Waar moet dat heen met de kerk?
5 problemen
Vergelijk de kerk van vandaag eens met de beweging van Jezus van het eerste begin. Wat een contrast! Daar valt veel van te leren! De huidige kerk verkeert over het algemeen in grote onzekerheid. Wat moet ze geloven en hoe te handelen? Samenwonen, echtscheiding, homoseksualiteit, geslachtsverandering, verslavingen, porno; je kunt toch niet alles afkeuren? Zoveel ‘moderne’ vragen. Kun je de Bijbel nog wel navolgen? Velen ‘doen maar wat’.
Kijk eens naar de kwaliteit van de leden. Hoeveel zijn in staat om anderen de essentie van het geloof uit te leggen? Toch was dat in de Bijbel een van de eerste taken van een discipel. Bidden ze wel eens met of voor een ander?
Goede medicijn
De kerken verliezen leden bij duizenden, bijna overal in Europa. (PROBLEEM 1) Ze zoeken naar een uitweg. Maar voor het goede medicijn moet je eerst precies weten wat eraan mankeert. Wat zit er fout?
In veel artikelen lees ik de zorg over de kerk. Maar in plaats van een diagnose volgt er alleen maar een observatie van wat er gebeurt, maar niet waarom dat zo gaat. Dat wordt zelfs als onvermijdelijk voorgesteld. De kerk verliest ‘nu eenmaal’ leden. Dat bepaalt het noodlot, de cultuur of de wetenschap... Zelfs die constatering is een teken van puur ongeloof. Dat leidt namelijk tot de opvatting dat er een macht bestaat die sterker is dan God.
Maar er wordt ‘hoop’ geboden in talloze artikelen. De ene theoloog na de andere vertelt dat er een creatieve minderheid zal overblijven, kleiner dan ooit, maar uitermate zichtbaar in de maatschappij. Verlies aan leden zou dan, wonder boven wonder, leiden tot geestelijke winst. Probeert men Jesaja na te praten, die spreekt van ‘de rest’? Ook dat is een creatieve minderheid – maar wel een andere dan die van de kerkelijke auteurs. Want die ‘rest’ heeft zich bekeerd tot God. En dat ontbreekt er nu net aan bij die ondefinieerbare ‘creatieve minderheid’.
Hun sprookje in creatief
Maar waar vind je die dan? Niet in de leeglopende kerken. Daar tref je slechts teleurgestelde, lethargische ouderen. Ik moet het theologenvolk teleurstellen. Slechts hun sprookje is creatief; niet hun uitgedunde kudde.
Creatieve gelovigen? Is dat iets nieuws? Heeft de moderne kerk creatievelingen nodig in plaats van discipelen? Jezus kweekte discipelen op. Die hebben we nodig. Zij verkondigen het Woord en bekeren mensen. Als gevolg daarvan wordt hun minderheid steeds groter. Hun geloof overwint de cultuur, het zogenaamde noodlot en een overtrokken verering van de wetenschap.
Hoeveel van die overgebleven ‘gelovigen’ zijn trouwens gelovig? En wat is hun geestelijke menu? Oppervlakkige preekjes (vooral niet langer dan een kwartier). Maximaal eens per week. Weinig of totaal geen persoonlijke Bijbelstudie. Maar zonder die ingrediënten kom je geestelijk niet vooruit. Gelovigen behoren het Woord te kennen en na te volgen. Veel moderne ‘gelovigen’ zijn onbekeerde heidenen, maar met een religieuze tik. Dat is iets anders dan een creatieve voorhoede.
Kerk als een fabriek
Als je de diagnose niet goed stelt, kun je ook geen oplossing vinden. Angstvallig wordt het meest voor de hand liggende probleem verzwegen. Dat ligt te gevoelig. Dat is het (deels) loslaten van de Bijbel. (PROBLEEM 2) Er is geen gemeenschappelijke standaard voor het geloof meer. De kerk is als een fabriek, die niet meer weet wat ze moet produceren. Zelfs orthodoxe en confessionele stromingen in de kerken lijden onder dit euvel. Er is een nieuw liberalisme opgekomen, dat net als de oude vrijzinnigheid los staat van de Bijbel.
