Waarom zijn er meer vrouwen in de kerk?
We zaten aan de maaltijd tijdens een jongerendag van een Nederlands kerkgenootschap. De broeder naast me was van het deputaatschap. Hij keek eens om zich heen en merkte op dat er onder de honderden aanwezigen aanmerkelijk meer dames waren dan jongens. Het was me ook al opgevallen. Zeker de groep vrijwilligers bestond bijna volledig uit jonge vrouwen. Maar ook onder de deelnemers waren de mannen in de minderheid.
Ik kreeg een gesprekje over dit fenomeen. Het is niet bepaald uniek in de wereldkerk of in de kerkgeschiedenis. Kijk maar naar de vrouwen bij het kruis en het graf. De vele voorname Griekse vrouwen die Paulus’ woorden geloofden. De eerste bekeerling in Europa, Lydia de purperverkoopster. De Romeinse vrouwen in wier huizen de vroege kerk samenkwam.
Omaatjes in Oost-Europa
Maar ook vandaag de dag zijn er (veel) meer vrouwen die christen zijn dan mannen. Dat zie je vooral op drie gebieden. In de eerste plaats de jonge kerk. Vrouwen zijn doorgaans de eersten die het geloof omarmen en in jonge kerken, bijvoorbeeld in China, zie je dat vrouwen doorgaans fors in de meerderheid zijn. Dan is er de krimpende kerk. In landen waar de kerk het zwaar heeft, zie je dat de vrouwen blijven als de mannen al lang weg zijn. In Oost-Europa worden veel kerken gedragen door omaatjes. In geseculariseerde delen van West-Europa zie je hetzelfde. Er zijn vooral veel moeders en grootmoeders, soms met kinderen. Maar de jongens haken vaak in de tienertijd af en mannen tussen de twaalf en zestig zijn er in verhouding weinig. Als laatste is er het zendingsveld. De schattingen zijn dat ongeveer tweederde van de zendelingen vrouw is. Voor elke mannelijke zendeling zijn er dus twee vrouwen.
Vanwaar dit grote verschil? Wat zegt dit over de kerk? En moeten wij daar wat mee? De afgelopen decennia is het in zwang gekomen om het gebrek aan mannen te zien als een teken dat de kerk iets fout doet. De kerk zou niet avontuurlijk genoeg zijn of mannen afstoten. Kerken moeten minder vrouwelijk worden, anders willen er alleen maar watjes heen. De kerk is te passief, de liedjes zijn te zoetsappig, het is allemaal niet stoer genoeg.
Feminisering van de kerk
Ik heb grote moeite met deze manier van denken. Allereerst omdat daarmee wordt geïmpliceerd dat ‘vrouwelijk’ zijn iets minderwaardigs is. Maar ook omdat vrouwen daarmee impliciet de schuld krijgen van dat door hun nadrukkelijke aanwezigheid mannen niet meer willen komen. Daarmee krijgen de vele vrouwen die verdriet hebben dat hun mannen afgehaakt zijn, en die met grote moeite alleen de geestelijke opvoeding voor hun rekening nemen, er nog een last bij. En dat is oneerlijk. Al was het alleen al omdat zeker reformatorische en evangelische kerken vrijwel uitsluitend geleid worden door mannen, die daarmee verantwoordelijk zijn voor de vermeende ‘feminisering’ van de kerk. Ook wordt eraan voorbijgegaan dat juist waar de kerk op zijn avontuurlijkst en uitdagendst is, het zendingsveld, de vrouwen nog steeds ruim in de meerderheid zijn.
Ik denk niet dat het gebrek aan mannen in de eerste plaats gezien moet worden als gevolg van een kerk die niet ‘mannelijk’ genoeg is. Ik denk dat er geestelijke oorzaken zijn en dat het zelfs past in het plan van God. Hij roept immers Zijn kinderen uit de volken en de kerk is het werk van Zijn genade. En daarmee past in de eerste plaats dankbaarheid voor elke vrouw die door Christus eeuwig leven heeft ontvangen. Wie zijn wij om te klagen dat er zoveel vrouwen in de kerk zitten? Elk van hen is kostbaar voor God, door Hem geroepen en ingelijfd in Zijn lichaam. Dat er in verhouding veel vrouwen in de kerk zitten, laat zien dat bij God geen aanzien des persoons is. Hij ziet vrouwen niet als minderwaardig, maar deelt Zijn genade overvloedig aan hen uit.
