Wat willen de Palestijnen nu eigenlijk?
In de jaren negentig leefde zowel in Israël als in de rest van de wereld nog het idee van ‘land in ruil voor vrede’, om langs die weg te komen tot een oplossing van het conflict tussen Israël en de Palestijnen.
In vroegere situaties heeft het ook wel op die manier gewerkt. In 1975 is er vrede gesloten tussen Israël en Egypte, nadat Israël de Sinaïwoestijn heeft teruggegeven aan Egypte, die in 1967 door Israël was veroverd. In 1994 is er ook vrede gesloten tussen Israël en Jordanië, nadat Israël enkele claims op gebieden in de Jordaanvallei heeft losgelaten. Daarom is er in die tijd ook hard gewerkt aan vredesonderhandelingen met de Palestijnen.
Verregaand voorstel
In het jaar 2000 heeft de toenmalige Israëlische premier Ehud Barak een zeer verregaand, vrijmoedig voorstel gedaan aan de Palestijnen, langs deze zelfde strategie. Israël was bereid zich uit 98% van de Westelijke Jordaanoever terug te trekken. Er zou daar dan een volledig onafhankelijke en soevereine Palestijnse Staat komen. Daarin zouden zich helemaal geen Joodse dorpen meer bevinden, met andere woorden, deze gebieden zouden door Israël zelf (!) geheel ‘vrij van Joden’ worden gemaakt, zoals in 2005 inderdaad met de Gazastrook is gedaan. De hoofdstad van deze nieuwe Palestijnse Staat zou Oost-Jeruzalem zijn, inclusief sommige delen van de Oude Stad. Dit alles lag op de tafel als aanbod aan de Palestijnen tijdens de Camp David-onderhandelingen in Washington, onder leiding van president Bill Clinton.
Intifada in plaats van vrede
Je zou denken, dat was een geweldige kans voor de Palestijnen om nu eindelijk te krijgen wat zij al zo lang wilden. Maar Yasser Arafat, de toenmalige leider van de Palestinian Liberation Organisation (PLO) liep weg en accepteerde het voorstel niet! Sommigen in de wereld zeiden: “Arafat, je bent gestoord. Dit was je kans om positieve geschiedenis te schrijven en tot in lengte van dagen als vredestichter herinnerd te worden. Waarom heb je dit voorstel niet aangenomen?!” Maar dergelijke kritiek bleef volkomen uit van de zijde van de Palestijnen. Dat bewijst dat Arafat, met het niet aannemen van dit royale, zeer verstrekkende aanbod van Israël, de wil van het overige Palestijnse leiderschap, de Palestijnse bevolking en andere Israël-vijandige landen in het Midden-Oosten uitvoerde. In plaats van dat hij koos voor vrede met Israël besloot hij dat er een tweede intifada moest komen, die dan ook in 2002 keihard over Israël is gekomen, en waarbij duizenden onschuldige burgers in Israël zijn omgekomen. We kunnen ons bijna allemaal nog wel de verschrikkelijke beelden in herinnering brengen van bomaanslagen op bussen en cafés in bijvoorbeeld de Jaffa Street in Jeruzalem. In 2008 heeft de Israëlische premier Ehud Olmert een nog verdergaand voorstel gedaan. Ook toen is Machmoud Abbas, de opvolger van Arafat, weggelopen.
Wat willen de Palestijnen?
Dat bepaalt ons bij een belangrijke vraag, die beantwoord moet worden, om het conflict in het Midden-Oosten te begrijpen. Wat willen de Palestijnen? Willen ze graag een eigen staat? Willen ze dat er een einde komt aan de zogenaamde ‘bezetting door Israël’ van de Westoever? Willen ze dat er geen Joden meer wonen in Judea en Samaria, het Bijbelse Israël? Het antwoord op al deze vragen is ‘nee’, omdat hun dit allemaal is aangeboden door Israël en ze daar luid en duidelijk ‘nee’ op hebben gezegd.
Wat de PLO indertijd wilde is de vernietiging van de Joodse Staat Israël. Het feit dat de PLO niet ná 1967 is opgericht, maar vóór 1967 zegt genoeg wat dit betreft. Al in 1964 is de PLO opgericht, toen Israël nog niet de controle over de Westoever had ingenomen. Met andere woorden, het doel van de PLO was niet de ‘bevrijding’ van de Westoever, maar de ‘bevrijding’ van heel het gebied ‘van de rivier de Jordaan tot de Middellandse Zee.’ Ook het huidige Fatach en de Palestijnse Autoriteit hebben nog steeds niet Israël als natie erkend. Wat de Palestijnen willen is het volledig verdwijnen van de Joodse Staat.
