Weldaden (3) Die uw leven verlost van de groeve

Henk Schouten • 78 - 2002/03 • Uitgave: 26
Vaak ontbreekt het in ons leven aan lof aan God. Wanneer de lofprijs afwezig is, dan is er dikwijls ook gebrek aan blijdschap. Misschien komt dat wel, omdat we de boodschap van Psalm 103:2 zo snel vergeten. Daar staat: 'vergeet niet één van Zijn weldaden'.
In een zestal artikelen wil ik van die weldaden schrijven.
1. Die al uw ongerechtigheden vergeeft
2. Die al uw krankheden geneest
3. Die uw leven verlost van de groeve
4. Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid
5. Die uw ziel verzadigt met het goede
6. Die uw jeugd vernieuwt als die van een arend


Bijna alle mensen komen er langs. Langs de groeve, ieder mens staat verschillende keren bij het graf. Voor ieder mens komt het moment dat hij in zijn graf gelegd moet worden. Ik zeg `bijna' alle mensen. Zij, die de opname mogen meemaken, zal dit vreselijke bespaard blijven. Een schitterende hoop! Zijn wij die generatie? Voor verreweg de meeste mensen is daar de groeve. Je kunt ook lezen: de vertering, de oplossing. Als gevolg van de zonde blijft er niets van de mens over.

Ja, waar zou de mens zijn, als de Here hem niet verlost zou hebben van de groeve? Zodra Adam en Eva gezondigd hadden, ontdekten zij hun naaktheid. De eerste daad die we van God zien, is de bedekking van hun naaktheid, hun verderf. Symbolisch gebeurt dat door de huid van een offerdier. Het dier werd aan het verderf prijsgegeven, opdat de mens zou kunnen leven. Het eerste teken van de volledige plaatsvervanging die door het Lam Gods volbracht zou worden. Dat is wat de psalmist bedoelt met de woorden: `die uw leven verlost'.

De zonde voert de mens naar het eeuwig verderf waarvan de groeve een weliswaar vreselijk, maar toch ook weer een flauwe afspiegeling van is. De mens zonder God leeft met het aangezicht naar het lonkende sterven. Ieder mens is daaraan gebonden, hij kan niet anders. Veel mensen proberen aan deze zijde zo opgewekt mogelijk te leven. Proberen te leven alsof er geen einde aan komt. Veel mensen negeren en ontkennen de groeve, maar daarmee kom je er nog niet voor weg.

Om er voor weg te komen, is iets anders nodig. Beter, Iemand anders. De Here God heeft Zijn Zoon gegeven opdat een ieder die gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven hebbe. De komst van de Here Jezus betekent voor ieder die gelooft, leven. Verlossing van de groeve. Is dat geen reden om de Here te loven? Want daar gaat het ons om, de lof aan God. Weegt de tijdelijke verdrukking, de tijdelijke ziekte, de tijdelijke zwakheid niet op tegen dit heerlijke (2 Corinthe 4:17). Laten we weten dat de verdrukking en moeite in dit leven snel voorbij gaat. Maar wat komen gaat, is voor eeuwig en altijd.

Moeten we daarom de Here niet loven met al wat in ons is? Moeten we Zijn naam niet prijzen, wanneer we aan deze dingen denken? Denken we er wel genoeg aan?

Het einddoel van de aardse `heerlijkheden' is het verderf, maar door de verlossing in Christus heeft God ons een plaats in de hemel gegeven, waar het bederf ons niet meer bereiken kan. Natuurlijk weet ik zeer goed dat ons lichaam nog in verderfelijkheid gezaaid moet worden. We zijn er desondanks toch zeker van dat noch dood, noch leven, noch machten, noch krachten ons zal kunnen scheiden van de liefde welke is in Jezus Christus, onze Here (Romeinen 8:38 - 39).

Wat zal het zijn, wanneer straks dit verderfelijke, onverderfelijkheid aangedaan zal hebben en dit sterfelijke onsterfelijkheid. Wat zal het zijn, wanneer we straks met Christus in heerlijkheid openbaar zullen worden? Dan zal er geen spoor van het verderf meer zijn, we zullen immers aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig mogen wezen (Filippenzen 3:21).

‘Straks breekt de gulden lamp aan stuk
voorbij is dan al 't aards geluk;
maar halleluja! Dan begint - eerst
't ware leven voor Gods kind.
O wat zal 't zijn, volmaakt en rein
Voor eeuwig bij de Heer te zijn!
Als ook mijn lied, Hem hulde biedt:
Neen zulk een sterven vrees ik niet!’

(Zangbundel: Johannes de Heer 802:4)

ds. Henk Schouten