De kerk heeft (vaak) geen boodschap meer. Haar leer is vermolmd. En omdat ze dat niet erkent, komt ze geen stap verder. Daar komt bij dat er geen kwaliteitscontrole meer is, oftewel: tucht. Dat was in de tijd van het Nieuwe Testament hard nodig. Zijn we nu zoveel heiliger? Maar als je geen norm meer erkent, bestaat er tucht noch overtreding meer.
Naast gebrek aan een heldere boodschap en tucht constateer ik nog iets. Er is nauwelijks enige leiding, landelijk noch plaatselijk. Niemand durft het euvel aan te pakken. Ieder lijkt te hinken op twee gedachten. Leiders verschuilen zich achter: de meerderheid beslist. Maar waarheid is niet het product van de massa. Wie durft te zeggen: ‘Tot hiertoe en niet verder?’
Twijfel en onduidelijkheid
Groei bij kerken met een heldere leer. Ledenverlies bij de freewheelers. Dit was één van de eerste ‘vondsten’ van de gemeentegroei-beweging. Tegen de verwachting van velen in, bleek dat theologisch behoudende kerken groeiden of stabiel bleven in ledental, anders dan liberale kerken. Een heldere opinie is een must. Je zou denken: hoe ruimer de opinie, hoe meer mensen zich erin kunnen vinden. Maar dat leidt tot twijfel en onduidelijkheid, en dat jaagt mensen de kerk uit. Voor twijfel heb je tenslotte geen kerk nodig.
We hebben een nieuwe kolonne discipelen nodig. Bijbelse volgelingen van Jezus. Zo is de kerk begonnen. Maar waar zijn de discipelen gebleven? (PROBLEEM 3) Hoe krijgt de kerk weer de trekken van de overwinnende, aantrekkelijke beweging van Jezus, die de wereld overrompelde? Moeilijk kan het niet zijn. De kerk van de beginperiode bestond uit zwakke gelovigen met een machtige Heer. Maar zij hebben overal gemeenten gesticht en geleid, ook buiten hun eigen land. Dan kunnen wij dat toch ook? Waarom gaat het dan zo moeizaam?
Het niveau van het geloof
Om het heel prikkelend te zeggen: We hebben de gemeenschap van Jezus in een zieltogend gedrocht veranderd. Dat geldt zeker voor de Europese kerken. Slechts heel weinig mensen lijken dat door te hebben. Het niveau van het geloof is diep gezakt. Alsof de ‘gelovigen’ nog nooit de Bijbel hebben gelezen. Is de gemiddelde kerkganger in staat binnen drie minuten Zefanja in de Bijbel te vinden, of Judas? Kan hij uit Gods Woord citeren en zijn leven ernaar inrichten?
Lees het discipelenbevel (dat is meer dan: zendingsbevel) in Mattheüs 28: ’Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen..., en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb’ (vers 19-20). Discipelen leiden anderen op in het geloof, onderwijzen de Bijbelse boodschap, tonen een christelijke levensstijl, evangeliseren en dopen. Dat is de beweging van Jezus.
De Evangeliën vertellen dat de discipelen overal preekten, baden voor zieken en boze geesten uitwierpen. (Kom daar nu eens om!) Veel gelovigen kunnen nog geen gebedje hardop bidden. Ze staan bij een zieke met een mond vol tanden en weten het werk van de boze al helemaal niet te onderscheiden. Is dat niet vreemd? De eerste discipelen maakten gewag van bekeringen, genezingen en bevrijdingen. Dat was de normale gang van zaken. Dat is toch ook ons voorbeeld?
Discipelen die discipelen maken
De gelovigen worden met gaven toegerust om geestelijke taken te vervullen. Dat geldt ook voor ons. God verandert niet. Maar geven we er de ruimte voor? Moeten we niet proberen zoveel mogelijk mensen in geestelijke arbeid in te schakelen? De kerk is uiteindelijk een beweging van discipelen die discipelen maken, niet van geestelijke leiders die godsdienstige dingen doen. Het is een beweging die ontwikkeling wil zien, groei, bekering, vervulling en levensvernieuwing. De kerk is er niet om het vlammetje te laten uitdoven, maar om het vuur van de Geest te beleven en door te geven. En dat kan, als de kerk de leer en het leven van Jezus navolgt.
