Welvaartsevangelie: een vriendelijke leer zonder hoop

Kim ter Berghe • 95 - 2019 • Uitgave: 3
Begin dit jaar kwam in het nieuws dat Joyce Meyer openlijk afstand nam van het welvaartsevangelie. Het is nog moeilijk te zeggen of dat een trend wordt, maar het lijkt me dat het hele idee van ‘God zorgt dat je zaakjes op aarde goed voor elkaar komen’ door weinigen een leven lang kan worden volgehouden. Iedereen loopt vroeg of laat op tegen een probleem dat niet weg te bidden is. Gelukkig maar.

Jakobus begint er zijn brief mee ‘Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt’. En Paulus zegt iets soortgelijks in Romeinen 5: ‘maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is’ (vers 3-5).

Teken van Goddelijke afkeur?
De leer dat een christen een gelukkig leven behoort te leiden, in welvaart en blakende gezondheid is een ‘vriendelijke’ leer, maar uiteindelijk een leer zonder hoop. Ze kan haar claims namelijk niet waarmaken. En dat laat mensen die te maken hebben met vervolging, armoede en ziekte in de kou staan. Gelukkig is de boodschap van de Bijbel vol hoop voor hen die beproefd worden. Het is geen teken van Goddelijke afkeur of een gebrek aan geloof. God ziet onze moeite, troost ons en werkt door de beproevingen heen om het goede dat Hij in ons begonnen is te doen, af te maken.

Een Amerikaanse vrouw vroeg mij onlangs naar mijn ervaring met vervolgde christenen. Ze zag duidelijk dat het christendom in haar eigen land verzwakt was door materialisme. Maar produceert vervolging sterkere christenen? Zijn dat echt de helden die wij er hier van maken? Of had ze het wellicht teveel geromantiseerd? Het antwoord is niet eenduidig. Christenen die leven onder dreiging en vervolging en christenen die op de zachte kussentjes van welvaart en vrijheid rusten, hebben beiden dezelfde neiging tot zonde. De verleidingen van geld, seks en macht zijn even sterk, en ruzies kunnen overal de kop op steken. Maar er zijn wel verschillen.

Verslappen van geestelijk leven
Vervolging en dreiging, angst en onrecht, dat zijn krachten die een christen in de armen van de Hemelse Vader drijven. Het geestelijk leven krijgt weinig kans om te verslappen als er zoveel op het spel staat. En in het licht van de nabijheid van Christus, wordt zonde eerder onderkend en krijgt het minder ruimte om ongemerkt wortel te schieten.
Het andere verschil is dat sommige verleidingen minder aanwezig zijn. In veel westerse landen kun je als predikant een aardige boterham verdienen. Soms kun je als succesvol spreker, schrijver of leider van een megakerk echt rijk worden en zelfs politieke invloed krijgen. Dat brengt natuurlijk de verleidingen met zich mee van het sluiten van allerlei morele compromissen. Ondergrondse christenen, en zeker hun leiders, hoeven weinig voordeel van hun keuze te verwachten. De leiders zijn vaak de eersten die achter de tralies verdwijnen en velen zijn altijd op de vlucht. Dat heeft ongetwijfeld een zuiverende werking.

En brengen die moeilijkheden dan de geestelijke volharding waar Jakobus en Paulus het over hebben? We kunnen niet kijken in de harten van individuen. Maar de trend is wel dat de kerk groeit in landen waar christenen het moeilijk hebben, terwijl de kerk verzwakt in landen waar christenen het makkelijk hebben. Daarmee is vervolging niet iets goeds, maar wel een krachtig middel dat geestelijk verval tegengaat.

Armoede kan verlossen
Vervolging is echter niet de enige ‘beproeving’ of ‘ellende’ waarmee een gelovige te maken kan krijgen. Armoede of financiële tegenslag bijvoorbeeld, kan je leven ernstig bemoeilijken. En welvaartspredikers hebben geen ongelijk als ze stellen dat God niet wil dat zijn kinderen in armoede leven. Vanaf het eerste begin heeft de kerk een belangrijke rol gespeeld in de bestrijding van armoede.
Maar armoede kan je van iets verlossen, en dat is vertrouwen op geld. Zonder dat je het in de gaten hebt, kan geld veranderen van een zegen in een afgod. Als je weinig hebt, dank je God wanneer je je rekeningen weer hebt kunnen betalen en je bidt dat Hij wil voorzien. Als je veel hebt, wordt geld al gauw een manier om je tegen alle risico’s en ongemakken te beschermen, en voor je het weet doe je God ‘erbij’. Financiële tegenslag kan je daar in een klap van verlossen. Het kan het huis van je geloof, dat verschoven was naar het zand, weer op de rots zetten.