Het recht om terug te keren
Onder de Palestijnen wordt voortdurend gesproken over ‘the right of return’. Er zijn in 1948 ongeveer 600.000 Arabieren weggevlucht uit de nieuw opgerichte staat Israël, waarvan er nu nog enkele tienduizenden in leven zijn. Tegelijkertijd zijn er toen en in de jaren daarna meer dan 700.000 Joden weggevlucht uit Arabische landen, omdat zij vanwege het ontstaan van Israël hun leven en toekomst niet meer zeker waren in die landen. Velen van hen zijn in Israël gaan wonen. Het aparte is dat als het gaat om het tellen van het aantal vluchtelingen, dat alleen ten aanzien van Arabieren die weggevlucht zijn uit Israël ook hun partners, kinderen en hun partners, en ook weer hun kinderen en hun partners worden geteld. Dat betekent dat volgens deze wijze van tellen ook onze voormalige minister Sigrid Kaag en haar kinderen gerekend wordt tot Palestijnse vluchteling, omdat zij met een Palestijnse man is getrouwd. Ten aanzien van geen enkel ander vluchtelingenprobleem in de wereld wordt op die manier gerekend, alleen ten aanzien van de Arabische Palestijnen. Langs die weg wordt er gezegd dat er inmiddels meer dan 5 miljoen Palestijnse vluchtelingen zijn.
Twee staten?
Al deze mensen hebben volgens de Palestijnse Autoriteit en Hamas het recht om ‘terug te keren’ naar Palestina. Het kan zijn dat zij praten over inderdaad twee staten. Maar dan bedoelen zijn: 1. Een soevereine Arabisch Palestijnse Staat op de Westoever, net als vanaf 2005 in Gaza het geval is. 2. Een tweede Arabische Staat in het huidige Israël. Want als meer dan 5 miljoen Palestijnse Arabieren in Israël gaan wonen is er sprake van een Arabische meerderheid in Israël, en is het gedaan met de Joodse staat.
Het Westen heeft de Palestijnen nu al veel te lang gesteund in hun absurde, maximalistische eisen. Zij willen alles en ze willen niets aan de Joden geven. Er is meer dan honderd keer zoveel landoppervlak waar Arabieren kunnen wonen in een Arabisch land, dan de oppervlakte van de staat Israël (veel kleiner dan ons landje), wat het enige land ter wereld is waar Joden in hun eigen land kunnen wonen. Maar de Palestijnen eisen met z’n allen te mogen wonen in dat ene, piepkleine landje, dat niet hun eigen land is, de Joodse staat Israël. De Palestijnen blijven gepamperd worden door het Westen.
Het is eenvoudig
Onlangs luisterde ik naar een politicus uit Israël, die vroeger ook geloofde in ‘land in ruil voor vrede’, maar inmiddels van gedachten is veranderd. Zij is hoog opgeleid en heeft boeken over dit alles geschreven. Zij zei: “Hoe meer ik heb gestudeerd, hoe simpeler het voor mij is geworden. Het is helemaal niet moeilijk het conflict in Israël te begrijpen. Waar het alleen maar om gaat is wel of niet de Joodse staat Israël. De Palestijnse Arabieren en landen zoals Iran zeggen: Weg met de Joodse staat. De Joden moeten hier weg. De Joodse staat is een vreemde, koloniale bezetting die moet verdwijnen. De andere optie is dat de Arabieren de Joodse staat accepteren. Dat ook zij gaan zeggen dat het Joodse volk het recht heeft op hun eigen soevereine staat in het land van hun voorvaderen.”
Daarom is het ook veelzeggend dat er sinds vorig jaar enkele Arabische landen zijn bijgekomen die nu inderdaad Israël erkennen en officiële betrekkingen met hen zijn aangegaan. Zij weten dat Israël zal blijven. Deze Arabische landen doen daarmee nota bene veel meer voor Israël dan veel landen in het Westen, die nog geloven in het failliete idee van land in ruil voor vrede. Het drama van hoe het met de Gazastrook gaat sinds Israël zich daar heeft teruggetrokken is een bewijs van dat faillissement. Deze landen sluiten vrede met Israël, zonder dat Israël daarvoor land moet opgeven. Israël heeft in de loop der jaren immers genoeg goede wil laten zien. Langs een geheel andere, maar ook heel eenvoudige weg komt er vrede: acceptatie van de Joodse staat Israël.
