Welkom in de hemel

Els ter Welle • 95 - 2019 • Uitgave: 2
‘Vrouwe dwaasheid roept: ‘Alles wat verboden is, is heerlijk!’ Maar als je naar haar luistert, zul je sterven. Je zult in het land van de dood (sheol) terechtkomen’ (Spreuken 9:17-18 BGT).


Ik heb u in de vorige twee nummers van ‘Het Zoeklicht’ laten zien dat in het Oude Testament Godvrezende en goddeloze slechte mensen naar verschillende plekken gingen in het dodenrijk. Die twee plaatsen waren door een diepe afgrond van elkaar gescheiden. Maar hoe is dat in het Nieuwe Testament?

Na het sterven van de Here Jezus en Zijn opstanding vindt er een gigantische verschuiving plaats. Als een kind van God sterft dan sluit hij/zij de ogen op aarde en opent ze in de hemel. Paulus zegt: ‘Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst! Ik heb de begeerte heen te gaan en met Christus te zijn’ (Filippenzen 1:21.23)

Laatste nippertje
Ziet u dat? Sterven is met Christus zijn! De stervende Stefanus, vol van de Heilige Geest, zag Jezus staande ter rechterhand Gods in de hemel. Nee hij droomde niet, het was de werkelijkheid die hij zag. De Zoon van God, stond op om Zijn kind Stefanus te begroeten (Handelingen 7:55)!
De moordenaar die aan het kruis hing naast de Here Jezus zei: ‘Here, denk aan Mij als U in Uw koninkrijk gekomen bent’. Jezus antwoordde hem: ‘Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn’ (Lukas 23:42-43). Deze man stelde op het laatste nippertje zijn vertrouwen in de Here Jezus en was diezelfde dag nog op een prachtige plek samen met Hem.

Adembenemend
Zo is het met iedereen die gelooft. Als we sterven, ontmoeten we onze Heer! Dat is adembenemend. Ik denk dat ik in tranen zal uitbarsten van ontroering. Toen de Here Jezus plaatsvervangend voor ons stierf, leed de satan een geweldige nederlaag. In de dagen die tussen Zijn opstanding en Zijn hemelvaart liggen, daalde Hij af naar het dodenrijk en veroverde de sleutels van de dood en het dodenrijk. Onze Heiland heeft de dood van zijn kracht beroofd. Hij verbrak de banden van de dood (Openbaring 1:18 / Hebreeën 2:14 / 2 Timotheüs 1:10).

In het hogepriesterlijk gebed bidt Hij: ‘Vader, ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn’. Net als bij Stefanus staat de Zoon van God op de uitkijk om ons in de hemel te verwelkomen.

Els ter Welle