Waarom zouden we weer terug gaan?!

Marianne Glashouwer-van der Lugt • 82 - 2006/07 • Uitgave: 8/9
“Waarom zouden we eigenlijk weer terug gaan naar huis?” verzuchtte ik. “Wat is het hier prachtig, het lijkt wel of we in het paradijs zijn.” We reden in een jeep door het Nakuru Nationaal Wildpark in Kenia, ten noorden van Nairobi. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt.

Zoveel wilde dieren die zomaar rondlopen in de vrije natuur. Daarbij vergeleken is een dierentuin toch maar niks.


We waren voor ons werk in Kenia en logeerden bij vrienden, die daar al jarenlang wonen. Gelukkig was er naast het werk ook nog ruimte voor een korte safari!

’s Morgens vroeg vertrokken we uit Nairobi en na ongeveer drie uur rijden kwamen we in het Nakurupark
aan. We keken onze ogen uit naar het prachtige landschap. Wat is de schepping toch mooi, wat hebben
we een machtige Schepper! Psalm 104 eert God als de Schepper van hemel en aarde, van al wat leeft:


‘Looft de Here, mijn ziel,

Here, mijn God, Gij zijt zeer groot,

Gij hebt U met majesteit en luister bekleed.

Hij hult Zich in het licht als in een mantel,

Hij spant de hemel uit als een tentkleed’
(vers 1 en 2)


Toen we bij het park aankwamen reden we eerst naar het Nakurumeer, waar we de flamingo’s bewonderden.

Duizenden en nog eens duizenden vogels waren er. Het zag eruit als één groot roze tapijt. Enkele vogels
stonden afgezonderd van de anderen. Eenzaam en alleen, wachtend op de dood.


‘verbergt Gij uw aangezicht,

zij worden verdelgd,

neemt Gij hun adem weg, zij sterven

en keren weder tot hun stof’
(vers 29)


Toen we verder reden zagen we twee witte neushoorns bij een groepje buffels liggen. Ook de grote groepen zebra’s maakten indruk op ons. Wat een mooie dieren met hun prachtige tekening. Toen ik goed keek, zag ik dat niet één dier hetzelfde was. Elk dier had zijn eigen streepjespatroon. God heeft ieder mens, maar ook ieder dier uniek gemaakt.
God zorgt voor Zijn schepping. Is het niet een troostvolle
gedachte dat we een Vader in de hemel hebben die voor ons zorgt? Ook al ervaren we het soms niet, toch mogen we vast op Hem vertrouwen. Want het staat in Zijn Woord. Hij zorgt voor mens en dier:


‘Hij zendt de bronnen naar de beken,

tussen de bergen vloeien zij daarheen;

zij drenken alle dieren des velds,

de wilde ezels lessen hun dorst,

daarbij woont het gevogelte des hemels,

van tussen de takken laat het zijn lied horen’

(vers 10-12)


‘Hij doet het gras ontspruiten voor het vee,

het groene kruid ter bewerking door de mens,

brood uit de aarde voortbrengende

en wijn, die het hart des mensen verheugt,

het aangezicht doende glanzen van olie;

ja, brood, dat het hart des mensen versterkt’

(vers 14 en 15)



Aan het einde van de dag wilde ik het liefst in het park blijven. Ik had het gevoel dat dit het echte leven was. Hier voel je Gods aanwezigheid en zie je Zijn grootheid. Psalm 104 eindigt met een geweldige belofte: éénmaal zal de zondige mens niet meer in staat zijn deze prachtige schepping
van God te verderven, zoals we dat nu overal om ons heen zien gebeuren.


‘De zondaren zullen van de aarde vergaan,

en de goddelozen zullen niet meer zijn.

Loof de Here, mijn ziel. Hallelujah.’
(vers 35)


Hier hebben we een prachtig vergezicht. Eens zal Hij terugkomen
om alle dingen nieuw te maken. Dan zal er geen zonde en ziekte meer zijn. Wat een geweldige toekomst
gaan we tegemoet, als we voor eeuwig met Hem zullen zijn. Tot die tijd gaan we gewoon terug naar ons leven hier, ons werk, onze familie, onze vrienden en doen ‘wat onze hand vindt om te doen’. Tot Zijn eer en tot zegen van onze naaste!