Willibrord aan evangelische tafels

Jan van Barneveld • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 18
Het afgelopen jaar zijn er regelmatig berichten opgedoken over een 'evangelische bijbelvertaling'. Nu is er nogal wat gaande met Nederlandse bijbel-vertalingen. De Statenvertaling heeft meer dan drie eeuwen ons land en ons volk gediend. Op de titelpagina staan de woorden 'getrouwelijk overgezet' en bijbelgeleerden zijn het erover eens dat deze eervolle vermelding terecht is. Drs. W. Steunenberg noemt het in de Chr. Encyclopedie 'een eerlijke vertaling'. 'Eerbied voor de Schrift hield het vertaalteam ervan terug hun eigen dogmatische inzichten op te dringen aan de tekst', schrijft hij nog. Een interessante en veelbetekenende bijzonderheid is dat tijdens de periode (vanaf 1626/'27) van vertalen er een vreselijke pestepidemie heerste in Leiden. Het vertaalteam heeft ernstig overwogen om te stoppen, maar na veel gebed hebben zij zichzelf en hun gezinnen 'aan de HEERE opgedragen' en zijn doorgegaan met hun vertaalwerk. Zij en hun gezinnen zijn allen gespaard gebleven en in 1637 verscheen de Statenvertaling bij van Wouw in Leiden. In 1951 verscheen de 'Nieuwe Vertaling van het NBG en daar 'doen' de meesten van ons het nog mee. Maar nu is er sprake van zelfs drie nieuwe vertalingen. De pers berichten over de 'evangelische bijbelvertaling' betreffen de Willibrordvertaling(WV95) van de Katholieke Bijbel Stichting. De andere twee 'nieuwe vertalingen' zijn de Goed Nieuws Bijbel (GNB96) en de Nieuwe Bijbelvertaling, waar het NBG nu mee bezig is, de NBV.

We spraken over de 'evangelische bijbelvertaling' dus de WV95, met een Nieuwtestamenticus, de evangelische theoloog drs. Gijs van den Brink te Doorn. Een bespreking van zijn prachtige boekje over de inspiratie van het Nieuwe Testament, 'Op Betrouwbare Grond', vindt u onder de boekbespreking in dit nummer van ons blad. Gijs van den Brink is docent aan de Evangelische Theologische Hogeschool te Veenendaal en is sterk betrokken bij hulp- en evangelisatiewerk in arme landen. Hij is de man van de 'evangelische WV95! We stelden hem een paar vragen:

Hoe bent u ertoe gekomen om contact op te nemen met de Willibrord Stichting om juist de WV95 toegankelijk en geschikt te maken voor evangelische en reformatorische christenen?

"Zelf ben ik al vanaf 1984 een enthousiast gebruiker van de WV, eerst van de uitgave van 1978 en sinds 1995 van de herziene uitgave WV95. In verband met de NBV van het NBG en de discussie hierom heen, belegde het SEON (Studiegezelschap van Evangelische Oud- en Nieuwtestamentici) vorig jaar oktober een studiedag over vertaalprincipes. Daar sprak ik een Belgische geleerde die ook enthousiast was over de WV95 en we hebben toen onze wens bij de Katholieke Bijbel Stichting kenbaar gemaakt. De directeur, dhr. Kersten, heeft ons toen uitgenodigd voor een gesprek en zo is het begonnen.

Waarom zou de WV95 meer geschikt zijn dan de Statenvertaling, de NBG51 vertaling, het Boek, de Goed Nieuws Bijbel of de Nieuwe Vertaling waar het NBG mee bezig is? Zet u die vertalingen eens tegen elkaar af!

Het Nederlands van de Statenvertaling is nauwelijks leesbaar voor de hedendaagse lezer. Dat geldt, hoewel in mindere mate, ook voor de NBG51 vertaling. Je moet goed ingevoerd zijn om deze vertalingen vlot te kunnen lezen. Dat is jammer, want de Bijbel, Gods Woord, moet door iedereen gelezen kunnen worden. Je ziet dan ook dat veel christenen hun toevlucht nemen tot Het Boek of tot de Goed Nieuws Bijbel (GNB). Het Boek is wel warm, maar het is geen vertaling. Het is een parafrase. Dat wil zeggen dat niet het bijbelvers, maar de bedoeling van het vers wordt weergegeven, de inhoud wordt omschreven en vaak worden er gewoon verhelderingen toegevoegd. Dat heeft zeker z'n waarde, maar het mag mijns inziens beslist niet een vertaling vervangen. De GNB is wel een vertaling, maar behoorlijk vrij en in een zo alledaags Nederlands dat het veel orthodoxe christenen tegenstaat.