In welke mate is de kerk een familie, een gezin? Zo is ze begonnen. Mensen zagen elkaar, spraken, baden, aten en leefden samen. Nu? Voor velen betekent ‘gelovig’ zijn naar de kerk gaan, zonder enig contact met anderen. (PROBLEEM 4) Familie? Dat klinkt bijna bedreigend voor veel kerkgangers. Maar Jezus heeft dat anders bedoeld. Je noemt elkaar broer, zus, en zo ga je met elkaar om. Maar in veel kerken bestaan er nauwelijks onderlinge contacten. Een persoonlijk gesprek over het geloof is voor velen heel zeldzaam of zelfs onbestaanbaar. En een gebed samen met iemand naast je uit de kerk?
De uitdaging
Het familiekarakter is vervangen door iets anders. Kerkleden zijn een onsamenhangend en vrijblijvend ‘bioscoop’-publiek geworden. Ze willen wel iets horen over geloofszaken, maar verder blijft dat geloof een privézaak. Dat is ‘normaal’ in veel kerkgenootschappen. Bijbels gezien is dat abnormaal. Geloof beleef je collectief, althans, zo zou het moeten zijn.
Verstarring alom. (PROBLEEM 5) Veel kerken zijn fossielen geworden, zelfs al zijn ze min of meer evangelisch. Ze rommelen met de leer en de ethiek, maar de kerkelijke stijl verandert niet. Die is gericht op het in standhouden van het bestaande. Dat is in een verouderende kerk al een hele klus. Het aantal werkers loopt achteruit, het aantal hulpvragers stijgt. Veel pastoors zuchten dat ze geen tijd hebben voor iets anders dan rennen van ‘rouwtjes naar trouwtjes’. Veel dominees komen - naast de kerkdiensten – aan weinig anders toe dan aan vergaderen en bezoekjes bij de ernstige zieken. Ouderlingen verzuchten dat ze hun werk niet meer aankunnen. Hoe moet je daar dan een kerkelijke vernieuwing aan toevoegen? Hoe wil je met dat personeel een intensieve training van discipelen opzetten? Wel, dat is de uitdaging waar we samen voor staan. Terug naar de Bijbel. Terug naar de Heer. Terug naar Zijn visie!
En zo kweek je de ‘creatieve minderheid’ (hernieuwd discipelschap) die zo hard nodig is.
Bram Krol
Vergelijk de kerk van vandaag eens met de beweging van Jezus van het eerste begin. Wat een contrast! Daar valt veel van te leren! De huidige kerk verkeert over het algemeen in grote onzekerheid. Wat moet ze geloven en hoe te handelen? Samenwonen, echtscheiding, homoseksualiteit, geslachtsverandering, verslavingen, porno; je kunt toch niet alles afkeuren? Zoveel ‘moderne’ vragen. Kun je de Bijbel nog wel navolgen? Velen ‘doen maar wat’.
Kijk eens naar de kwaliteit van de leden. Hoeveel zijn in staat om anderen de essentie van het geloof uit te leggen? Toch was dat in de Bijbel een van de eerste taken van een discipel. Bidden ze wel eens met of voor een ander?
Goede medicijn
De kerken verliezen leden bij duizenden, bijna overal in Europa. (PROBLEEM 1) Ze zoeken naar een uitweg. Maar voor het goede medicijn moet je eerst precies weten wat eraan mankeert. Wat zit er fout?
In veel artikelen lees ik de zorg over de kerk. Maar in plaats van een diagnose volgt er alleen maar een observatie van wat er gebeurt, maar niet waarom dat zo gaat. Dat wordt zelfs als onvermijdelijk voorgesteld. De kerk verliest ‘nu eenmaal’ leden. Dat bepaalt het noodlot, de cultuur of de wetenschap... Zelfs die constatering is een teken van puur ongeloof. Dat leidt namelijk tot de opvatting dat er een macht bestaat die sterker is dan God.
Maar er wordt ‘hoop’ geboden in talloze artikelen. De ene theoloog na de andere vertelt dat er een creatieve minderheid zal overblijven, kleiner dan ooit, maar uitermate zichtbaar in de maatschappij. Verlies aan leden zou dan, wonder boven wonder, leiden tot geestelijke winst. Probeert men Jesaja na te praten, die spreekt van ‘de rest’? Ook dat is een creatieve minderheid – maar wel een andere dan die van de kerkelijke auteurs. Want die ‘rest’ heeft zich bekeerd tot God. En dat ontbreekt er nu net aan bij die ondefinieerbare ‘creatieve minderheid’.