Oscar Lohuis
In vroegere situaties heeft het ook wel op die manier gewerkt. In 1975 is er vrede gesloten tussen Israël en Egypte, nadat Israël de Sinaïwoestijn heeft teruggegeven aan Egypte, die in 1967 door Israël was veroverd. In 1994 is er ook vrede gesloten tussen Israël en Jordanië, nadat Israël enkele claims op gebieden in de Jordaanvallei heeft losgelaten. Daarom is er in die tijd ook hard gewerkt aan vredesonderhandelingen met de Palestijnen.
Verregaand voorstel
In het jaar 2000 heeft de toenmalige Israëlische premier Ehud Barak een zeer verregaand, vrijmoedig voorstel gedaan aan de Palestijnen, langs deze zelfde strategie. Israël was bereid zich uit 98% van de Westelijke Jordaanoever terug te trekken. Er zou daar dan een volledig onafhankelijke en soevereine Palestijnse Staat komen. Daarin zouden zich helemaal geen Joodse dorpen meer bevinden, met andere woorden, deze gebieden zouden door Israël zelf (!) geheel ‘vrij van Joden’ worden gemaakt, zoals in 2005 inderdaad met de Gazastrook is gedaan. De hoofdstad van deze nieuwe Palestijnse Staat zou Oost-Jeruzalem zijn, inclusief sommige delen van de Oude Stad. Dit alles lag op de tafel als aanbod aan de Palestijnen tijdens de Camp David-onderhandelingen in Washington, onder leiding van president Bill Clinton.
Intifada in plaats van vrede
Je zou denken, dat was een geweldige kans voor de Palestijnen om nu eindelijk te krijgen wat zij al zo lang wilden. Maar Yasser Arafat, de toenmalige leider van de Palestinian Liberation Organisation (PLO) liep weg en accepteerde het voorstel niet! Sommigen in de wereld zeiden: “Arafat, je bent gestoord. Dit was je kans om positieve geschiedenis te schrijven en tot in lengte van dagen als vredestichter herinnerd te worden. Waarom heb je dit voorstel niet aangenomen?!” Maar dergelijke kritiek bleef volkomen uit van de zijde van de Palestijnen. Dat bewijst dat Arafat, met het niet aannemen van dit royale, zeer verstrekkende aanbod van Israël, de wil van het overige Palestijnse leiderschap, de Palestijnse bevolking en andere Israël-vijandige landen in het Midden-Oosten uitvoerde. In plaats van dat hij koos voor vrede met Israël besloot hij dat er een tweede intifada moest komen, die dan ook in 2002 keihard over Israël is gekomen, en waarbij duizenden onschuldige burgers in Israël zijn omgekomen. We kunnen ons bijna allemaal nog wel de verschrikkelijke beelden in herinnering brengen van bomaanslagen op bussen en cafés in bijvoorbeeld de Jaffa Street in Jeruzalem. In 2008 heeft de Israëlische premier Ehud Olmert een nog verdergaand voorstel gedaan. Ook toen is Machmoud Abbas, de opvolger van Arafat, weggelopen.
Wat willen de Palestijnen?
Dat bepaalt ons bij een belangrijke vraag, die beantwoord moet worden, om het conflict in het Midden-Oosten te begrijpen. Wat willen de Palestijnen? Willen ze graag een eigen staat? Willen ze dat er een einde komt aan de zogenaamde ‘bezetting door Israël’ van de Westoever? Willen ze dat er geen Joden meer wonen in Judea en Samaria, het Bijbelse Israël? Het antwoord op al deze vragen is ‘nee’, omdat hun dit allemaal is aangeboden door Israël en ze daar luid en duidelijk ‘nee’ op hebben gezegd.
Wat de PLO indertijd wilde is de vernietiging van de Joodse Staat Israël. Het feit dat de PLO niet ná 1967 is opgericht, maar vóór 1967 zegt genoeg wat dit betreft. Al in 1964 is de PLO opgericht, toen Israël nog niet de controle over de Westoever had ingenomen. Met andere woorden, het doel van de PLO was niet de ‘bevrijding’ van de Westoever, maar de ‘bevrijding’ van heel het gebied ‘van de rivier de Jordaan tot de Middellandse Zee.’ Ook het huidige Fatach en de Palestijnse Autoriteit hebben nog steeds niet Israël als natie erkend. Wat de Palestijnen willen is het volledig verdwijnen van de Joodse Staat.
