Wij moeten ‘in transitie’!

Yme Horjus • 91 - 2015 • Uitgave: 20
Het begrip ‘in transitie’ is de laatste tijd in zwang geraakt in de kerkelijke wereld. Het is over komen waaien uit het vocabulaire van de organisatieadviseurs en verandermanagers. Zulke mensen waren al jaren actief binnen het bedrijfsleven, het onderwijs en de politiek, maar nu krijgen de kerken hier ook mee te maken. Vaak worden ze interimmers genoemd.

Een kerk of een gemeente heeft dan te maken met een overgangsperiode vanwege een conflictsituatie door interne spanningen, of doordat een predikant is weggegaan en de gemeente zich wil herbezinnen op de toekomst. Wat voor een gemeente zijn we en willen we zijn? Welke nieuwe predikant past bij onze situatie? Welke accenten willen wij in de toekomst leggen en hoe moeten wij aansluiting zoeken bij de ons omringende wereld?

‘Het kan beter’
Er zit wel iets goeds in om iemand van buiten aan te trekken om de gemeente bij dat proces van nadenken behulpzaam te zijn. Uiteindelijk heeft ook Mozes de raad van zijn heidense schoonvader Jetro opgevolgd om zijn leiderschap over het volk Israël meer effectief te doen zijn.
Het is echter zo dat de vraag ook het aanbod tevoorschijn roept. De organisatieadviseurs veroveren de christelijke wereld. Bij een ‘gat in de markt’ zie je echter ook dat het aantal mensen dat zo’n interim-functie op zich wil nemen explosief stijgt. Voordat je het weet hebben ze een onmisbaarheidsaureool om zich heen gekweekt. Dan kan het niet meer zonder interimmers. Elke gemeente moet er dan aan geloven om zo’n adviseur aan te trekken, want ‘het kan immers zoveel beter’.

Bedrijfskunde in de gemeente
Los van interne spanningen die het functioneren van een gemeente kunnen frustreren, zijn er toch zoveel andere zaken die een goede voortgang van het gemeentewerk in de weg staan. Een gemeente kan te kampen hebben met financiële problemen die de nodige druk veroorzaken. Hoe moeten we uitgaven en inkomsten op elkaar afstemmen? Maar belangrijker nog is het algemene probleem van kerkverlating en secularisatie te noemen. Ledentallen slinken, de organisatie van de gemeente hapert door vacatureproblemen. Er vallen gaten in de pastorale arbeid van de gemeente omdat onvoldoende mensen beschikbaar zijn.
Geen nood! Daar is nu de interimmer! Hij heeft maar vaak één parool: de gemeente moet in transitie. Het woord ‘verandering’ is blijkbaar te gewoon geworden. Daar is dan nu het woord ‘transitie’ voor in de plaats gekomen. Bovendien is er helemaal geen interne crisis voor nodig, of spanningen in de persoonlijke verhoudingen. Nee, sowieso is het goed dat er een consultant langskomt om de gemeente te ‘faciliteren’ om ‘implementatiestrategieën’ te ontwerpen en ‘verbeterplannen’ op te stellen en ‘stippen aan de horizon te zetten’. Allerlei termen die aan het verandermanagement zijn ontleend! Gemeenten moeten langs de meetlat van de bedrijfskunde worden gelegd en als ondernemingen gemanaged worden.

Gelijkvormig worden
Nu wil ik toegeven dat ook daarin wel een stuk wijsheid kan schuilen, maar ik weiger te geloven dat we daarin een definitieve oplossing moeten zoeken. Een gemeente als lichaam van de Here Jezus laat zich niet definiëren als een bedrijf dat een product levert. Een gemeente is geheel eigensoortig en volstrekt uniek! Een gemeente is de manifestatie van de aanwezigheid van de Here Jezus op aarde. Daarom zal een gemeente scherp moeten luisteren naar wat de Heer zelf voor de gemeente van belang acht. De eigen aard van de gemeente moet veel meer in het oog worden gehouden. We moeten niet onrustig worden van dalende bezoekerscijfers of van slinkende ledentallen. Als wij gehoorzaam zijn aan Jezus’ opdracht om in leer en leven Hem te dienen en te volgen, moeten we het ook aan de Heer overlaten hoe Zijn zegen tot stand komt. De gemeente is geen productiebedrijf, maar is een doel in zichzelf! Zij mag Christus op aarde representeren in authenticiteit en integriteit. Wij moeten alleen maar zijn wie we volgens Jezus mogen zijn!
Dat wij ‘in transitie’ moeten zijn leert de Bijbel ons al. Wij moeten steeds meer gelijkvormig worden aan het beeld van de Here Jezus. Een christen is dus steeds ‘in transitie’! Want we moeten worden wat we in principe al zijn: een nieuwe schepping in Christus! Daar moet ons veel aan gelegen zijn. Méér dan aan de ‘implementatiestrategieën’ van interimmers en organisatieadviseurs. Die kunnen ons opjagen met hun marketingideeën, ook al zullen die niet in alle gevallen on-Bijbels zijn of tegengesteld aan het evangelie.

Uitstrekken naar Zijn zalving
Ik pleit voor een nieuwe nadruk op de zalving van de Heilige Geest (1 Johannes 2:20 en 27). Ik zou willen dat er in contrast met de organisatiekunde een heilige eigenwijsheid ontstaat bij de kinderen van de Heer, die Hem nazeggen: ‘en gij hebt niet van node, dat iemand u lere.’ Johannes laat hier uitkomen dat de zalving met de Heilige Geest ons alle dingen leert. Dus we hoeven ons niet van allerlei wereldse wijsheden op de mouw te laten spelden (waar nogmaals wel wijsheid in kan schuilen), maar we mogen samen in de gemeente luisteren naar de stem van Gods Woord in de Bijbel en in het getuigenis van de Heilige Geest.
Onze onzekerheid moeten we niet opheffen door organisatieadviseurs aan te trekken, maar doen wat de gemeente van het Nieuwe Testament ook deed. Haar kracht zoeken in het gelovige gebed en het gemeenschappelijke beraad. God openbaart zich niet altijd aan wijzen en verstandigen, maar wel steeds aan zijn kinderen, die het van Hem verwachten. Dat wil zeggen: als wij ons uitstrekken naar Zijn zalving!

Yme Horjus