Wijsheid verlengt het leven, dwaasheid verkort het

Els ter Welle • 94 - 2018 • Uitgave: 10
‘Door Mij zullen uw dagen talrijk worden en zullen jaren van leven u worden toegevoegd’ (Spreuken 9:11).

Je hoort mensen vaak zeggen dat God je levensduur heeft vastgesteld. Aan het tijdstip van je dood valt niet te tornen. Is het dan zo dat je rustig met 180 km/u over de snelweg kunt racen, omdat we toch niet voor onze tijd doodgaan?

Sommige mensen zien God als onbeweeglijk. Hij heeft een strak draaiboek waar Hij Zich precies aan houdt. Het maakt niet uit wat de mens doet. Of we nu verstandig leven of niet, Zijn plan verandert niet. Maar zo is het niet! De Heer maakte ons met een eigen verantwoordelijkheid om wel of niet wijs te leven. Spreuken is er heel duidelijk over: wijsheid verlengt het leven, dwaasheid verkort het. Corrie te Boom zei altijd: “Als je de maximum snelheid overtreedt, vluchten de engelen die je normaliter beschermen.”
Pas stond ik in een supermarkt en voor mij was een man die sigaretten kocht. Ik bekeek eigenlijk voor het eerst de teksten die op die pakjes staan:
Roken veroorzaakt 9 van de 10 gevallen van longkanker, veroorzaakt mond- en keelkanker, hartaanvallen, verstopt uw slagaderen, vergroot de kans op blindheid, kan uw ongeboren kind doden, is schadelijk voor uw kinderen, familie en vrienden, etc.
Tjonge, wat heftig! Je zou toch denken: nu gaat niemand meer roken. Maar dat is helaas niet zo. Een grote groep gaat gewoon door. Je leefstijl beïnvloedt je gezondheid en ook het tijdstip van je sterven. Het lijkt me duidelijk.

Maar toch staan we hier voor een raadsel. God heeft toch van eeuwigheid af onze bestemming vastgelegd? Ja dat is waar, maar daarbij is onze eigen verantwoordelijkheid wel ingecalculeerd. Hoe dat kan? Het is een groot mysterie! God is té groot om dat te kunnen begrijpen.
We zien in de hele Bijbel een bewogen God die meebeweegt met de mens, overigens zonder Zelf in Zijn wezen en karakter te veranderen. Bij Koning Hizkia zien we dat hij door ernstig te bidden er vijftien jaar bij kreeg. Toen Achab zich verootmoedigde, werd een oordeel over hem en zijn familie afgewend. Mozes pleitte bij God voor Israël waarna God er spijt van kreeg dat Hij het volk wilde vernietigen.1

Dit alles betekent overigens niet dat wij het leven in onze hand hebben. Er zijn gelovigen die God liefhebben met hun hele hart en toch jong sterven. Dat geeft zo’n diep verdriet en is onbegrijpelijk. Ze zijn naar de eeuwige heerlijkheid gebracht waar zij eeuwig leven ontvangen, zonder einde. Die zekerheid is een zalige troost!

Els ter Welle

1 2 Koningen 20:1-6, 1 Koningen 21:27-29, Exodus 32:9-14