Waar ligt de oorzaak?

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 19
Hoe vaak zegt men niet: "Als God zou bestaan, dan zou de wereld er wel anders uitzien". Het lijden van de wereld stelt ieder mens voor grote vragen. Toch moeten gelovigen een eerlijk antwoord geven.

De Schrift leert ons dat antwoord te formuleren. Maar wie gaat 'sjoemelen met de Bijbel blijft steken in halve waarheden waar niemand iets aan heeft.

Anne Graham, de dochter van Dr. Bilily Graham, was te gast bij een praatshow op de Amerikaanse televisie. Ze kreeg een vraag over de terreuraanslagen van 11 september jl. in New York en Washington. De vraag luidde: 'Hoe kon God zoiets laten gebeuren?" Haar antwoord luidde:

"Ik geloof dat de Here God er net zo bedroefd over is als wij. Maar al jaren lang vertellen wij God dat Hij uit onze samenleving moet verdwijnen; uit onze scholen, uit onze regering en ook uit ons persoonlijk leven. Omdat Hij is zoals Hij is, geloof ik, dat Hij zachtjes aan bij ons is weggegaan. Hoe kunnen we verwachten dat God ons Zijn zegen geeft en Zijn bescherming als wij Hem vragen om ons met rust te laten?'

In een begeleidend commentaar uit Amerika werden er de volgende behartigenswaardige opmerkingen bij gemaakt:

Het begon allemaal met mevrouw Madeline Murray O'Hare. Kortgeleden werd ze vermoord; haar lichaam werd gevonden. Zij klaagde de scholen aan omdat daar het schoolgebed werd gebeden. Het schoolgebed werd toen door onze overheid afgeschaft. En wij zeiden: dat is goed. Toen zei iemand, dat we ook de Bijbel niet meer in de scholen zouden moeten lezen. De Bijbel… die ons leert: Gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult uw naaste liefhebben als uzelf! En we zeiden: dat is goed.

Dr. Benjamin Spock zei ons dat we onze kinderen niet zullen tuchtigen als zij zich misdragen hebben, omdat hun kinderzieltjes zouden kunnen worden misvormd en we zouden ook hun zelfrespect kunnen schaden. We meenden dat een deskundige als hij het wel zou weten. En we zeiden: dat is goed. Toen zei iemand, dat onderwijzers en schoolhoofden onze kinderen niet meer disciplinair moeten straffen als zij zich misdragen. De scholen wilden vooral ook geen slechte reputatie krijgen en ze wilden al helemaal geen proces aan hun broek van leerlingen of ouders. En wij zeiden: dat is goed.

Toen zei iemand: laten onze (minderjarige) dochters een abortus hebben als ze dat willen en ze hoeven het niet aan hun ouders te vertellen. En wij zeiden: dat is goed.

Toen zeiden sommige wijze schoolbestuurders, omdat jongens zich nu eenmaal als jongens gedragen: laten we onze kinderen condooms geven, zodat ze in ieder geval kunnen genieten van hun pleziertjes en ze hoeven hun ouders echt niet te vertellen dat ze die op school uitgereikt krijgen. En wij zeiden: dat is goed.
Toen zeiden gekozen ambtsdragers aan de top in ons land: het doet er niet toe wat we in ons privéleven doen, zolang we ons werk maar goed doen. En wij dachten: het doet er ook niet toe, zolang alles goed gaat en onze economie goed draait en iedereen werk heeft. En we zeiden: dat is goed.

Toen zei iemand: laten we mooie bladen maken om foto's van naakte vrouwen te publiceren omwille van de schoonheid van het vrouwelijk lichaam. En wij zeiden: dat is goed.

Toen zei iemand anders: we kunnen toch wel een stap verder gaan en men publiceerde foto's van naakte kinderen en later ging men over ze te publiceren op het internet. Wij zeiden: er moet tenslotte vrijheid zijn van meningsuiting. En wij zeiden: dat is goed.

Toen zei de vermaakindustrie: laat ons toch tv-programma's maken en films die goddeloosheid, grof geweld en ongeoorloofde seks in onze samenleving bevorderen. Laat ons muziek op de plaat zetten die aanzetten tot verkrachting, drugsgebruik, moord, zelfmoord en satanische activiteiten. En we meenden dat het alleen maar om het vermaak gaat en dat het geen negatieve invloed heeft, want niemand zal dat serieus nemen. Daarom zeiden we: dat is goed. Nu vragen we onszelf af waarom onze kinderen geen geweten meer hebben, waarom ze geen onderscheid meer kunnen maken tussen goed en kwaad en waarom het ze niets meer doet mensen te doden, klasgenoten op school en ook zichzelf.

Misschien als we er lang genoeg over zouden nadenken dat we dan zelf het antwoord kunnen vinden. Ik denk dat het te maken heeft met: "We oogsten wat we gezaaid hebben".

Een jongetje schreef in een opstel: 'Lieve God, waarom hebt u dat meisje niet gered dat door een klasgenoot in het leslokaal werd doodgeschoten?’ En het antwoord in zijn opstel luidde: "Lieve, bezorgde leerling, Ik word niet meer toegelaten op de school".
Het is wonderlijk hoe makkelijk mensen de Here God verbannen uit hun leven en zich vervolgens afvragen hoe het komt, dat de wereld op weg is naar de hel. Wonderlijk dat we de kranten voetstoots geloven en twijfelen aan wat de Bijbel zegt.
Wonderlijk, dat iedereen wel naar de hemel wil gaan, als ze maar niet hoeven te geloven, te denken of na te zeggen wat de Bijbel zegt. Wonderlijk snel zijn we om te oordelen, als we zelf maar niet beoordeeld worden.

Wonderlijk, hoe snel moppen via e-mail de wereld overgaan, maar een boodschap van de Here zullen we niet gauw aan iedereen doorsturen. Wonderlijk, hoe het obscene en het vulgaire een vrije loop heeft via de elektronische media, maar in het openbaar over God en Zijn Woord spreken wordt meestal gemeden in de school en op de werkvloer. Wonderlijk, hoe iemand op zondag enthousiast voor Christus is en door de week een onzichtbare christen.

Waarom lacht u?
U zult dit bericht niet snel doorsturen naar iedereen, omdat u niet precies weet wat die ander gelooft of denkt, of hoe hij over u zal denken.

Wonderlijk, dat we sneller zorgen hebben over de vraag hoe mensen over ons denken dan over de vraag hoe God over ons denkt.

Omdat christenen zwijgen daar waar ze hadden moeten spreken, weet men vandaag de weg niet meer. We moeten dan ook niet verwonderd zijn over de slechte ontwikkelingen in de wereld waarin we leven.

Feike ter Velde