Wat als mannen niet willen?
Ik heb wel eens een zendingsleider horen klagen dat kerken in de Arabische wereld meer een soort vrouwenverenigingen zijn. Hij was ervoor dat evangelisatie zich richtte op mannen en dat die dan vanzelf hun vrouwen wel mee zouden nemen. Maar wat als de mannen niet willen? Dan moeten die vrouwen ook maar verloren gaan? Paulus klaagde niet toen hij in Filippi alleen een groepje godvrezende vrouwen vond bij de rivier die samengekomen waren voor gebed. Hij zei niet tegen Lydia dat ze eerst haar man moest halen. Hij verkondigde het Evangelie aan deze vrouwen en de Here opende het hart van Lydia. Haar huis werd de uitvalsbasis van het eerste zendingswerk in Europa.
Dit raakt aan een belangrijk geestelijk principe, verwoord in 1 Korinthe 1 ‘...wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren...’ (vers 27-28). De kerken vol vrouwen zijn niet in de eerste plaats een teken dat de kerk iets fout doet, het is een natuurlijk uitvloeisel van het Evangelie. In het koninkrijk van God worden rollen omgedraaid. Het zijn niet de aanzienlijken en de sterken die staan te dringen als ze het Evangelie horen. Geen wonder, want het Evangelie vraagt dat mensen sterven aan zichzelf. Alles opgeven, dat is een stuk makkelijker als je minder hebt. Nieuw leven ontvangen, dat klinkt een stuk beter als het leven dat je hebt niet zo geweldig is. De liefde van Christus, dat is muziek in de oren voor hen die weinig liefde krijgen. Genade, dat is moeilijk te ontvangen voor hen die sterk en onafhankelijk willen zijn, zeg maar voor het stereotype man.
Sociale ladder
Daar komt bij dat het aanvaarden van het christelijke geloof in zendingsgebieden je sociale status flink naar beneden kan halen. De jonge kerk groeit vaak op in een context van vervolging. Mannen hebben vaak meer te verliezen dan vrouwen op het gebied van carrière en status. Vrouwen, die toch al lager op de sociale ladder staan, hebben dat probleem minder. Vaak is er zelfs sprake van het tegenovergestelde. Doordat ze zich aansluiten bij een kerk, worden ze deel van een gemeenschap waar ze gewaardeerd, geliefd en beschermd worden.
In landen waar de kerk veel respect geniet en een integraal deel van de samenleving is geworden, zie je dat het percentage mannen in de kerk toeneemt. Sociaal en financieel kan het dan voor mannen gunstig zijn om bij een kerk te horen. Kerkelijk leiderschap brengt status met zich mee. En het kan zelfs de algemene verwachting zijn in een maatschappij dat je als ‘goede’ man naar de kerk behoort te gaan.
Maar als de kerk in een periode van verval komt, dan zie je weer hoe vrouwen in aantallen de overhand nemen. Kerkgang wordt dan weer iets voor ‘zwakke mannen’ die het niet rooien zonder God. Die ‘religie’ nodig hebben. Die niet zelf bepalen wat ze doen, maar zich aan de regels van een instituut houden. Die naast de oude vrouwtjes in de bank sentimentele liedjes zingen over wat je voelt in je hart. Kortom, kerkgang wordt weer iets belachelijks en gaat in tegen culturele ideeën over hoe een man hoort te zijn. Vooral jonge mannen verdwijnen dan stilletjes.
