Wat zegt de Bijbel over gelijke behandeling?

Abraham de Zwart • 90 - 2014 • Uitgave: 5
Als Mozes, afstammeling van Levi, als baby op grond van de Egyptische wetten onder Farao Thoutmozes I gelijk zou zijn behandeld als alle Hebreeuwse jongetjes (verdrinking) en prinses Hatsepsout hem niet als prins zou hebben geadopteerd, zouden we waarschijnlijk nooit van Mozes hebben gehoord (Exodus 2).
Als David door koning Saul hetzelfde zou zijn behandeld als de soldaten voordat hij de strijd met Goliath aanging en de wapenrok van Saul zou hebben aangehouden, dan zou hij machteloos zijn geweest. David overwon als schaapherder de soldatenreus met een geestelijke wapenrusting (1 Samuël 17:38 en Efeziërs 6). Waren de ongelijke behandelingen van Mozes en David rechtvaardig?


Koning Salomo geeft opdracht de ene nog levende baby van de twee ruziemakende moeder-prostituees met het zwaard te splijten (gelijke behandeling), maar de roep van de echte moeder (verdediging) doet de ongelijke behandeling (feitelijk voltrokken vonnis) juist rechtvaardig zijn (1 Koningen 3:25).
Als alle werkers van het elfde uur gelijk worden behandeld met die van het eerste uur ervaren alle eerder gestarte werkers dat als onrecht (Matteüs 20:14). De uitspraak van Jezus dat de ‘werkgever’ het recht heeft te bepalen wat recht en rechtvaardig is, vormt een belangrijke verwijzing naar Zijn rechtvaardige Hemelse Vader.

Is gelijkheid wel zo rechtvaardig?
Het moderne en vrije denken heeft ons een evolutionistische mensbeeld opgedrongen, dat wezenlijk afwijkt van het Bijbelse mensbeeld: schepselen naar het beeld van de Maker. Waar in het moderne denken alle door de mens bedachte robotten volkomen gelijk en identiek zijn in hun productieproces, zijn alle geschapen mensen volstrekt uniek in een steeds verwonderende variatie. Moeten we allen gelijk worden of: ‘Gij geheel anders; gij hebt Christus leren kennen?’ (Efeziërs 4:20). Is gelijkheid dan wel zo rechtvaardig?
Generaties lang zijn groepen mensen zich bewust geworden van het onrecht dat hen werd aangedaan door andere groepen mensen, overheden of individuen die in een machtiger positie verkeerden dan zijzelf. Deze bewustwording van ongewenste afhankelijkheid vormde de basis voor allerlei vormen van emancipatie: voor joden, katholieken, protestanten, boeren, arbeiders, vrouwen, kleurlingen, homofielen, leeftijdscategorieën, enzovoort. Ten gevolge van voortdurende veranderingen in vooral politieke macht gaat dit proces verder, zodat er steeds nieuwe verongelijkte groepen zich blijvend zullen aandienen en vermeende gelijke rechten zullen blijven opeisen. Dat is de praktijk.

Vrijheid, gelijkheid en broederschap
De Franse revolutie (1792) wordt historisch gezien als een onvermijdelijk oordeel over de dwaasheid en de zelfingenomenheid van de absolute monarchie en de autoritaire adel met als resultaat de emancipatie van ‘boeren, burgers en buitenlui’. Onder emancipatie wordt anno 2014 verstaan: ‘bevrijding van wettelijke, sociale, politieke, morele of intellectuele beperkingen. Het toekennen van gelijke rechten, het gelijkstellen voor de wet; het streven naar gelijk gerechtigheid: maatschappelijke, politieke, seksuele emancipatie.’ Deze formulering van emancipatie is in de loop der jaren menigmaal veranderd en onder invloed van heersende opvattingen aangepast aan de wil van de meerderheid van het volk op dat moment.
Iedere vorm van emancipatie stelt zich een niet realistisch ideaal. Dit ideaalmodel wordt – afhankelijk van tijd, plaats en situatie ingekleurd. Bovendien is dit ideaal zelf ook constant aan verandering onderhevig. Dit betekent dat emancipatie als ideaal doel feitelijk nooit bereikt kan worden. Een van de aanleidingen van emancipatie is dat een bepaalde groep of categorie mensen zich achtergesteld ziet in rechten. Zij eist gelijke behandeling!

Gelijke behandeling wettelijk afgedwongen
Vanaf 1 september 1994 geldt in ons land de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Formeel klinkt dat als volgt: ‘Als een Nederlandse burger meent dat hij of zij ongelijk behandeld is of wordt, op het werk, op school of bijvoorbeeld bij het krijgen van een huis en men vermoedt dat dit te maken heeft met één van de anti-discriminatiegronden die genoemd worden in de Algemene wet gelijke behandeling (zoals ras, geloof, geslacht of uw politieke voorkeur), dan kan men een beroep doen op deze wet.’ Dit kan leiden tot gerechtelijke uitspraken of wettelijke regelingen.