Het recht om terug te keren
Onder de Palestijnen wordt voortdurend gesproken over ‘the right of return’. Er zijn in 1948 ongeveer 600.000 Arabieren weggevlucht uit de nieuw opgerichte staat Israël, waarvan er nu nog enkele tienduizenden in leven zijn. Tegelijkertijd zijn er toen en in de jaren daarna meer dan 700.000 Joden weggevlucht uit Arabische landen, omdat zij vanwege het ontstaan van Israël hun leven en toekomst niet meer zeker waren in die landen. Velen van hen zijn in Israël gaan wonen. Het aparte is dat als het gaat om het tellen van het aantal vluchtelingen, dat alleen ten aanzien van Arabieren die weggevlucht zijn uit Israël ook hun partners, kinderen en hun partners, en ook weer hun kinderen en hun partners worden geteld. Dat betekent dat volgens deze wijze van tellen ook onze voormalige minister Sigrid Kaag en haar kinderen gerekend wordt tot Palestijnse vluchteling, omdat zij met een Palestijnse man is getrouwd. Ten aanzien van geen enkel ander vluchtelingenprobleem in de wereld wordt op die manier gerekend, alleen ten aanzien van de Arabische Palestijnen. Langs die weg wordt er gezegd dat er inmiddels meer dan 5 miljoen Palestijnse vluchtelingen zijn.
Twee staten?
Al deze mensen hebben volgens de Palestijnse Autoriteit en Hamas het recht om ‘terug te keren’ naar Palestina. Het kan zijn dat zij praten over inderdaad twee staten. Maar dan bedoelen zijn: 1. Een soevereine Arabisch Palestijnse Staat op de Westoever, net als vanaf 2005 in Gaza het geval is. 2. Een tweede Arabische Staat in het huidige Israël. Want als meer dan 5 miljoen Palestijnse Arabieren in Israël gaan wonen is er sprake van een Arabische meerderheid in Israël, en is het gedaan met de Joodse staat.
Het Westen heeft de Palestijnen nu al veel te lang gesteund in hun absurde, maximalistische eisen. Zij willen alles en ze willen niets aan de Joden geven. Er is meer dan honderd keer zoveel landoppervlak waar Arabieren kunnen wonen in een Arabisch land, dan de oppervlakte van de staat Israël (veel kleiner dan ons landje), wat het enige land ter wereld is waar Joden in hun eigen land kunnen wonen. Maar de Palestijnen eisen met z’n allen te mogen wonen in dat ene, piepkleine landje, dat niet hun eigen land is, de Joodse staat Israël. De Palestijnen blijven gepamperd worden door het Westen.
Het is eenvoudig
Onlangs luisterde ik naar een politicus uit Israël, die vroeger ook geloofde in ‘land in ruil voor vrede’, maar inmiddels van gedachten is veranderd. Zij is hoog opgeleid en heeft boeken over dit alles geschreven. Zij zei: “Hoe meer ik heb gestudeerd, hoe simpeler het voor mij is geworden. Het is helemaal niet moeilijk het conflict in Israël te begrijpen. Waar het alleen maar om gaat is wel of niet de Joodse staat Israël. De Palestijnse Arabieren en landen zoals Iran zeggen: Weg met de Joodse staat. De Joden moeten hier weg. De Joodse staat is een vreemde, koloniale bezetting die moet verdwijnen. De andere optie is dat de Arabieren de Joodse staat accepteren. Dat ook zij gaan zeggen dat het Joodse volk het recht heeft op hun eigen soevereine staat in het land van hun voorvaderen.”
Daarom is het ook veelzeggend dat er sinds vorig jaar enkele Arabische landen zijn bijgekomen die nu inderdaad Israël erkennen en officiële betrekkingen met hen zijn aangegaan. Zij weten dat Israël zal blijven. Deze Arabische landen doen daarmee nota bene veel meer voor Israël dan veel landen in het Westen, die nog geloven in het failliete idee van land in ruil voor vrede. Het drama van hoe het met de Gazastrook gaat sinds Israël zich daar heeft teruggetrokken is een bewijs van dat faillissement. Deze landen sluiten vrede met Israël, zonder dat Israël daarvoor land moet opgeven. Israël heeft in de loop der jaren immers genoeg goede wil laten zien. Langs een geheel andere, maar ook heel eenvoudige weg komt er vrede: acceptatie van de Joodse staat Israël.
Oscar Lohuis