Mannelijkheid
Ik denk niet dat mannen verdwijnen omdat de kerk feminiseert, wat dit ook mag betekenen. Ik denk wel dat een belangrijke oorzaak is dat cultureel bepaalde ideeën over mannelijkheid niet stroken met wat het Evangelie vraagt. In de wereld wordt van mannen geacht dat ze sterk en onafhankelijk zijn, leiden, geld verdienen, niet gevoelig maar rationeel zijn en vooraan staan. Het Evangelie vraagt van mannen dat ze anderen dienen, dat ze hun zwakheid kennen, hun zonden belijden, vergeving vragen, de minste durven te zijn, leven in afhankelijkheid van God en anderen, uitdelen van wat ze hebben en God dienen, niet alleen met hun verstand, maar met hun hele hart. Het is dat Evangelie dat haaks staat op culturele verwachtingen van mannen. Daarmee is niet gezegd dat vrouwen beter zijn dan mannen, maar wel dat er minder culturele verwachtingen zijn die hen ervan weerhouden om het Evangelie te omarmen.
Maar hoe zit dat dan met zending? In veel opzichten is dat bij uitstek een mannentaak. Het heeft een element van avontuur, maar ook van gevaar. Er moet vaak veel gestudeerd worden, bijvoorbeeld bij het leren van een andere taal, en zendingswerk betekent vaak onderwijs en leiding geven. Waarom zoveel vrouwen?
Reden tot dankbaarheid
Ook hier denk ik dat het niet de bedoeling is dat we klagen over het tekort aan mannen. Natuurlijk, je zou willen dat veel meer mannen aan de roeping van de grote opdracht gehoor zouden geven. Maar als God vrouwen roept en ze gaan, dan is dat in de eerste plaats een reden tot dankbaarheid. Ja, vrouwen zijn kwetsbaarder op het zendingsveld. Lichamelijk is het zwaarder om te werken in afgelegen gebieden en toch gaan ze. Is dit niet opnieuw een uitdrukking van het geestelijke principe dat God juist het zwakke uitverkoren heeft? Dat Hij niet onze logica volgt, maar Zijn kracht openbaart in zwakheid?
God bouwt Zijn kerk en die kerk is niet een precieze weerspiegeling van de maatschappij. De armen, de zwakken en de vrouwen zijn oververtegenwoordigd, want wat voor wijzen en verstandigen verborgen wordt gehouden, is aan de kinderen geopenbaard (Mattheüs 11:25). En daar voegde Jezus aan toe “Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U”.
Kim ter Berghe
Ik kreeg een gesprekje over dit fenomeen. Het is niet bepaald uniek in de wereldkerk of in de kerkgeschiedenis. Kijk maar naar de vrouwen bij het kruis en het graf. De vele voorname Griekse vrouwen die Paulus’ woorden geloofden. De eerste bekeerling in Europa, Lydia de purperverkoopster. De Romeinse vrouwen in wier huizen de vroege kerk samenkwam.
Omaatjes in Oost-Europa
Maar ook vandaag de dag zijn er (veel) meer vrouwen die christen zijn dan mannen. Dat zie je vooral op drie gebieden. In de eerste plaats de jonge kerk. Vrouwen zijn doorgaans de eersten die het geloof omarmen en in jonge kerken, bijvoorbeeld in China, zie je dat vrouwen doorgaans fors in de meerderheid zijn. Dan is er de krimpende kerk. In landen waar de kerk het zwaar heeft, zie je dat de vrouwen blijven als de mannen al lang weg zijn. In Oost-Europa worden veel kerken gedragen door omaatjes. In geseculariseerde delen van West-Europa zie je hetzelfde. Er zijn vooral veel moeders en grootmoeders, soms met kinderen. Maar de jongens haken vaak in de tienertijd af en mannen tussen de twaalf en zestig zijn er in verhouding weinig. Als laatste is er het zendingsveld. De schattingen zijn dat ongeveer tweederde van de zendelingen vrouw is. Voor elke mannelijke zendeling zijn er dus twee vrouwen.
Vanwaar dit grote verschil? Wat zegt dit over de kerk? En moeten wij daar wat mee? De afgelopen decennia is het in zwang gekomen om het gebrek aan mannen te zien als een teken dat de kerk iets fout doet. De kerk zou niet avontuurlijk genoeg zijn of mannen afstoten. Kerken moeten minder vrouwelijk worden, anders willen er alleen maar watjes heen. De kerk is te passief, de liedjes zijn te zoetsappig, het is allemaal niet stoer genoeg.
