Wat moet ik ermee?
Waarmee?
Met de eeuwigheid! Kom nou gauw. Dat meen je toch niet. Als je jong bent denk je daar toch niet aan! Toch willen wij het over die eeuwigheid eens hebben met jullie! Want wij moeten met elkaar niet denken dat ons leven ophoudt wanneer we zijn gestorven. Dat is erg kort door de bocht. Dan maak je jezelf er heel gauw vanaf. Wie we ook zijn, wat onze leeftijd ook is, waar we ook vandaan komen: wij zijn allemaal op een reis waaraan nooit meer een einde komt. Onze tijd, onze werkelijkheid, onze wereld zit ingeklemd tussen twee eeuwigheden. Onze wereld komt van de ene en is op reis naar de andere eeuwigheid. En het gaat er maar om dat wij dat zien en er klaar voor zijn of ons er klaar voor laten maken!
DE EEUWIGHEID
Wij vinden vaak dat alles heel lang geleden is begonnen. En dat is ook zo. De Bijbel noemt dat de Schepping. Maar wij allemaal leven hier en nu, in deze tijd en wij kunnen niet daarheen waar het allemaal is begonnen. Als je het goed bekijkt is onze tijd een onderdeel van de eeuwigheid en wij moeten in onze leef"tijd" de beslissing nemen waar wij en in Wiens gezelschap wij de eeuwigheid willen doorbrengen. Wij krijgen dit leven met het oog op de eeuwigheid.
Er is een aantal vijanden die ons niet een eeuwigheid gunnen met de Here God. Je kunt over een paar van deze vijanden lezen in 1 Corinthiërs 15: 24: “…wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.” Wat of wie moet Hij (= de Here Jezus) onttronen?
le Alle heerschappij. Dat is vijand nummer één van onze eeuwigheid met de Here. Er zijn machthebbers, ook vrome, (Lukas 12:11), die ons willen onttronen. Die ons met de mond vol tanden willen zien staan, want wij kunnen geen woord ter verdediging van onszelf zeggen. Maar … er is de Heilige Geest. Hij kan het
wel, want Hij wijst onze vijand op de Heiland, onze Overwinnaar.
2e Alle macht. Nummer twee van onze vijanden. Hoe zet Hij deze vijand van de troon? Door erop te wijzen dat wij kinderen zijn in Hem. Er staat in Johannes 1 12: "Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden." Er staat eigenlijk: "…hun heeft Hij de bevoegdheid gegeven om zich als een kind van God te laten gelden." En als wij kinderen zijn dan zijn wij ook erfgenamen. Er staat in Romeinen 8:17 dat wij mede-erfgenamen van Christus zijn. Door deze bevoegdheid zijn wij één met de Here Jezus.
3e Alle kracht. Dat is de derde van onze vijanden t.a.v. de eeuwigheid. De Here Jezus onttroont deze vijand door een veel sterkere kracht. Door de kracht van de Heilige Geest, zoals wij lezen over deze Geest in Handelingen 1: 8: "Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt." Kracht is hier - en in 1 Cor. 15:24 - in het Grieks 'dunamis', waar het woord 'dynamiet' vandaan komt. De kracht (dunamis) die aan Gods kind is gegeven is veel sterker dan de kracht van onze vijand.
Willen wij allemaal wel leven bij en met Hem die bij Zijn Vader in de Troon een plaats heeft ontvangen? Willen wij allemaal wel met de Here Jezus leven?
DE LAATSTE VIJAND
Er staat over deze vijanden van onze eeuwigheid in 1 Corinthiërs 15:26: “De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood." Wij moeten over de dood allereerst zeggen, dat deze niet het einde betekent. Dat willen wel heel velen, hoe erg zij sterven ook vinden, maar dat is niet zo. In de intro schreven wij dat ook al. En hier en nu willen wij dat duidelijk nog eens zeggen: De dood is niet het einde. De dood is het begin van de eeuwigheid. Een eeuwigheid met of zonder God.
Als tweede moeten wij zeggen, dat de Bijbel het over het Leven heeft in tegenstelling tot de dood. Maar wij moeten goed begrijpen waarop de dood slaat, die door het Leven wordt overwonnen.
le Er is in de Bijbel sprake van lichamelijke dood. Als je Genesis 5 doorleest kom je negen keer deze lichamelijke dood tegen. Heel dicht bij het begin van alles, toen God in het paradijs aan de mens verbood om van één boom te eten - Genesis 2: 17: " ..... want ten dage dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven." En de monologe opsomming in Genesis 5 is er een bewijs van, dat God Zijn woord houdt. Er staat in 1 Johannes 5: 12: "Wie de Zoon van God heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet." Wat in dit leven begon, wordt helemaal zichtbaar in het leven hierna.
2e "Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden…, mede levend gemaakt met Christus… - Epheziërs 2:1 en 5. Het werk van Christus in en aan ons reikt veel verder dan de grens van dit leven. De Heiland is ook over de dood Overwinnaar. Hij heeft dat bewezen door Zijn opstanding. En nu is iedereen die in Hem is, gelijk geschakeld met Hem. In de Here Jezus hebben jij en wij het leven tot in eeuwigheid. Met Hem!
Tenslotte de meest belangrijke vraag voor jou misschien: hou jij in Gods kracht de vijanden van jouw eeuwigheid buiten de deur en ben je op reis naar een nooit eindigende tijd met Hem?