Hun sprookje in creatief
Maar waar vind je die dan? Niet in de leeglopende kerken. Daar tref je slechts teleurgestelde, lethargische ouderen. Ik moet het theologenvolk teleurstellen. Slechts hun sprookje is creatief; niet hun uitgedunde kudde.
Creatieve gelovigen? Is dat iets nieuws? Heeft de moderne kerk creatievelingen nodig in plaats van discipelen? Jezus kweekte discipelen op. Die hebben we nodig. Zij verkondigen het Woord en bekeren mensen. Als gevolg daarvan wordt hun minderheid steeds groter. Hun geloof overwint de cultuur, het zogenaamde noodlot en een overtrokken verering van de wetenschap.
Hoeveel van die overgebleven ‘gelovigen’ zijn trouwens gelovig? En wat is hun geestelijke menu? Oppervlakkige preekjes (vooral niet langer dan een kwartier). Maximaal eens per week. Weinig of totaal geen persoonlijke Bijbelstudie. Maar zonder die ingrediënten kom je geestelijk niet vooruit. Gelovigen behoren het Woord te kennen en na te volgen. Veel moderne ‘gelovigen’ zijn onbekeerde heidenen, maar met een religieuze tik. Dat is iets anders dan een creatieve voorhoede.
Kerk als een fabriek
Als je de diagnose niet goed stelt, kun je ook geen oplossing vinden. Angstvallig wordt het meest voor de hand liggende probleem verzwegen. Dat ligt te gevoelig. Dat is het (deels) loslaten van de Bijbel. (PROBLEEM 2) Er is geen gemeenschappelijke standaard voor het geloof meer. De kerk is als een fabriek, die niet meer weet wat ze moet produceren. Zelfs orthodoxe en confessionele stromingen in de kerken lijden onder dit euvel. Er is een nieuw liberalisme opgekomen, dat net als de oude vrijzinnigheid los staat van de Bijbel.
De kerk heeft (vaak) geen boodschap meer. Haar leer is vermolmd. En omdat ze dat niet erkent, komt ze geen stap verder. Daar komt bij dat er geen kwaliteitscontrole meer is, oftewel: tucht. Dat was in de tijd van het Nieuwe Testament hard nodig. Zijn we nu zoveel heiliger? Maar als je geen norm meer erkent, bestaat er tucht noch overtreding meer.
Naast gebrek aan een heldere boodschap en tucht constateer ik nog iets. Er is nauwelijks enige leiding, landelijk noch plaatselijk. Niemand durft het euvel aan te pakken. Ieder lijkt te hinken op twee gedachten. Leiders verschuilen zich achter: de meerderheid beslist. Maar waarheid is niet het product van de massa. Wie durft te zeggen: ‘Tot hiertoe en niet verder?’
Twijfel en onduidelijkheid
Groei bij kerken met een heldere leer. Ledenverlies bij de freewheelers. Dit was één van de eerste ‘vondsten’ van de gemeentegroei-beweging. Tegen de verwachting van velen in, bleek dat theologisch behoudende kerken groeiden of stabiel bleven in ledental, anders dan liberale kerken. Een heldere opinie is een must. Je zou denken: hoe ruimer de opinie, hoe meer mensen zich erin kunnen vinden. Maar dat leidt tot twijfel en onduidelijkheid, en dat jaagt mensen de kerk uit. Voor twijfel heb je tenslotte geen kerk nodig.
We hebben een nieuwe kolonne discipelen nodig. Bijbelse volgelingen van Jezus. Zo is de kerk begonnen. Maar waar zijn de discipelen gebleven? (PROBLEEM 3) Hoe krijgt de kerk weer de trekken van de overwinnende, aantrekkelijke beweging van Jezus, die de wereld overrompelde? Moeilijk kan het niet zijn. De kerk van de beginperiode bestond uit zwakke gelovigen met een machtige Heer. Maar zij hebben overal gemeenten gesticht en geleid, ook buiten hun eigen land. Dan kunnen wij dat toch ook? Waarom gaat het dan zo moeizaam?