Feminisering van de kerk
Ik heb grote moeite met deze manier van denken. Allereerst omdat daarmee wordt geïmpliceerd dat ‘vrouwelijk’ zijn iets minderwaardigs is. Maar ook omdat vrouwen daarmee impliciet de schuld krijgen van dat door hun nadrukkelijke aanwezigheid mannen niet meer willen komen. Daarmee krijgen de vele vrouwen die verdriet hebben dat hun mannen afgehaakt zijn, en die met grote moeite alleen de geestelijke opvoeding voor hun rekening nemen, er nog een last bij. En dat is oneerlijk. Al was het alleen al omdat zeker reformatorische en evangelische kerken vrijwel uitsluitend geleid worden door mannen, die daarmee verantwoordelijk zijn voor de vermeende ‘feminisering’ van de kerk. Ook wordt eraan voorbijgegaan dat juist waar de kerk op zijn avontuurlijkst en uitdagendst is, het zendingsveld, de vrouwen nog steeds ruim in de meerderheid zijn.
Ik denk niet dat het gebrek aan mannen in de eerste plaats gezien moet worden als gevolg van een kerk die niet ‘mannelijk’ genoeg is. Ik denk dat er geestelijke oorzaken zijn en dat het zelfs past in het plan van God. Hij roept immers Zijn kinderen uit de volken en de kerk is het werk van Zijn genade. En daarmee past in de eerste plaats dankbaarheid voor elke vrouw die door Christus eeuwig leven heeft ontvangen. Wie zijn wij om te klagen dat er zoveel vrouwen in de kerk zitten? Elk van hen is kostbaar voor God, door Hem geroepen en ingelijfd in Zijn lichaam. Dat er in verhouding veel vrouwen in de kerk zitten, laat zien dat bij God geen aanzien des persoons is. Hij ziet vrouwen niet als minderwaardig, maar deelt Zijn genade overvloedig aan hen uit.
Wat als mannen niet willen?
Ik heb wel eens een zendingsleider horen klagen dat kerken in de Arabische wereld meer een soort vrouwenverenigingen zijn. Hij was ervoor dat evangelisatie zich richtte op mannen en dat die dan vanzelf hun vrouwen wel mee zouden nemen. Maar wat als de mannen niet willen? Dan moeten die vrouwen ook maar verloren gaan? Paulus klaagde niet toen hij in Filippi alleen een groepje godvrezende vrouwen vond bij de rivier die samengekomen waren voor gebed. Hij zei niet tegen Lydia dat ze eerst haar man moest halen. Hij verkondigde het Evangelie aan deze vrouwen en de Here opende het hart van Lydia. Haar huis werd de uitvalsbasis van het eerste zendingswerk in Europa.
Dit raakt aan een belangrijk geestelijk principe, verwoord in 1 Korinthe 1 ‘...wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren...’ (vers 27-28). De kerken vol vrouwen zijn niet in de eerste plaats een teken dat de kerk iets fout doet, het is een natuurlijk uitvloeisel van het Evangelie. In het koninkrijk van God worden rollen omgedraaid. Het zijn niet de aanzienlijken en de sterken die staan te dringen als ze het Evangelie horen. Geen wonder, want het Evangelie vraagt dat mensen sterven aan zichzelf. Alles opgeven, dat is een stuk makkelijker als je minder hebt. Nieuw leven ontvangen, dat klinkt een stuk beter als het leven dat je hebt niet zo geweldig is. De liefde van Christus, dat is muziek in de oren voor hen die weinig liefde krijgen. Genade, dat is moeilijk te ontvangen voor hen die sterk en onafhankelijk willen zijn, zeg maar voor het stereotype man.