Van de Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV) waar het NBG aan werkt kan ik alleen iets zeggen over de teksten die tot nu toe gepubliceerd zijn. En dan concludeer ik dat het alledaagse Nederlands van de GNB sterk verbeterd is. Het is mooi Nederlands geworden. Maar nadat ik van zowel boeken in het OT als in het NT steekproeven heb genomen is mijn conclusie: deze vertaling is minstens even vrij, zo niet vrijer als de GNB. Op grond van wat ik nu gezien heb zeg ik: De NBV wordt een literaire GNB.

Tot slot nog iets over de WV95: Dit is een NBG51 vertaling in modern Nederlands. De vertaling blijft dichtbij de grondtekst en het Nederlands is beslist niet alledaags, maar heel mooi en zeker geschikt om te lezen in de eredienst. En omdat de vertaling dichtbij de brontaal blijft is deze Bijbel van alle moderne Nederlandse vertalingen m.i. het meest geschikt voor bijbelstudie en catechese.

Wat zijn nu uw bezwaren tegen de NBV? Bij deze bijbelvertaling zijn toch ook bijbelgetrouwe vertalers en commissieleden betrokken?

Er wordt inderdaad gesuggereerd dat de NBV dichter bij de grondtekst zal blijven dan de GNB96. Maar mijn onderzoek wees uit dat ook de NBV heel wat aan het parafraseren is en dat mag mijns inziens niet in een vertaling. Mijn conclusie op grond van passages uit Handelingen (en Galaten) is dat de NBV zich meer vrijheden veroorlooft dan de GNB en dat de WV95 keer op keerde minste omzettingen heeft en het dichtst bij de grondtekst van de Bijbel blijft.

Maar komen we nu niet van de regen in de drup? Ik hoor sommige reformatorische broeders al mompelen: 'Rooms zuurdesem in onze kerk!'. Wat gaat de WV95 nu doen met de R.K. kanttekeningen en met typisch R.K. interpretaties? Wat hebt u kunnen/moeten veranderen?

De katholieke verpakking met voorwoord, inleiding, noten en apocriefe boeken, was voor mij de reden dat ik eerder de GNB meenam naar de samenkomsten, dan mijn WV. Ons verzoek is nu dat er een uitgave komt van WV95 zonder de inleiding op de bijbelboeken, zonder aantekeningen en zonder de apocriefen. Wat de vertaling betreft heb ik nog geen echt zuiver 'katholieke woorden' of termen gelezen. Dus, maakt u zich geen zorgen! Na een aantal jaren komt er weer een herziene druk en wij mochten hiervoor al 21 kleine verbeteringen (dus geen inhoudelijke veranderingen) aanbrengen.

Vertalen is eigenlijk onmogelijk. De hele Bijbel speelt in een Joodse context. Is hiervan in de WV95 vertaling iets terug te vinden?

Het mooiste voorbeeld dat ik weet is dat de titel 'Christus' vertaald is met 'Messias', en wel met een hoofdletter. Hieruit spreekt eerbied voor het O.T. en geeft onze eenheid aan met Israël. Immers Israël verwacht niet de 'Christus', maar de Messias van de Schriften.

Nu een heel andere vraag: Is het niet een beetje schrijnend dat wij de luxe kennen van drie nieuwe vertalingen en een teruglopend aantal christenen, terwijl de kerk in de arme landen explosief groeit en veel jonge gelovigen nauwelijks aan een Bijbel kunnen komen?

Ik ben blij dat u deze opmerking maakt. Denkt u eens aan China, waar miljoenen christen-gezinnen geen Bijbel bezitten en waar een aantal voorgangers soms met één Bijbel moeten doen. Of aan de vele Afrikaanse landen waar dagelijks tientallen nieuwe gemeenten worden gesticht en er geen Bijbels zijn of de jonge gelovigen te arm zijn om een Bijbel te kopen. Deze ongelijkheid in het huisgezin van God is in feite onaanvaardbaar en ik wil iedereen oproepen om bijbelprojecten van allerlei organisaties krachtig financieel te steunen.

Legt u nog eens kort uit waarom u zo enthousiast bent voor de WV95. Wat adviseert u ons, gewone Zoeklichtlezers? Als hij er komt, aanschaffen voor het dagelijkse bijbellezen aan tafel? Voor studie en persoonlijk bijbellezen?

Inderdaad, aanschaffen om aan uw kinderen voor te lezen, om zelf in te lezen en in het bijzonder om er bijbelstudie uit te doen. Als je begint te lezen, blijf je lezen. Bijbel-lezen wordt zo een nog groter plezier en een geestelijke verfrissing. Ik kan het u echt aanraden. Een extra interessant gegeven is dat een enquéte door drs. T. Medema over het bijbelgebruik onder reformatorische en evangelische christenen heeft uitgewezen dat de evangelischen een vertaling voor studiedoeleinden wensen, een vertaling die nauw aansluit bij de grondtalen. Deze voorkeur voor de WV95 wordt breed gedragen door evangelische theologen en op de Evangelische Theologische Hogeschool zelfs als verplichte leesstof opgegeven.

drs. Jan van Barneveld