Kinderen van de rekening
Op het moment dat deze wet werd aangenomen, is het maatschappelijk aanvaarde ‘gelijkheidsdenken’, onder invloed van evolutionisme, liberalisme, socialisme en atheïsme een dominante rol in onze samenleving gaan spelen. Resultaten van dit gelijkheidsdenken vinden we terug in wettelijke regelgevingen met betrekking tot allerlei vormen van zelfbeschikking; op het gebied van abortus (baas in eigen buik, baas over geboorteplanning, emancipatie van de vrouw) en euthanasie (baas over de slotfase in de totale levensregie van de mens, humanistische emancipatie), homohuwelijk (emancipatie gelijke geslachtgerichtheid, claim van alle rechten van man/vrouw huwelijk).
Veel van deze door een meerderheid verworven rechten bestaan slechts ten koste van het onrecht van anderen, minderheden die niet aan die criteria willen en wensen te voldoen. Wie zijn de ‘kinderen van de rekening’ van de emancipaties, wie vormen de slachtoffers van de nieuwe tijd? Zijn dat mensen met een getraumatiseerd man/vrouw relatiebeeld, vaders en verwekkers, biologische moeders, kinderen van gescheiden ouders, ‘kinderen’ van geslachtsidentieke ‘ouders’? Bij wie wordt het verlies van schade aan het mensbeeld neergelegd en wat zullen de gevolgen zijn?

Goddelijke interventie
Billy Graham schrijft in zijn laatst uitgekomen boek Hoe is het thuis?: De dood is de straf op de zonde – en omdat we allemaal geïnfecteerd zijn met dat zondevirus, moeten we allemaal sterven. De Bijbel zegt: ‘Het loon van de zonde is de dood’ (Romeinen 6:23). De dood maakt geen deel uit van Gods oorspronkelijk plan. God zei tegen Adam en Eva: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van kennis van goed en kwaad. Wanneer je daarvan eet zal je onherroepelijk sterven’ (Genesis 2:16-17).
De mens was gelijk voor God zolang hij zich aan Zijn liefdesgebod zou houden (voorwaarde). De verleiding van Satan is, dat wat verboden is aantrekkelijk te maken door een absolute gelijkheid met God te suggereren: de mens zou immers als God zijn! De leugen werd ontmaskerd: de mens werd juist ongelijk aan God en geen baas van de dood! Zijn heilige positie met God, door met Hem te wandelen en in Zijn heilige directe omgeving te vertoeven, werd de mens juist ontnomen. Alle zondaren werden gelijk aan de eerste zondaren. De mens werd voorgoed verbannen uit Gods nabijheid en overgeleverd aan schijngelijkheid of ongelijkheid die satan verordineerde. Dat zien we ook vandaag om ons heen. We zijn verbannen, totdat… we van de zonde worden vrijgemaakt! Hoe kan dat?
Johannes 3: 14-18 reikt de sleutel aan: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft (voorwaarde) niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe… Opdat de wereld door Hem behouden worde…’ Het is de bedoeling dat de hele wereld (gelijke behandeling) behouden wordt, maar net als in het paradijs moeten ze voldoen aan één voorwaarde: geloof in de Zoon van God. Wie niet voldoet aan die voorwaarde zal verloren gaan. Was er voor de zondaren nog een verlossing in Jezus Christus, voor de verlorenen bestaat die niet. Allen die tegen God en Zijn Zoon rebelleren zijn ook gelijk en dat betekent niet voldaan aan de voorwaarde.
God is rechtvaardig en genadig, de vrije keuze voor de Zoon is nog beschikbaar, de onbekende ultieme houdbaarheidsdatum nadert snel. ‘Kies dan heden wie gij dienen zult’ (Jozua 24:15).

Abraham de Zwart

Geraadpleegde bronnen:
Bijbel, NBG 1951, Amsterdam
La Sainte Bible, 1979 avec commentaires de John MacArthur, 2006. Société Biblique de Genève.
Algemene wet gelijke behandeling, http://wetten overheid.nl, 27 januari 2014, Den Haag
Billy Graham, Hoe is het thuis? Antwoorden op vragen over de hemel, 2013, Uitgeverij Gideon, Hoornaar.
The New Encyclopaedia Britannica, Micropaedia IV, 1943-1973, Chicago et al.
Niall Ferguson, De grote oorlogen, de honderdjarige oorlog en de ondergang van het westen, Uitgeverij Contact, Amsterdam