Het niveau van het geloof
Om het heel prikkelend te zeggen: We hebben de gemeenschap van Jezus in een zieltogend gedrocht veranderd. Dat geldt zeker voor de Europese kerken. Slechts heel weinig mensen lijken dat door te hebben. Het niveau van het geloof is diep gezakt. Alsof de ‘gelovigen’ nog nooit de Bijbel hebben gelezen. Is de gemiddelde kerkganger in staat binnen drie minuten Zefanja in de Bijbel te vinden, of Judas? Kan hij uit Gods Woord citeren en zijn leven ernaar inrichten?
Lees het discipelenbevel (dat is meer dan: zendingsbevel) in Mattheüs 28: ’Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen..., en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb’ (vers 19-20). Discipelen leiden anderen op in het geloof, onderwijzen de Bijbelse boodschap, tonen een christelijke levensstijl, evangeliseren en dopen. Dat is de beweging van Jezus.
De Evangeliën vertellen dat de discipelen overal preekten, baden voor zieken en boze geesten uitwierpen. (Kom daar nu eens om!) Veel gelovigen kunnen nog geen gebedje hardop bidden. Ze staan bij een zieke met een mond vol tanden en weten het werk van de boze al helemaal niet te onderscheiden. Is dat niet vreemd? De eerste discipelen maakten gewag van bekeringen, genezingen en bevrijdingen. Dat was de normale gang van zaken. Dat is toch ook ons voorbeeld?
Discipelen die discipelen maken
De gelovigen worden met gaven toegerust om geestelijke taken te vervullen. Dat geldt ook voor ons. God verandert niet. Maar geven we er de ruimte voor? Moeten we niet proberen zoveel mogelijk mensen in geestelijke arbeid in te schakelen? De kerk is uiteindelijk een beweging van discipelen die discipelen maken, niet van geestelijke leiders die godsdienstige dingen doen. Het is een beweging die ontwikkeling wil zien, groei, bekering, vervulling en levensvernieuwing. De kerk is er niet om het vlammetje te laten uitdoven, maar om het vuur van de Geest te beleven en door te geven. En dat kan, als de kerk de leer en het leven van Jezus navolgt.
In welke mate is de kerk een familie, een gezin? Zo is ze begonnen. Mensen zagen elkaar, spraken, baden, aten en leefden samen. Nu? Voor velen betekent ‘gelovig’ zijn naar de kerk gaan, zonder enig contact met anderen. (PROBLEEM 4) Familie? Dat klinkt bijna bedreigend voor veel kerkgangers. Maar Jezus heeft dat anders bedoeld. Je noemt elkaar broer, zus, en zo ga je met elkaar om. Maar in veel kerken bestaan er nauwelijks onderlinge contacten. Een persoonlijk gesprek over het geloof is voor velen heel zeldzaam of zelfs onbestaanbaar. En een gebed samen met iemand naast je uit de kerk?
De uitdaging
Het familiekarakter is vervangen door iets anders. Kerkleden zijn een onsamenhangend en vrijblijvend ‘bioscoop’-publiek geworden. Ze willen wel iets horen over geloofszaken, maar verder blijft dat geloof een privézaak. Dat is ‘normaal’ in veel kerkgenootschappen. Bijbels gezien is dat abnormaal. Geloof beleef je collectief, althans, zo zou het moeten zijn.
Verstarring alom. (PROBLEEM 5) Veel kerken zijn fossielen geworden, zelfs al zijn ze min of meer evangelisch. Ze rommelen met de leer en de ethiek, maar de kerkelijke stijl verandert niet. Die is gericht op het in standhouden van het bestaande. Dat is in een verouderende kerk al een hele klus. Het aantal werkers loopt achteruit, het aantal hulpvragers stijgt. Veel pastoors zuchten dat ze geen tijd hebben voor iets anders dan rennen van ‘rouwtjes naar trouwtjes’. Veel dominees komen - naast de kerkdiensten – aan weinig anders toe dan aan vergaderen en bezoekjes bij de ernstige zieken. Ouderlingen verzuchten dat ze hun werk niet meer aankunnen. Hoe moet je daar dan een kerkelijke vernieuwing aan toevoegen? Hoe wil je met dat personeel een intensieve training van discipelen opzetten? Wel, dat is de uitdaging waar we samen voor staan. Terug naar de Bijbel. Terug naar de Heer. Terug naar Zijn visie!
En zo kweek je de ‘creatieve minderheid’ (hernieuwd discipelschap) die zo hard nodig is.
Bram Krol