Wat is genade van God?
Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 91 - 2015 • Uitgave: 24
Het evangelie is Gods boodschap aan verloren mensen. God biedt daarin een volkomen geneesmiddel aan voor alle factoren die tezamen de verloren toestand van de mens vormen. In plaats van de ongerechtigheid van de mens wordt de gerechtigheid van God gegeven.
In plaats van veroordeling komt er vrede met God. Je komt in de genade te staan en wordt aangenomen in de Geliefde. In plaats van dood te zijn in misdaden en zonden, ontvang je de gave Gods, dat is het eeuwige leven door Jezus Christus. In plaats van ellende van de oude mens, een nieuw schepsel.
In plaats van de hulpeloosheid van menselijke begrensdheid, ontvang je de hulpbronnen van de inwonende Geest. In plaats van onuitsprekelijke armoede, word je toegelaten tot de wondervolle erfenis ‘mede-erfgenamen met Christus’ te zijn. In plaats van de verloren toestand, gebonden door de machten der duisternis, mag je nu en voor eeuwig staan in de vrijheid van het kindschap Gods in de heerlijkheid van het Vaderhuis en in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde.
Dit is blijde tijding en de helft is nog niet aangezegd.
Eeuwige verzoening
De Here God heeft ons, meer dan ooit tevoren in Zijn woord bekend gemaakt wat nodig is om verlost te worden. Voordat zondaren gered konden worden, moest met de zonde worden afgerekend. Dat gebeurde aan het kruis. Jezus was het Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt. Sinds het Lam was geslacht, gaat de uitnodiging rond: ‘Wie wil, mag komen en die tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen.’ Door de dood van Christus is een volkomen, eeuwige verzoening voor verloren mensen tot stand gebracht. Een verzoening van de zonde en een verzoening met God.
Verlossing door geloof
Het onderscheid tussen wat God in het Kruis al voor zondaars gedaan heeft en wat Hij aanbiedt nu voor hen te doen, is van het grootste belang.
1. Het vertelt zondaren dat verlossing nu zonder geld of prijs wordt aangeboden.
2. Het vertelt zondaren dat deze verlossing mogelijk is geweest alleen door het kruis van Christus.
Verlossing is niets minder dan een scheppingsdaad van God, waardoor een nieuw schepsel ontstaat dat uit de Heilige Geest geboren en een wettig kind van God is. Om daar echt deel aan te krijgen, moet de mens aan een aantal voorwaarden voldoen. De mens kan geen andere houding aannemen dan die van verwachting en afhankelijkheid van een Ander, die alleen machtig is te redden, dus persoonlijk vertrouwen en persoonlijk geloof in de Verlosser. Verlossing wordt verkregen door geloof, er is geen andere weg.
Dit is de genadeboodschap, dat is niet moeilijk te begrijpen. Er zou geen andere ‘blijde tijding’ kunnen zijn, die te vergelijken was met het feit dat zondaren nu, voor eeuwig kunnen gered worden, op geen andere voorwaarde dan dat zij het eeuwige leven in Christus als een genade-gift ontvangen uit Gods hand.
Dit het evangeliewoord;
God roept tot mij, tot u,
Tot iedere sterv’ling die het hoort:
Jezus redt u nu!
God spreekt, die God, Die nimmer liegt.
Geen twijfel meer, die ’k duld.
’k Geloof Zijn woord, dat nooit bedriegt.
Jezus redt mij nu!
(Zangbundel Joh. de Heer 49:1,2)
(Uit: ‘Hoe kom ik tot bekering?’, Joh. de Heer. Overgenomen en bewerkt door Henk Schouten. Alle Bijbelverzen zijn gekozen uit de HSV.)
In plaats van veroordeling komt er vrede met God. Je komt in de genade te staan en wordt aangenomen in de Geliefde. In plaats van dood te zijn in misdaden en zonden, ontvang je de gave Gods, dat is het eeuwige leven door Jezus Christus. In plaats van ellende van de oude mens, een nieuw schepsel.
In plaats van de hulpeloosheid van menselijke begrensdheid, ontvang je de hulpbronnen van de inwonende Geest. In plaats van onuitsprekelijke armoede, word je toegelaten tot de wondervolle erfenis ‘mede-erfgenamen met Christus’ te zijn. In plaats van de verloren toestand, gebonden door de machten der duisternis, mag je nu en voor eeuwig staan in de vrijheid van het kindschap Gods in de heerlijkheid van het Vaderhuis en in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde.
Dit is blijde tijding en de helft is nog niet aangezegd.
Eeuwige verzoening
De Here God heeft ons, meer dan ooit tevoren in Zijn woord bekend gemaakt wat nodig is om verlost te worden. Voordat zondaren gered konden worden, moest met de zonde worden afgerekend. Dat gebeurde aan het kruis. Jezus was het Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt. Sinds het Lam was geslacht, gaat de uitnodiging rond: ‘Wie wil, mag komen en die tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen.’ Door de dood van Christus is een volkomen, eeuwige verzoening voor verloren mensen tot stand gebracht. Een verzoening van de zonde en een verzoening met God.
Verlossing door geloof
Het onderscheid tussen wat God in het Kruis al voor zondaars gedaan heeft en wat Hij aanbiedt nu voor hen te doen, is van het grootste belang.
1. Het vertelt zondaren dat verlossing nu zonder geld of prijs wordt aangeboden.
2. Het vertelt zondaren dat deze verlossing mogelijk is geweest alleen door het kruis van Christus.
Verlossing is niets minder dan een scheppingsdaad van God, waardoor een nieuw schepsel ontstaat dat uit de Heilige Geest geboren en een wettig kind van God is. Om daar echt deel aan te krijgen, moet de mens aan een aantal voorwaarden voldoen. De mens kan geen andere houding aannemen dan die van verwachting en afhankelijkheid van een Ander, die alleen machtig is te redden, dus persoonlijk vertrouwen en persoonlijk geloof in de Verlosser. Verlossing wordt verkregen door geloof, er is geen andere weg.
Dit is de genadeboodschap, dat is niet moeilijk te begrijpen. Er zou geen andere ‘blijde tijding’ kunnen zijn, die te vergelijken was met het feit dat zondaren nu, voor eeuwig kunnen gered worden, op geen andere voorwaarde dan dat zij het eeuwige leven in Christus als een genade-gift ontvangen uit Gods hand.
Dit het evangeliewoord;
God roept tot mij, tot u,
Tot iedere sterv’ling die het hoort:
Jezus redt u nu!
God spreekt, die God, Die nimmer liegt.
Geen twijfel meer, die ’k duld.
’k Geloof Zijn woord, dat nooit bedriegt.
Jezus redt mij nu!
(Zangbundel Joh. de Heer 49:1,2)
(Uit: ‘Hoe kom ik tot bekering?’, Joh. de Heer. Overgenomen en bewerkt door Henk Schouten. Alle Bijbelverzen zijn gekozen uit de HSV.)
