‘Wie is de mol’?

Yme Horjus • 91 - 2015 • Uitgave: 8
Vele Nederlanders hebben ademloos de verrichtingen gevolgd van het tv-programma ‘Wie is de mol’. De kijkcijfers tonen aan dat de zinderende slotaflevering door zo’n 3,6 miljoen mensen is bekeken. Wat is toch de fascinatie voor dat programma?

Je kunt het kortweg omschrijven als de aantrekkelijkheid van het kwaad. De tien deelnemers uit de wereld van de Bekende Nederlanders moeten met elkaar een team vormen om de prijzenpot te vullen. De ‘mol’ is één van de deelnemers, die dus een dubbelrol speelt. En het is juist deze figuur die voortdurend roet in het eten gooit door allerlei verziekende acties te ondernemen.

Zichtbare demonstratie van de zonde
Voor de kijker blijft het tot de laatste aflevering onduidelijk wie die mol is, maar zijn ondermijnende gedrag is er wel debet aan dat men geen aflevering wil missen. Teamleden worden daardoor elkaars tegenstander. Omdat het ook een afvalrace is, heeft ieder van de deelnemers een persoonlijk belang om een ronde verder te komen. Liegen en bedriegen is de manier om overeind te blijven. Waar het de oorspronkelijke bedoeling is gezamenlijk op te trekken, werpt het spelbederf van de mol ieder terug op de zucht naar zelfbehoud en het meegaan in bedenkelijke tactieken. Eigenlijk is het programma een zichtbare demonstratie hoe de zonde een werkelijkheid in het leven is. Wie dat nog zou willen ontkennen, leeft in een ideale wereld die niet bestaat.
Het is heel gek dat velen niet van de zonde willen weten. Het programma ‘Wie is de mol?’ staat bol van het kwaad. De geniepigheden van de duivel worden in dat programma vlees en bloed. Toch willen heel veel mensen niet geloven in een verziekte wereld, die door de zonde tot in de meest kleine hoekjes en gaatjes is aangetast. Het valt allemaal wel mee. Het bestaan van de zonde wordt door de Bijbel en door naïeve gelovigen vreselijk opgeblazen, zegt men dan. Iemand schreef terecht: “Het programma ‘Wie is de mol?’ is een slangenkuil, waaraan de rotte geur van relationeel verval kleeft.”

Ons gevoel over zonde
Het is eigenlijk geen wonder dat heel veel mensen in onze tijd moeite hebben met de Bijbel. Ze kunnen met die Bijbel niet uit de voeten. Want ze hebben er problemen mee dat de Bijbel zo’n sombere kijk op het leven heeft en mensen zonder omhaal tot zondaren stempelt. Want daar gaat het toch heel vaak in de Bijbel over: dat mensen zondaren zijn. Zondaren tegenover een heilige God Die de zonde haat. Zondaren voor wie de ontmoeting met de levende God een onbereikbaar doel is.
Ja, dat het in de Bijbel zo vaak over de zonde gaat, strijkt heel veel mensen tegen de haren in. Je knapt dan wel een beetje af op die Bijbel. Ik vind dat allemaal heel begrijpelijk. Je gevoel voor redelijkheid komt daartegen in opstand. De boodschap van de Bijbel over de zonde van het menselijke leven strookt nu eenmaal niet met onze gevoelens. Onze gevoelens spreken een andere taal. Het wil er bij ons eigenlijk niet in, dat er zo’n geweldig groot gat gaapt tussen God en ons. Naar ons gevoel loopt het zo’n vaart niet met Gods toorn en zal het met velen wel in orde komen. Het kost ons niet zoveel moeite een indrukwekkende opsomming te maken van allerlei positieve punten en karaktertrekken. “We geven ieder het zijne, we leven fatsoenlijk, we zijn goed voor onze medemensen, we doen ons best…” en ga zo maar door. We zien totaal geen aanleiding te veronderstellen dat God daarmee niet tevreden zou zijn. We zijn weliswaar niet onberispelijk, maar het kan er wel mee door. Voor ons gevoel heeft de balans van ons leven een batig saldo.

Zo goed zijn om te geloven dat God bestaat
Het is me vaak opgevallen dat mensen die beweren dat ze ieder het zijne gegeven hebben, niet aan God hebben gedacht. En dan toch maar beweren, dat je ieder het zijne hebt gegeven…! Het Zijne? Het is me ook vaak opgevallen, dat mensen zo merkwaardig kunnen praten over hun geloof. “U moet vooral niet denken dat ik niet geloof,” zeggen ze dan. “Want ik geloof heus wel dat er een God in de hemel is…!” Alsof je daar de Here God in de hemel een plezier mee doet. Alsof je er God een plezier mee doet wel zo goed te willen zijn te geloven dat Hij bestaat! Daar gaat het helemaal niet om! De grote vraag is echter deze, of er iets met de zonde van ons leven is gebeurd. De grote vraag is of het tussen God en ons in orde is, of Hij God en Heer in ons leven is geworden. Of Hij in ons leven aan het woord is gekomen.

De eigenlijke boodschap van de Bijbel
Ik weet niet wat mensen allemaal denken bij de woorden zonde of zondaar. Je kunt er van alles en nog wat bij bedenken. De Bijbel is op dat punt heel duidelijk. “Wat uit het geloof niet is, is zonde.” Dus alles wat buiten God omgaat, is zonde. Je kunt fatsoenlijk zijn, een beschaafd mens zijn, een ethisch en moreel hoogstaand mens zijn, een cultureel beschaafd mens zijn, zelfs kerkelijk meelevend, maar toch ben je een zondaar. Omdat God niet Heer en Koning is van je hart en leven.
Zo gooit de Bijbel mensen op één hoop, scheert ze allen over één kam: zondaars. Toch moeten we nu ook één misverstand uit de wereld helpen. De eigenlijke boodschap van de Bijbel is niet die van zonde en schuld voor God, van oordeel en dood. Het is gelukkig anders. De Bijbel spreekt ons niet over de zonde om alleen maar over de zonde te spreken. De Bijbel spreekt ons over onze zonde om ons te kunnen zeggen dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om onze zonde en schuld op Zich te nemen aan het kruis van Golgotha, opdat er voor ons genade en vergeving zou zijn. ‘Dit is een getrouw woord en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden.’ Dat staat in 1 Timoteüs 1:15.

Het juichende evangelie
De Bijbel spreekt ons niet over het oordeel van God, alleen maar om ons over dat oordeel te spreken. De Bijbel spreekt ons over het oordeel van een heilige God, om ons te zeggen dat Christus Jezus in de wereld is gekomen om dat oordeel te dragen aan het kruis van Golgotha, opdat er voor ons vrijspraak zou zijn en eeuwig behoud. En zo spreekt de Bijbel ook niet over de dood alleen en dat wij die dood verdiend hebben in ons leven zonder God.
De Bijbel is niet uit op onze ondergang. De Bijbel wil ons niet verlammen door de wanhoop, maar juist laten zien dat er leven is door de opstanding van Jezus uit de dood. Het is een betrouwbare boodschap. De boodschap van de Bijbel heeft ons heil op het oog, het is een positieve boodschap van de redding van zondaren. Het is het juichende evangelie, dat er kracht is in het bloed van Jezus. Want het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonde. Dat is de eigenlijke boodschap van de Bijbel. De kern van het evangelie is dat God de wereld zo heeft liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren zoon gegeven heeft.

Yme Horjus