Wat leert Ruths geloofsbelijdenis ons?

Gieneke van Veen-Vrolijk • 91 - 2015 • Uitgave: 16
‘Uw God is mijn God’ (Ruth 1:16)

Dit artikel neemt ons mee naar het Bijbelboek Ruth en bepaalt ons bij de indrukwekkende geloofsuitspraak, die een uiterst cruciaal en allesbeslissend moment in het leven van een jonge vrouw markeert.


Ruths geschiedenis toont ons wat de – vaak zeer verstrekkende – gevolgen kunnen zijn van keuzes die men in het (geloofs)leven maakt. Haar geschiedenis leert ons hierbij ook hoe de almachtige hand van de Here God het leven van wie zich in geloof aan Hem toevertrouwt zegent, uitredt en leidt naar Zijn doel.

Ruths geschiedenis
De geschiedenis van Ruth vond plaats in de tijd van de Richters (1:1). In deze moeilijke en duistere tijd van Israëls vroege bestaan vormt Ruths geschiedenis (in de 12e of 11e eeuw v.Chr.) een opvallende tegenstelling ten opzichte van de vele negatieve gebeurtenissen die in het boek Richteren zijn opgetekend. In deze periode van geestelijk verval, geweld en burgeroorlogen schijnt ook het licht van geloofsverwachting en trouw aan God.
Wat ons van Ruth bekend is, komt voort uit het boekje dat haar naam draagt. Zij was de overgrootmoeder van koning David, maar wordt in andere Bijbelboeken niet genoemd, uitgezonderd haar eervolle vermelding in de geslachtsgeschiedenis van de Here Jezus (Matteüs 1:5). Dat opvallende gegeven vraagt onze bijzondere aandacht!
Aan het begin van haar leven wees niets er op dat zij, een Moabitische, zo’n voorname plaats zou krijgen in de geslachtslijn van de Messias. Maar bij God is niets onmogelijk! Ruths geschiedenis toont ons hoe de God van Israël, de soevereine Koning, Zijn volk bestuurt en mensen inschakelt in de vervulling van Zijn heilsplan. Hierbij werd ook Ruth, als arme weduwe, betrokken…
Als Moabitische trouwde zij met Machlon, de zoon van een Israëlitische man die wegens hongersnood met zijn gezin vanuit Bethlehem naar Moab was getrokken. Daar vonden zij echter geen geluk, want die Israëlitische man, Elimelech, stierf in Moab, evenals zijn beide zonen Machlon en Kiljon, die inmiddels met Moabitische vrouwen – respectievelijk Ruth en Orpa – waren getrouwd. Elimelechs weduwe Naomi bleef zo achter met beide schoondochters die eveneens weduwe waren geworden (1:1-5).

Een verkeerde keuze
Afval en eigenmachtig optreden van mensen, zoals dat in de richterentijd gebruikelijk was, vormen het begin van het boekje. Met weinig woorden schetst de auteur de omstandigheden waarin een Judees gezin zich bevindt (1:1). Er was hongersnood in het land en daardoor was er geen voedsel in de plaats Bethlehem (met de veelzeggende naam ‘Broodhuis’). Hoe kon er gebrek zijn in het land ‘vloeiend van melk en honing’ (Exodus 3:8,17; Numeri 13:27; Deuteronomium 31:20)?
Toen Israël als Gods verbondsvolk het beloofde land introk, hield God hen bij monde van Mozes overduidelijk de gevolgen van trouw of ontrouw aan het Verbond voor (Deuteronomium 28): gehoorzaamheid en verbondstrouw brengt zegen. Deze hongersnood staat nu in tegenstelling tot de verbondszegen van voedsel en overvloed en kan daarom als oordeel worden beschouwd. Dit geldt temeer omdat er in Moab blijkbaar geen gebrek was. Het vertrek naar Moab om daar als vreemdeling te wonen hield sociale onzekerheid in, maar was vooral geestelijk gevaar, omdat daar Kamos werd gediend en niet de Here. Was het wel Gods wil dat Elimelechs gezin naar Moab vertrok? Uitgerekend Moab! Dit volk had in Israëls geschiedenis al voor grote geestelijke problemen gezorgd. Was het niet beter geweest in het land van Gods belofte te blijven en zich voor Hem te verootmoedigen? In Moab vond men slechts dood en leegte…

Op weg naar Bethlehem
Als Naomi verneemt dat er weer voedsel is in Bethlehem en besluit terug te keren, gaan beide schoondochters met haar mee. Dit getuigt van liefde voor hun schoonmoeder. Naomi dringt er onderweg echter op aan dat zij beter kunnen terugkeren naar hun ouderlijk huis, want wat valt deze jonge vrouwen te wachten in een vreemd, onbekend land, terwijl zijzelf niets meer te bieden heeft? Hiermee offert zij zichzelf wel op! Uiteindelijk laat Orpa zich overtuigen en keert terug… Ruth valt echter niet te bewegen om Naomi te verlaten. Maar het is veel meer dan liefde voor Naomi wat haar tot de beslissende keuze brengt om met haar mee te gaan naar het land van Gods verbondsvolk, Israël. Naomi, die in het begin van deze geschiedenis zo bitter naar voren komt, blijkt daarvoor duidelijk van de God van Israël te hebben gesproken en Hem te hebben beleden. Daarom kan Ruth in haar beslissing verwijzen naar de God van haar schoonmoeder!

De grote beslissing: ‘Uw God is mijn God’
Ruth luistert niet naar Naomi’s argumenten, maar neemt haar besluit mee te gaan naar Juda op grond van (prille?) geestelijke inzichten die boven het redelijke van menselijke logica uitstijgen. Haar keuze gaat uit van de geloofsbelijdenis ‘Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God…’ (1:16). Ruths indringende verklaring geeft aan dat zij voortaan alleen de HERE wil dienen en bij Zijn verbondsvolk wil horen. Hiermee keert zij de afgoderij van Moab definitief de rug toe om de enige God, de God van Israël, te volgen. De God van Israël is nu ook Ruths God!

Leven uit geloof
Door haar geloofsbelijdenis krijgt haar leven een geheel nieuwe wending. Vertrouwend op God laat zij zich door Hem leiden, gebruiken en vullen. Hierbij kenmerken toewijding, trouw, moed en volharding haar optreden. Wanneer zij later Boaz ontmoet en huwt, wordt de zoon die zij ontvangt een schakel in de geslachtslijn van David, waaruit uiteindelijk de Messias zou voortkomen (Matteüs 1:5; Lucas 3:32). Een arme Moabitische wordt eervol vermeld in de genealogie van Jezus Christus! Dit alles als vrucht van haar persoonlijke geloofsbeslissing. Zo werkt Gods onuitsprekelijke en grenzeloze genade…

Gieneke van Veen-Vrolijk