Helene en Nol Esmeijer
Met de eeuwigheid! Kom nou gauw. Dat meen je toch niet. Als je jong bent denk je daar toch niet aan! Toch willen wij het over die eeuwigheid eens hebben met jullie! Want wij moeten met elkaar niet denken dat ons leven ophoudt wanneer we zijn gestorven. Dat is erg kort door de bocht. Dan maak je jezelf er heel gauw vanaf. Wie we ook zijn, wat onze leeftijd ook is, waar we ook vandaan komen: wij zijn allemaal op een reis waaraan nooit meer een einde komt. Onze tijd, onze werkelijkheid, onze wereld zit ingeklemd tussen twee eeuwigheden. Onze wereld komt van de ene en is op reis naar de andere eeuwigheid. En het gaat er maar om dat wij dat zien en er klaar voor zijn of ons er klaar voor laten maken!
DE EEUWIGHEID
Wij vinden vaak dat alles heel lang geleden is begonnen. En dat is ook zo. De Bijbel noemt dat de Schepping. Maar wij allemaal leven hier en nu, in deze tijd en wij kunnen niet daarheen waar het allemaal is begonnen. Als je het goed bekijkt is onze tijd een onderdeel van de eeuwigheid en wij moeten in onze leef"tijd" de beslissing nemen waar wij en in Wiens gezelschap wij de eeuwigheid willen doorbrengen. Wij krijgen dit leven met het oog op de eeuwigheid.
Er is een aantal vijanden die ons niet een eeuwigheid gunnen met de Here God. Je kunt over een paar van deze vijanden lezen in 1 Corinthiërs 15: 24: “…wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.” Wat of wie moet Hij (= de Here Jezus) onttronen?
le Alle heerschappij. Dat is vijand nummer één van onze eeuwigheid met de Here. Er zijn machthebbers, ook vrome, (Lukas 12:11), die ons willen onttronen. Die ons met de mond vol tanden willen zien staan, want wij kunnen geen woord ter verdediging van onszelf zeggen. Maar … er is de Heilige Geest. Hij kan het
wel, want Hij wijst onze vijand op de Heiland, onze Overwinnaar.
2e Alle macht. Nummer twee van onze vijanden. Hoe zet Hij deze vijand van de troon? Door erop te wijzen dat wij kinderen zijn in Hem. Er staat in Johannes 1 12: "Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden." Er staat eigenlijk: "…hun heeft Hij de bevoegdheid gegeven om zich als een kind van God te laten gelden." En als wij kinderen zijn dan zijn wij ook erfgenamen. Er staat in Romeinen 8:17 dat wij mede-erfgenamen van Christus zijn. Door deze bevoegdheid zijn wij één met de Here Jezus.
3e Alle kracht. Dat is de derde van onze vijanden t.a.v. de eeuwigheid. De Here Jezus onttroont deze vijand door een veel sterkere kracht. Door de kracht van de Heilige Geest, zoals wij lezen over deze Geest in Handelingen 1: 8: "Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt." Kracht is hier - en in 1 Cor. 15:24 - in het Grieks 'dunamis', waar het woord 'dynamiet' vandaan komt. De kracht (dunamis) die aan Gods kind is gegeven is veel sterker dan de kracht van onze vijand.
Willen wij allemaal wel leven bij en met Hem die bij Zijn Vader in de Troon een plaats heeft ontvangen? Willen wij allemaal wel met de Here Jezus leven?
DE LAATSTE VIJAND
Er staat over deze vijanden van onze eeuwigheid in 1 Corinthiërs 15:26: “De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood." Wij moeten over de dood allereerst zeggen, dat deze niet het einde betekent. Dat willen wel heel velen, hoe erg zij sterven ook vinden, maar dat is niet zo. In de intro schreven wij dat ook al. En hier en nu willen wij dat duidelijk nog eens zeggen: De dood is niet het einde. De dood is het begin van de eeuwigheid. Een eeuwigheid met of zonder God.
Als tweede moeten wij zeggen, dat de Bijbel het over het Leven heeft in tegenstelling tot de dood. Maar wij moeten goed begrijpen waarop de dood slaat, die door het Leven wordt overwonnen.
le Er is in de Bijbel sprake van lichamelijke dood. Als je Genesis 5 doorleest kom je negen keer deze lichamelijke dood tegen. Heel dicht bij het begin van alles, toen God in het paradijs aan de mens verbood om van één boom te eten - Genesis 2: 17: " ..... want ten dage dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven." En de monologe opsomming in Genesis 5 is er een bewijs van, dat God Zijn woord houdt. Er staat in 1 Johannes 5: 12: "Wie de Zoon van God heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet." Wat in dit leven begon, wordt helemaal zichtbaar in het leven hierna.
2e "Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden…, mede levend gemaakt met Christus… - Epheziërs 2:1 en 5. Het werk van Christus in en aan ons reikt veel verder dan de grens van dit leven. De Heiland is ook over de dood Overwinnaar. Hij heeft dat bewezen door Zijn opstanding. En nu is iedereen die in Hem is, gelijk geschakeld met Hem. In de Here Jezus hebben jij en wij het leven tot in eeuwigheid. Met Hem!
Tenslotte de meest belangrijke vraag voor jou misschien: hou jij in Gods kracht de vijanden van jouw eeuwigheid buiten de deur en ben je op reis naar een nooit eindigende tijd met Hem?
Helene en Nol Esmeijer