Wat kunnen wij voor Israël doen?

Jan van Barneveld • 76 - 2000/01 • Uitgave: 24
In 1974 verscheen er in de VS een profetische bestseller. De titel van het boek was: 'De komende Russische invasie van Israël'. Het was de schrijvers, kenners van het profetische Woord, opgevallen hoe in 1973 Rusland de Arabische landen actief steunde tijdens de Yom Kippoer Oorlog, die bijna verkeerd afliep voor Israël. Zij hadden sterk de indruk dat de inval van Rusland, die in Ezechiël 38 en 39 beschreven wordt, voor de deur stond.

We zijn nu 27 jaar verder. Het Russische imperium is in 1991 ingestort. Uitleggers van de profetie zijn nu geneigd om deze inval van Rusland en z'n bondgenoten aan het eind van het Vrederijk te plaatsen (zie Openb. 20:8). Dit is niet alleen een voorbeeld van het feit dat we voorzichtig moeten zijn met het maken van profetische scenario's. Er zit meer achter. Het profetische Woord is geen voorspellen. Het is door God zo gegeven dat er verschillende detail-scenario's mogelijk zijn en het niet verstandig is om voorspellingen te doen. Er is namelijk ruimte voor bekering en ook voor ons menselijk handelen.

De gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid van Israël en ook van ons spelen een grote rol in de ontwikkeling van het profetische Woord en dus ook bij het komen van het Koninkrijk. Hoe profetie vervuld wordt hangt voor een deel van Israël, maar ook van ons af. We vinden onze rol bijvoorbeeld terug in 2 Petrus 3: 12 waar gesproken wordt over ons die de komst van de Dag van God kunnen 'verhaasten'. Zie de vertalingen van Prof. Brouwer en van Luther. David Stern, een Messiaanse Jood, vertaalt zelfs: 'terwijl u wacht op de Dag van God en werkt om die komst te verhaasten'. We kunnen en moeten er dus aan werken. Zo heeft de Heer het bepaald. Hij werkt met en door mensen. Profeten baden tot God en wisten door hun voorbede een oordeel af te wenden of uit te stellen. Wij kunnen er dus iets aan doen.

Wij spelen mee in de ontwikkeling van het profetische gebeuren. Wat wordt er dan van ons verwacht? Wat kunnen of beter mogen wij voor Israël doen? Opdat het Koninkrijk spoedig komt en Israël tot zegen voor de hele aarde zal zijn!

ISRAËL IS GODS ZAAK
Regelmatig roepen wij op tot gebed voor Israël. Dat is belangrijk, zeer belangrijk. Want de strijd om Gods volk, om Gods land en om de Heilige Stad is in wezen een geestelijke strijd. De oorlogen om Israël en ook de Intifada die nu gaande is, zijn de zichtbare en aardse kanten van een oorlog in de hemelse gewesten. Israël is als knecht van de Heer altijd het doelwit in deze strijd. Middenin Jeremia 30, het machtige hoofdstuk over het herstel van Israël, klaagt de Heer: '..niemand is er die het voor u opneemt'. De mogelijkheid om het voor Israël op te nemen is er dus. Dit profetische Woord is heel actueel! Alleen de V.S. staat nog min of meer achter Israël en houdt de Arabische landen en ook de rest van de wereld tegen zodat zij Israël nog niet op de nek springen. Maar hoe lang nog?

Israël is 'een volk dat alleen woont en onder de natiën zich niet rekent' (Num. 23:9) zei de heiden-profeet Bileam al. Ook dit zien we voor onze ogen. Aan de andere kant is dat de bedoeling van de God van Israël: 'Weest Mij heilig, want heilig ben Ik, de HERE, en Ik heb u afgezonderd van de volken, opdat gij Mij zou toebehoren' (Lev. 20:26). De seculiere (niet-gelovige) regeringsleiders van het huidige Israël zien deze bijbels-profetische dimensies niet. Zij hebben ook weinig zicht op de heiligheid van het land en van Jeruzalem. Maar de meeste Joden in de nederzettingen in Judea en Samaria putten juist moed uit dit Woord van God. Israël is in wezen Gods zaak en de Heer van hemel en aarde zal zeker tot Zijn doel komen met Zijn volk. Maar hoe Hij tot dat geweldige doel komt hangt niet alleen van Israël af, maar ook van onze voorbede en van de houding van de Gemeente van de Here Jezus.

GOD KOMT TOT ZIJN DOEL
Vooral de profeet Ezechiël hamert erop dat Israël Gods zaak is. Leest u maar eens in H34 hoe vaak de God van Israël zegt: 'Ik zal…': 'Ik zal Zelf mijn schapen weiden…'; 'Ik zal voor hen een plantengroei doen opschieten, waarvan men overal spreekt…'(29). In het kleine stukje Eze. 36:22-38 staat meer dan 20 maal het heilige 'Ik zal…'. Dat gaat dan over het herstel van Israël. De God van Israël zal zijn werk aan zijn volk voltooien terwille van zijn Naam. Ook hier zien we dat er een geestelijke strijd gaande is. De god van de Islam, Allah, verzet zich met alle middelen tegen het plan dat de God van Israël, dat JHWH aan het uitvoeren is. 'Niet om uwentwil doe Ik het, huis van Israël, maar om Mijn heilige Naam… en de volken zullen weten dat Ik de HERE ben' (zie Eze.36:22 en 23). Dit is de grote garantie dat de God van Israël tot zijn doel zal komen met Israël. Hij zal Jeruzalem tot lof stellen op aarde. Hij zal Zijn volk zegenen 'opdat alle einden van de aarde Hem vrezen' (Psalm 67:8). Hij zal 'de vervallen hut van David weer opbouwen… opdat het overige deel van de mensen de Here zoeke' (Hand.15:17). De verlossing van de aarde staat op het spel.