Betovering van geld
Onlangs was er ophef in Amerika toen Jerry Falwell Jr (zoon van) in een interview zei: “Waarom hebben Amerikanen meer gedaan om mensen in nood te helpen dan welk land in de wereld dan ook? Dat is vanwege vrijhandel, vrijheid, vindingrijkheid, handelsgeest en rijkdom. Een arme heeft nooit iemand een baan gegeven. Een arme heeft nooit liefdadigheid gegeven, niet op een schaal dat het er toe doet. Voor mij is dit gezond verstand.”
Het klinkt misschien logisch, maar het is niet in overeenstemming met het onderwijs van Jezus en ook niet met de ervaring van velen die inzamelingsacties doen voor liefdadigheid. Armoede leert je om te delen en voor elkaar te zorgen. Armen geven vaak meer, relatief naar hun inkomen, maar vaak ook in absolute zin, dan rijken. Want de betovering van geld wordt gebroken door financiële tegenslag. Het brengt je als christen terug bij de afhankelijkheid van de Vader die weet wat je nodig hebt.

Gezondheid als afgod
Een ander belangrijk component van het welvaartsevangelie is de belofte van gezondheid. En ook hier denk ik dat predikers van het welvaartsevangelie gelijk hebben als ze zeggen dat God niet wil dat mensen ziek zijn. Door de eeuwen heen hebben christenen het als hun taak gezien om voor zieken te zorgen en waar mogelijk genezing te brengen, tot in de meest afgelegen plekken.
Maar de dood heeft zijn intrede gedaan in de wereld door de zonde van mensen. En ziekte en lichamelijk lijden zijn daarmee verweven. Vroeg of laat gaan we dood en in de meeste gevallen is dat aan een ziekte. Het lichaam dat we gekregen hebben, is tijdelijk, kwetsbaar, en raakt al snel in verval.

Gezondheid is daarmee een zegen, maar net als welvaart, van tijdelijke aard. We kunnen ons lichaam niet meenemen, net zomin als ons geld. En net als welvaart, kan lichamelijk welzijn een afgod worden. Er is een verschil tussen ‘goed zorgen voor het lichaam dat God je gegeven heeft’ en ‘alles doen om jeugdig en fit te blijven’. Het laatste wordt snel een soort religie.

Straf van God
Maar als gezondheid een zegen is, is ziekte dan een vloek voor een gelovige? Zoals hierboven opgemerkt, ook gelovigen (inclusief gebedsgenezers zelf) moeten ergens aan dood gaan en doorgaans is dat een ziekte. In die zin is ziekte deel van de verwachting van het leven op deze aarde, en geen reden om het als persoonlijke straf van God voor jou te zien.
Maar er is een ander, subjectiever, argument om ziekte niet als vloek te zien. Door de jaren heen heb ik gemerkt hoe christenen door tijden van psychische en lichamelijke ziekte veranderen. De scherpe kantjes gaan eraf, het geloofsleven verdiept en er komt meer liefde en begrip voor anderen. Het vertrouwen in de eigen lichamelijke of psychische kracht verdwijnt, en afhankelijkheid van Gods genade komt ervoor in de plaats. Gezondheid is een zegen. Ziekte kan op een andere manier ook een zegen worden. Het is de liefde van God die dit teweeg brengt, niet Zijn vloek.

Meer dan overwinnaars
Ondanks deze overwegingen, zou het onverstandig zijn om door te slaan naar de andere kant en moeilijkheden te gaan zoeken, of om het lijden van jezelf of anderen te bagatelliseren. Gebed om uitredding, genezing of voorziening in middelen is beslist gerechtvaardigd en voluit Bijbels. Christus zelf sprak het gebed uit dat Hij niet zou hoeven lijden. Troost en praktische hulp voor mensen in nood is één van de krachtigste manieren waarop de kerk Gods liefde tot uitdrukking kan brengen. Ook het meelijden met de lijdende kerk is zowel een Bijbelse opdracht als een bindmiddel van de kerk wereldwijd.
Maar God geeft Zijn kerk wel een ander perspectief. Het besef dat er onder de oppervlakte, waar het stormt, door God gewerkt wordt aan de bouw van iets kostbaars. Volharding. Hoop. Het vaste geloof waarvan Paulus spreekt als hij zegt: ‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?’ (Romeinen 8:35). In wat we verliezen aan vrijheid, welvaart of gezondheid, winnen we ook. Paulus noemt ons zelfs in dit alles ‘meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad’.

Losmaken van de obsessie
Het welvaartsevangelie is te klein. Het richt zich teveel op het zichtbare en het vergankelijke. En daarin is het in wezen niet anders dan veel seculiere methodes om een beter leven te krijgen. Vervolging en beproeving maken je los van de obsessie om het hier zo goed mogelijk te hebben, en geven je een beter doel om met volharding naar te streven, wat Petrus noemt de ‘onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis’ (1 Petrus 1:4).

Kim ter Berghe