Wat woont er in jouw levenshuis

Nol & Helene Esmeijer • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 4
Wie/wat woont er in jouw huis? Da's ook een vraag. Natuurlijk woon ik daar zelf. Met alles d'r op en d'r aan. We gaan het niet overdrijven, maar dit blad geeft méér info over wat "tegen"-natuurlijk is, dan dat het veel zegt over natuurlijke zaken. Over zaken die passen bij jou; die jou op je lijf zijn geschreven. God is vaak - meestal - tegen onze natuur. Als jij zegt: natuurlijk woon ik zelf in mijn huis, en ik doe daar wat ikzelf wil, dan komt God nu iets heel anders zeggen! Dat zal niet "on"-natuurlijk zijn. Maar dat gaat wel in tegen jouw natuur. Het zal zijn naar Zijn goddelijke natuur. Ben je er klaar voor? Wij zullen enkele opmerkingen maken bij Exodus 35 : 20 - 29.

ALS JE HART JE DRIJFT
Het gaat er maar om of wij ervoor zorgen dat God in ons woont. Wij weten het misschien wel, dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is. Maar niet alleen ons lichaam is Gods woning. Ook onze ziel, dat is wie wij echt zijn - onze persoonlijkheid zo je wilt - is de woning van de Heer. En onze geest is dat ook! Als je God toegang hebt verschaft tot jouw woning, neemt Hij er helemaal bezit van.

De Israëlieten werden door Mozes uitgedaagd om voor Gods huis - de Heer ging midden onder Zijn volk wonen - te geven, te offeren. En dan staat er in vers 21:
"Daarop kwam iedere man wiens hart hem dreef, ieder wiens geest hem drong, en bracht de heffing voor Jahweh ten behoeve van het werk aan de tent der samenkomst en voor de gehele dienst en de heilige kleding."
Deze mannen hadden een Goede Bewoner in hun huis! Zij werden door hun hart gedreven en door hun geest gedrongen. Er staat nergens dat dit alle mannen waren. Maar als iemand in zijn hart (= zijn ziel) en in zijn geest werd gedreven en gedrongen, zorgde hij of zij voor de woning, het huis van God. Dan hoorde dat erbij. Ben jij een gedrevene?

OOK ZIJ
Dat zouden wij niet hebben gedacht. De Bijbel heeft geen enkele minachting voor de vrouw. De Bijbel is niet feministisch; net zo min als hij masculistisch is. Geen van de beide geslachten - noch het mannelijke, noch het vrouwelijke - heeft een bepaalde voorkeur.

Wanneer Israëlitische vrouwen ook willen zorgen voor de tent der samenkomst, kan dat vanzelfsprekend. Wij lezen in de vv. 22, 25, 26 en 29:
"Zij kwamen dan, zowel de mannen als de vrouwen,…”;
“Iedere vrouw, die kunstvaardig was,…”;
“Alle kunstvaardige vrouwen, wier hart haar daartoe dreef,…”.
"Alle mannen en vrouwen, wier hart hen drong…”.
Ook dames staan in de dienst van God. Dat moeten wij nooit vergeten! Soms zijn het alleen maar vrouwen en dan nog zwaait een man de scepter. Hebben wij oog voor elkaar - jongens/meisjes; meisjes/ jongens - ook met het doel dat de ander God zal dienen?

3. OOK HOGE PIETEN
In 1 Corinthiërs 1:26 schrijft Paulus: "Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij werdt geroepen; niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken."
Als je goed om je heen kijkt en let op hen die geloven en die dat niet doen, moet je zeggen dat Paulus gelijk had. In de gemeente van de Heer Jezus zitten niet vele invloedrijken en aanzienlijken. Maar .... God wil hen er ook bij hebben. Natuurlijk zijn er van deze mensen minder dan van wat wij noemen "gewone" mensen. Toch zoekt God ook hen, Hij heeft hen even lief. Hun probleem is vaak dat zij geen hulp van een Ander willen aannemen.

Er staat in dit stukje uit Exodus 35 dat zij ook God willen dienen. Lees maar vers 27:
"De vorsten brachten de chrysopraas-stenen…”
Ook de vorsten. In zoverre hun hart hen drong brachten zij allerlei kostbare zaken voor de woning van God onder Zijn volk.

EN JIJ: WAT/WIE WOONT ER IN JOUW HUIS?
Wij eindigen met dezelfde vraag waarmee dit allemaal is begonnen. Je kunt het dienen van God niet volhouden als jouw hart er niet bij is.
Misschien een heel klein poosje nog; dan haak je af. En als het bij jou niet verandert: terecht haak je af. Maar… het kan wel veranderen bij je. Misschien is er door het lezen van dit artikel iets bij jou geknapt. Je weet het niet meer. En je bent ineens verlangend naar een Andere bewoner van jouw huis. Weet je: de Heer Jezus klopt op de deur van jouw huis, want Hij wil er gaan wonen. Er staat in de Bijbel: "Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen… (Openbaring 3:20).
Weet; de Heer staat voor die potdichte deur van jou. Hij is geen inbreker; Hij wil dat je Hem binnen laat. Hij vil dat je Hem inviteert om bij jou te komen wonen.

Laat Hem nu maar binnen!

Helene en Nol Esmeijer