En wij, wat is, naast gebed dan onze rol en taak als Gemeente van de Messias Jezus? Laten we eerst even in de geschiedenis duiken.

VREEMDE VOGELS
De God van Israël Zelf zal het doen. Hij staat daar garant voor. Hij is het die zijn volk al die eeuwen apart gehouden heeft voor dat doel. Ondanks het streven van veel seculiere Joden om 'geen volk meer te zijn (zie Jer.33:24) zal Israël een volk worden 'geheiligd (=afgezonderd) voor de HERE. Wat moeten wij, gelovigen-uit-de-volken, dan nog? Er zijn in de loop van de geschiedenis altijd vreemde vogels uit de volken geweest die Israël steunden. Mensen, groepen van mensen, vorsten en zelfs landen, die zich door God lieten gebruiken tot zegen voor Israël. Het begon met Sifra en Pua, de twee Egyptische vroedvrouwen, die weigerden mee te werken aan het plan van Farao om Israël uit te moorden. God zegende deze dappere vrouwen voor hun inzet voor Israël. Dan komt de schoonvader van Mozes, de priester van Midian, Jetro, Israël bemoedigen. Op aandringen van Mozes blijven zijn zonen bij Israël om als gidsen te dienen in de woestijn (zie Num. 10:29). De Kenieten spelen steeds een positieve rol in en rond Israël en de Heer zegent hen.

De inwoners van de Kanaanitische stad Gibeon brengen het geloof op om voor Israël te kiezen en worden gered (zie Jozua 9 en 10). Dan zijn er machtige vorsten, zoals de Pers Kores, die het Joodse volk hielpen bij de terugkeer uit de Babylonische ballingschap. In de loop van de bijna 19 eeuwen van de Galoet, de tweede ballingschap van het Joodse volk, is gebleken dat het woord 'Ik zal zegenen wie u zegent en wie u vervloekt zal Ik vervloeken' van kracht was. Volken die goed waren voor de Joden werden gezegend en er kwam oordeel over volken die Gods volk vervolgden. Interessant is te zien hoe christen-zionisten zo'n 150 jaar geleden aan de wieg stonden van de Joodse zionistische beweging. Zo maakt de Heer gebruik van de diensten van de volken om Zijn doel te bereiken met Zijn uitverkoren volk Israël.

EEN VREEMDE STELLING
Naast voorbede is pionier-evangelisatie, het bereiken van onbereikte volken met het Evangelie, één van de belangrijkste diensten die de Gemeente van de Here Jezus Israël kan bewijzen. Immers pas als alle volken het Evangelie is gebracht zal het einde aanbreken (zie Matt.24:14). Eerst moet er een volk uit de heidenen verzameld worden; pas daarna zal de 'vervallen hut van David worden herbouwd' (zie Hand. 15:14-16). Eerst moet de Gemeente haar plicht doen, de zendingsopdracht gehoorzamen. Dan pas is Israël weer ten volle aan de beurt. Paulus had dat zeer goed begrepen. Hij ging in het begin altijd eerst naar de synagoge: Het Evangelie voor de Joden.

Maar na zijn discussie met de Joden uit Rome (zie Hand.28) is hij daarmee opgehouden. 'Het zij u dan bekend dat dit heil van God aan de heidenen gezonden is' (28:28). Gehoorzaamheid aan deze Grote Opdracht is ook voor Israël en voor de snelle voortgang van Gods plannen van grote betekenis. Paulus en de Gemeente brachten en brengen het Evangelie aan de volken. Petrus en de Messiaanse gelovigen zijn getuigen in en voor Israël. Daarom is pionier-evangelisatie een eerste prioriteit voor de Kerk van Christus en onze bijdrage aan een spoedige komst van de Here Jezus en de doorbraak van het Koninkrijk van God.

ACTIEPROGRAMMA
Wat kunnen en mogen wij nu voor Israël doen? De discipelen vroegen 40 dagen na de opstanding van de Here Jezus: 'Here, herstelt u in deze tijd het koningschap voor Israël?' Hoe kan de Gemeente, hoe kunnen u en ik werken aan een 'verhaaste' komst van dat Koninkrijk?

Gebed is al genoemd. Als u dagelijks voor Israël gaat bidden zal de Heer u hierin ook verder en dieper leiden. Omdat we 'in de Naam van de Here Jezus' bidden hebben wij toegang tot de Troon en oefenen zo grote invloed uit op de strijd die nu om Israël gaande is.

• Een nederige houding tegenover Gods uitverkoren volk. De kerk heeft weinig redenen om trots te zijn op de houding tegenover onze oudere broer Israël. In september 1999 is in de Domkerk in Utrecht schuld is beleden. Dat was een diepe geestelijke ervaring. Maar Boete 99 moet voortgang vinden. Men is hiermee bezig en wij zullen u op de hoogte houden.

• Studie in Gods Woord over de plaats en functie van Israël in Gods heilsplan.

• Daad-steun, zoals het Exobusproject en andere projecten, handtekeningenacties, bloembollen, ingezonden brieven, hulp aan Messiaanse gemeenten, waardoor Israël zeer bemoedigd wordt.

• Een leven toegewijd aan de Heer. Zoals de Here Jezus vlak voor Zijn sterven zei: 'Ik heilig Mij voor hen', zo heiligen ook wij ons voor Gods roeping in ons leven, voor onze gezinnen en in het bijzonder voor Israël. Wellicht wordt er nog iemand door 'tot jaloersheid verwekt' voordat de Here Jezus terugkomt.

drs. Jan van Barneveld