Wie is de Heilige Geest ?

Feike ter Velde • 89 - 2013 • Uitgave: 10
Wie is de Persoon van de Heilige Geest? In de traditionele dogmatiek van de kerk is de Geest altijd verbonden geweest met de persoon van Christus en met de Kerk. Hij wordt meestal niet apart besproken. In de loop van de eeuwen zijn er altijd tal van dwalingen geweest en werden de meest wonderlijke uitspraken en manifestaties aan Hem toegeschreven.
Altijd weer moeten we onderstrepen dat Hij met de Vader en de Zoon God is. Daarom dient ons spreken over Hem met eerbied en ontzag te geschieden. Want ook hier kennen we maar ten dele. Maar Hij is ontzagwekkend!


Op de eerste bladzijde van de Bijbel (Genesis 1:2) komen we de Heilige Geest al tegen in de scheppingswonderen van God. Tien dagen na de Hemelvaart van de Here Jezus komt de Heilige Geest, namelijk op de Pinksterdag, om hier op aarde te blijven. De discipelen kregen nog even tijd om op adem te komen. Ze waren door geweldige gebeurtenissen gegaan van de dood en de opstanding van hun Meester. Toen hebben ze nog veertig dagen onderwijs gekregen over de grote hoeveelheid aan Schriftgegevens betreffende het Koninkrijk van God (Handelingen 1:3) – wat een Bijbelschool was dat! – en dan breekt de Pinksterdag aan.
De Here Jezus zendt de Geest van de Vader en de Zoon. Maar, let op, het is die Geest die eerst Jezus uit de doden opgewekt heeft (Romeinen 8:11) om dan ook in ons te komen wonen. Hierdoor worden de gelovigen tempel van de Heilige Geest (1 Korintiërs 6:19). Maar dan ook buitengewoon bijzonder en indrukwekkend, omdat het de Geest is van de Nieuwe Mens! Jezus werd niet zomaar opgewekt, maar Hij werd opgewekt als de Nieuwe Mens: de tweede Adam! In Hem zijn alle ware gelovigen deel geworden van een geheel nieuw menselijk geslacht. Niet meer van de eerste Adam, dat geslacht is verloren en gaat verloren, maar van de Tweede Adam!
Dit ontgaat veel christenen en het wordt ook niet gevonden in de Dogmatiek – de leerstukken van de Kerk – althans voor zover mij bekend. En dan missen we een heel belangrijk aspect van de Persoon van de Geest en van de Persoon van Christus.

Door de Heilige Geest blijft de Here Jezus niet uitsluitend een historische figuur uit een eeuwenlang verleden, maar wordt Hij levend in ons. Jezus Christus treedt opnieuw onze werkelijkheid binnen op de Pinksterdag in de Persoon van de Heilige Geest. Daarom zegt Jezus: ‘Het is beter voor u dat ik heenga’ (Johannes 16:7). Door de Geest is Jezus vandaag net zo uitdrukkelijk aanwezig in de levens van gelovigen als voor Zijn discipelen toen Hij hier nog op aarde was.

Moderne dwalingen
Vandaag wordt veel christelijk geloof bepaald door de aloude mystiek, hoewel door gebrek aan kennis veel mensen daar geen weet van hebben. In de mystiek valt het onderscheid tussen object en subject weg. Al het goddelijke wordt dan ook het menselijke. In de mystiek zakt de mens weg in een tijdloze, vormeloze en naamloze zee van zalige extase. De mysticus tracht door te breken tot het goddelijk, tot God, zodat de grens tussen God en mens wegvalt. Daar is geen Middelaar meer nodig. Zo wordt geleerd hoe men tot de Geest moet komen, niet hoe de Geest tot óns komt. Deze dwaling van alle tijden vinden we vandaag op grote schaal in het christendom, vooral daar waar men sterk de nadruk legt op de Heilige Geest.
Het objectieve, God en Jezus Christus, zonde en oordeel, zijn voor de mysticus alleen maar beelden en vormen. De werkelijkheid is het hier en nu en wat ik ervan beleef of zou moeten beleven. Zo wordt heel het objectieve, de hele Bijbelse openbaring verslonden in de valselijke verinnerlijking door de Geest. Dat is ook zo in de moderne mystiek. De mysticus verstaat en begrijpt het wezen van alle dingen, denkt hij en is daarom ook onbereikbaar voor een andere benadering van de Bijbel en een correctie op zijn mystieke geloof. De mysticus heeft de Bijbel eigenlijk niet nodig, anders dan zijn eigen verhaal te vertellen, namelijk zijn eigen verinnerlijking van alle Bijbelse openbaring. Objectieve openbaring van de Schrift zoals ‘Wie is God?’ ‘Wat zegt de Bijbel over onze wereld en haar toekomst?’ ‘Wat is Israëls toekomst?’ is voor de mysticus niet relevant. Hij is er onbereikbaar voor, ook voor de grote waarheden van de Bijbel. Hij gelooft zelfs niet eens in de Heilige Geest, die God is. De mysticus gelooft alleen in zichzelf. Daarom is de (moderne) mystiek door een diepe kloof gescheiden van het Bijbelgetrouwe christelijk geloof.

Het Oosten
In het Oosters-orthodoxe geloof gaat men slechts uit van de Geest uit God de Vader en niet van de Geest uit de Vader én de Zoon. In het Oosten mist de Geest het persoonlijke, het Wezenskenmerk van de Zoon. De Geest van het Oosten leidt tot diezelfde mystiek. Het wordt zweverig, ongrijpbaar, sektarisch en vol van geestdrijverij. Iemand schreef een keer: in het Westen – bedoeld wordt het Calvinisme – heeft men het hart verloren, maar in het Oosten vooral het verstand. Omdat de Geest daar onpersoonlijk is, wordt het geloof ongrijpbaar en mystiek. Door dit strijdpunt tussen het Oosten en Westen ontstond het grote schisma van de elfde eeuw.
In ons geloof in de Drie-eenheid zijn Vader, Zoon en Heilige Geest drie zijns-wezens van die ene God, de Schepper van hemel en aarde. Geen drie goden. Hij is Eén! De leer over de Heilige Geest is daarom heel erg belangrijk. Dat moet dieper doordacht worden bij een open Bijbel. De eenheid van Vader en Zoon maakt het noodzakelijk ook te belijden dat de Geest van de Zoon is uitgegaan. Dat wordt het filioque genoemd in de officiële leer van de Kerk. En dat filioque ontbreekt in de kerk van het Oosten.

Door de Geest komt de eenheid
De Heilige Geest, die God is, komt over de maagd Maria en doet Jezus Christus in haar verwekken. Op een volstrekt unieke wijze wordt de mensheid in Maria één met God, één met Zijn Woord! Zo wordt God in Jezus ook mens! Op dezelfde wijze, maar dan meer indirect, wordt de ware gelovige in Christus tot kind van God gemaakt. Dat is door het Woord – het Evangeliewoord (1 Petrus 1:25). Zowel bij Maria – ‘Mij geschiede naar uw Woord’ – als bij ons moet het Woord het werk doen. De Geest werkt door middel van het Woord en is niet los verkrijgbaar. En dat Woord is de Evangelieprediking van Jezus’ dood en opstanding. Zo wonen de Vader en de Zoon in elke ware gelovige door de Geest (Johannes 14:23).

Feike ter Velde