Wijs wandelen in de wereld (5)
Thomas van Aquino (1225-1274) was een bijzonder man. Hij was voornaam en rijk, maar gaf al zijn rijkdom en status op om Christus te volgen. Van edelman werd hij bedelman. Hij groeide uit tot een beroemd theoloog.
Hij was echter niet alleen weg van de Bijbel maar ook van de gedachten van één van de grootste niet-christelijke filosofen: Aristoteles. Hij vond dat deze man geweldig wijs was en zijn geschriften naast de Bijbel aanvaard moesten worden als gezaghebbend. Van Aquino kwam tot de volgende stelling: Alle wijsheid is Gods wijsheid.
De kerntekst van het boek Spreuken vertelt ons: De vreze des Heren is het begin der wijsheid (Spr. 1:7, 9:10).
De eerste stap naar wijsheid is dat we heilig ontzag voor God hebben en een diep verlangen om Zijn wil te doen. Soms is mijn gevoel of ervaring anders dan het denken van God in Zijn Woord.
Ik heb dan de neiging om de Bijbel te relativeren en bepaalde onderwerpen minder serieus te nemen. Waarschijnlijk heeft u dat ook wel. Maar als we een begin willen maken met wijsheid moeten we ons buigen voor God als de Alwijze en niet steunen op onze eigen menselijke inzichten (Spr. 3:5). Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood (Spr. 14:12, 16:25).
Gods denken over allerlei dingen is doorslaggevend, ook als het tegen mijn denken ingaat.
Spr. 15:33 zegt: 'De vreze des Heren is de tucht der wijsheid' (St.vert.).
En tucht doet pijn. Het corrigeert en confronteert ons, maar het geeft wijsheid!
Thomas van Aquino zette in de kerk de deur open voor het humanisme doordat hij de filosofie van Aristoteles omhelsde. Er kwam daardoor een vermenging van christelijk en niet christelijk denken. De 'wijsheid' van Aristoteles kwam niet voort uit de vreze des Heren. De grote vraag is: kunnen mensen die God niet vrezen per definitie niet wijs zijn? Daarover de volgende keer.
Els ter Welle
Hij was echter niet alleen weg van de Bijbel maar ook van de gedachten van één van de grootste niet-christelijke filosofen: Aristoteles. Hij vond dat deze man geweldig wijs was en zijn geschriften naast de Bijbel aanvaard moesten worden als gezaghebbend. Van Aquino kwam tot de volgende stelling: Alle wijsheid is Gods wijsheid.
De kerntekst van het boek Spreuken vertelt ons: De vreze des Heren is het begin der wijsheid (Spr. 1:7, 9:10).
De eerste stap naar wijsheid is dat we heilig ontzag voor God hebben en een diep verlangen om Zijn wil te doen. Soms is mijn gevoel of ervaring anders dan het denken van God in Zijn Woord.
Ik heb dan de neiging om de Bijbel te relativeren en bepaalde onderwerpen minder serieus te nemen. Waarschijnlijk heeft u dat ook wel. Maar als we een begin willen maken met wijsheid moeten we ons buigen voor God als de Alwijze en niet steunen op onze eigen menselijke inzichten (Spr. 3:5). Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood (Spr. 14:12, 16:25).
Gods denken over allerlei dingen is doorslaggevend, ook als het tegen mijn denken ingaat.
Spr. 15:33 zegt: 'De vreze des Heren is de tucht der wijsheid' (St.vert.).
En tucht doet pijn. Het corrigeert en confronteert ons, maar het geeft wijsheid!
Thomas van Aquino zette in de kerk de deur open voor het humanisme doordat hij de filosofie van Aristoteles omhelsde. Er kwam daardoor een vermenging van christelijk en niet christelijk denken. De 'wijsheid' van Aristoteles kwam niet voort uit de vreze des Heren. De grote vraag is: kunnen mensen die God niet vrezen per definitie niet wijs zijn? Daarover de volgende keer.
Els ter Welle