offerde aan het kruis.
“Sta op, HERE, ‘yasha’/verlos mij, mijn God” (Psalm 3:8).
“Ik riep de Here aan, die te prijzen is, en werd ‘yasha’/verlost van mijn vijanden” (Psalm 18:3).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk

1 Het werkwoord ‘yasha’ komt vooral voor in de (Hifil)vorm ‘hoshía`’; we duiden de stam hier echter in alle gevallen aan in de basisvorm ‘yasha’.