Wat bekering niet is (1)

Joh. de Heer / ds. Henk Schouten • 91 - 2015 • Uitgave: 10
Om te gaan ontdekken wat bekering is, is het wel zo belangrijk om te weten wat bekering niet is. Er is een groot risico dat we allerlei zaken verwisselen met bekering en onszelf daarmee van de werkelijke bekering afhouden.

Er zijn duizenden die ooit ‘belijdenis des geloofs’ hebben afgelegd en meenden daarin voldoende grond te hebben voor hun zaligheid. Natuurlijk zijn er onder die velen zeker mensen voor wie dit tevens ook een stap van bekering en overgave van het hart was. Toch zal het meestal gaan, zoals het ook mij is vergaan: Even een aandoening van het gevoel, wat vermeerdering van Schriftkennis, enige ogenblikken van ernst… maar dan weer voort in het volle leven, niet slechter, maar meestal ook niet beter dan vroeger en binnen een jaar is alles voorbij.
Niettegenstaande tal van trouwe voorgangers die op de ernst van die stap wijzen, is het toch een feit dat velen in het doen van belijdenis, zonder vernieuwing van het hart, een daad zien, die hetzelfde is als bekering. Dit is een grote vergissing. In het doen van belijdenis mag men nog zoveel voordelen zien als men wil, alleen, men bega niet de vergissing hierin bekering te zien zoals de Schrift die leert.

Verandering van Kerk
Weer anderen menen dat zij door het verlaten van een kerk, waar naar hun menig het evangelie niet zuiver wordt verkondigd, of waar dingen gebeuren die in strijd zijn met de Schrift, of om welke reden dan ook, een daad te doen, die voor God gelijk staat met bekering.
Wanneer bijvoorbeeld een Jood gedoopt wordt en lid wordt van een christelijke kerk, wil dat volstrekt niet zeggen dat daarmee ook zijn hart bekeerd is. Is het laatste het geval, dan zal zeker het eerste het gevolg zijn. Maar als een Jood christen wordt en uiterlijk overgaat tot het christendom, dan achtte men het toch vooral geen bekering. Er kunnen allerlei andere redenen zijn die hem tot die stap aangezet hebben.
De Roomse Kerk spreekt van bekering wanneer een protestant Rooms wordt. Laten we niet in de fout vallen om allen bekeerd te achten die van de Roomse naar de protestantse kerk overgaan. Men kan de naam hebben, maar er toch dood voor zijn (Openbaring 3:1). Er is een bekering die ons levend maakt; er zijn ook ‘bekeringen’ die ons dood kunnen laten.

Gedoopt zijn
Veel mensen stellen bekering en wedergeboorte gelijk met de doop, zij het dan dat we die als kind door besprenkeling, of als volwassene door onderdompeling ontvangen hebben. Het is heel gevaarlijk op dit punt de vorm aan te zien voor het innerlijk wezen. Verre van iets tegen de Bijbelse handeling te zeggen, moet men toch voorzichtig zijn met de doop, die de bekering noodzakelijk vooraf moet gaan, of die de bekering vanzelf meebrengt. Als dat zo zou zijn, dan zouden alle gedoopte mensen wedergeboren zijn en zou de doop hen de vrede van God geven en rust om behoud. Dan zou het lezen uit het doopregister de ware vrede brengen, wanneer het stervensuur nadert.
Dan hoeven we het evangelie der bekering niet meer te prediken en hoeven we ook niet meer op te roepen tot geloof in de Here Jezus. Dan zouden we er verstandig aan doen de zendelingen enkel nog de opdracht geven om zoveel mogelijk mensen te dopen. De doop is een uiterlijke daad, bekering is een innerlijke overtuiging. We mogen de doop niet verwarren met bekering.

Goede werken
Veel mensen veranderen hun leven, laten drank en meer verslavende zaken links liggen. Ze passen hun gedrag en levensstijl aan. Er zijn allerlei deugd verschijnselen en goede werken, die afgezien nog van geestelijke drijfveren zeer verblijdend zijn en de mens en zijn naaste ten goede komen, maar men moet zich niet vergissen, dit behoeft nog geen bekering naar de Schrift te zijn.

(Uit: ‘Hoe kom ik tot bekering?’, Joh. de Heer. Overgenomen en bewerkt door Henk Schouten)