Sociale ladder
Daar komt bij dat het aanvaarden van het christelijke geloof in zendingsgebieden je sociale status flink naar beneden kan halen. De jonge kerk groeit vaak op in een context van vervolging. Mannen hebben vaak meer te verliezen dan vrouwen op het gebied van carrière en status. Vrouwen, die toch al lager op de sociale ladder staan, hebben dat probleem minder. Vaak is er zelfs sprake van het tegenovergestelde. Doordat ze zich aansluiten bij een kerk, worden ze deel van een gemeenschap waar ze gewaardeerd, geliefd en beschermd worden.
In landen waar de kerk veel respect geniet en een integraal deel van de samenleving is geworden, zie je dat het percentage mannen in de kerk toeneemt. Sociaal en financieel kan het dan voor mannen gunstig zijn om bij een kerk te horen. Kerkelijk leiderschap brengt status met zich mee. En het kan zelfs de algemene verwachting zijn in een maatschappij dat je als ‘goede’ man naar de kerk behoort te gaan.
Maar als de kerk in een periode van verval komt, dan zie je weer hoe vrouwen in aantallen de overhand nemen. Kerkgang wordt dan weer iets voor ‘zwakke mannen’ die het niet rooien zonder God. Die ‘religie’ nodig hebben. Die niet zelf bepalen wat ze doen, maar zich aan de regels van een instituut houden. Die naast de oude vrouwtjes in de bank sentimentele liedjes zingen over wat je voelt in je hart. Kortom, kerkgang wordt weer iets belachelijks en gaat in tegen culturele ideeën over hoe een man hoort te zijn. Vooral jonge mannen verdwijnen dan stilletjes.
Mannelijkheid
Ik denk niet dat mannen verdwijnen omdat de kerk feminiseert, wat dit ook mag betekenen. Ik denk wel dat een belangrijke oorzaak is dat cultureel bepaalde ideeën over mannelijkheid niet stroken met wat het Evangelie vraagt. In de wereld wordt van mannen geacht dat ze sterk en onafhankelijk zijn, leiden, geld verdienen, niet gevoelig maar rationeel zijn en vooraan staan. Het Evangelie vraagt van mannen dat ze anderen dienen, dat ze hun zwakheid kennen, hun zonden belijden, vergeving vragen, de minste durven te zijn, leven in afhankelijkheid van God en anderen, uitdelen van wat ze hebben en God dienen, niet alleen met hun verstand, maar met hun hele hart. Het is dat Evangelie dat haaks staat op culturele verwachtingen van mannen. Daarmee is niet gezegd dat vrouwen beter zijn dan mannen, maar wel dat er minder culturele verwachtingen zijn die hen ervan weerhouden om het Evangelie te omarmen.
Maar hoe zit dat dan met zending? In veel opzichten is dat bij uitstek een mannentaak. Het heeft een element van avontuur, maar ook van gevaar. Er moet vaak veel gestudeerd worden, bijvoorbeeld bij het leren van een andere taal, en zendingswerk betekent vaak onderwijs en leiding geven. Waarom zoveel vrouwen?
Reden tot dankbaarheid
Ook hier denk ik dat het niet de bedoeling is dat we klagen over het tekort aan mannen. Natuurlijk, je zou willen dat veel meer mannen aan de roeping van de grote opdracht gehoor zouden geven. Maar als God vrouwen roept en ze gaan, dan is dat in de eerste plaats een reden tot dankbaarheid. Ja, vrouwen zijn kwetsbaarder op het zendingsveld. Lichamelijk is het zwaarder om te werken in afgelegen gebieden en toch gaan ze. Is dit niet opnieuw een uitdrukking van het geestelijke principe dat God juist het zwakke uitverkoren heeft? Dat Hij niet onze logica volgt, maar Zijn kracht openbaart in zwakheid?
God bouwt Zijn kerk en die kerk is niet een precieze weerspiegeling van de maatschappij. De armen, de zwakken en de vrouwen zijn oververtegenwoordigd, want wat voor wijzen en verstandigen verborgen wordt gehouden, is aan de kinderen geopenbaard (Mattheüs 11:25). En daar voegde Jezus aan toe “Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U”.
Kim ter Berghe