Waar discipelschap (1)
In de komende maanden zullen we stilstaan bij het thema ‘discipelschap’. De nadruk zal voornamelijk komen te liggen op de vraag: ‘Ga je mee achter Jezus aan?’ Deze onderwerpen zullen aan bod komen:
- voorwaarden voor een discipel
- kenmerken van ware discipelen
- de ijver van discipelen
- geloof en discipelschap
- het gebedsleven van een discipel
Wanneer wij denken aan het woord ‘discipelschap’, dan komen al snel de woorden van de Heere Jezus naar boven: ‘Ga dan heen, onderwijs (discipel) al de volken…’ (Mattheüs 28:19a). Vaak wordt de nadruk dan gelegd op het ‘heengaan’ (als zendeling) of op ‘onderwijzen’ (overbrengen van kennis). De opdracht die de Heere ons geeft is om overal waar wij komen en leven mensen te ‘discipelen’. Het is niet eenmalig, maar het is een proces van altijd blijven leren.
Er lijkt een kloof te zitten tussen de uitleg van het woord ‘christen’ en ‘discipel’. Mensen beamen volmondig christen te zijn, maar zijn terughoudend om te zeggen dat ze een discipel van Jezus zijn. De Bijbel leert dat christen-zijn betekent dat je een volgeling van Jezus bent! Het houdt in dat we als discipel geroepen zijn om weer discipelen te maken! Dit is niet alleen voor voorgangers of zendelingen, maar voor alle christenen. Nergens in de Bijbel staat dat wij iemand lid moeten maken van een evangelische gemeente, of een gereformeerde gemeente of wat voor denominatie dan ook. Het is de opdracht van een christen om anderen te helpen in het groeien naar het beeld van De Heere Jezus.
Een levensstijl
Het Griekse woord voor discipel geeft aan dat je een leerling, volgeling, pupil van de Heere Jezus bent. Een discipel van Jezus is iemand die een persoonlijke relatie met Hem heeft en Zijn onderwijs ook weer aan anderen doorgeeft. Je doorloopt als het ware ‘het pad van discipelschap’. Eigenlijk kunnen we zeggen dat het een levensstijl is.
Je bent geen christen omdat je een christelijk leven leeft, of omdat je een christelijke opvoeding hebt gehad, of omdat je een goed mens bent, of omdat je christelijke waarden en normen nastreeft of omdat je lid bent van een kerk. Een ware christen ben je als je door Gods genade wedergeboren en gered bent. ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God’ (Efeze 2:8).
Daarom zegt de Heere Jezus nadrukkelijk dat bekering en vergeving van zonde in Zijn Naam verkondigd moeten worden (Lukas 24:47). In ieder dorp of stad moet die boodschap gebracht worden.
Wanneer je christen bent begint het proces van discipelen maken daar waar je iemand vertelt over de Heere Jezus. Maar voor iemand die nog niet tot geloof is gekomen begint de weg van discipelschap wanneer je erkent dat God op grond van het sterven van Zijn Zoon, Zijn genade, jou redt.
Naar de eeuwigheid drijven
Dus we worden geen christenen door het leven dat wij leven, maar… wij leven een christelijk leven omdat we christen geworden zijn door genade van God Die ons heeft gered van onze zonden door het bloed van Zijn Zoon Jezus Christus.
Wanneer wij gered zijn, moeten wij gehoorzaam zijn aan de opdracht die de Heere Jezus ons geeft: discipelen. Het is totaal niet de bedoeling van de Heer dat wij als christenen op onze eigen ‘vlot’ leven en zo naar de eeuwigheid drijven, zonder dat we betrokken zijn op anderen. Velen hebben de voordelen van vergeving aanvaard en wachten met een voldaan gevoel op de ‘bonus’, de eeuwigheid. Het is net alsof we op een vlot leven (dus passief zijn). We zullen dan tevreden onze mede-gelovigen groeten die voorbij drijven omdat we bedenken dat we heerlijk op weg zijn naar de eeuwigheid, zonder dat we andere mensen vertellen over Gods genade. Dit is niet het plan van God voor verloste mensen! Op deze manier wordt het christelijke leven te veel afgezwakt tot de eeuwigheidsgarantie die we krijgen van de Heere Jezus, in plaats van als leerlingen van de Heere Jezus te leven. Heb je dan werkelijk geproefd dat de Heere goedertieren is? (Lees 1 Petrus 2:1-5 en 1 Thessalonicenzen 4:3-8).
De Heere Jezus wil dat wij als geredde zondaren leven uit genade door volgelingen, leerlingen en discipelen te zijn in het volgen van Hem. Als iemand die met de Heere wandelt, in Zijn voetstappen wil lopen en hunkert om Hem welbehaaglijk te zijn.
Bereken de kosten
Daarom zullen we in de komende tijd zien dat er een prijs verbonden is aan waar discipelschap. Bereken daarom de kosten. De Heer wil niet alleen aanspraak maken op onze vrije tijd, maar Hij wil ons hele leven. Al onze tijd! ‘Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn’ (Lukas 14:26). Dit betekent dat wij geen afkeer moeten hebben van onze familieleden, maar het laat zien dat onze liefde voor Christus zó groot moet zijn, dat elke andere liefde in vergelijking daarmee niets voorstelt. Het belangrijkste punt in dit vers is de zin ‘ja, ook zijn eigen leven’. De eigenliefde is een van de lastigste hindernissen die overwonnen moeten worden op de weg naar discipelschap. Pas wanneer wij ons leven volledig aan de Heere overgeven, zijn wij op de plek waar Hij ons wil hebben. Dat heeft alles te maken met onze geestelijke groei.
Als je voor jezelf leeft, dan zal je leven verloren gaan. Maar wie zijn leven volledig aan de Heer overgeeft die zal leven!
Vragen
1. Ben ik waarlijk wedergeboren en een kind van God?
Ja? Dank de Heer voor Zijn genade.
Nee? Wat belemmert jou nog?
2. In hoeverre deel ik mijn geloof met anderen, zodat zij ook de Heere Jezus gaan leren kennen? Investeer tijd in iemand door elkaar bijvoorbeeld één keer in de twee weken te ontmoeten om Bijbel te lezen en te bidden.
3. Heb ik een gedisciplineerde levensstijl die mijn geestelijke groei bevordert?
Ja? Waar blijkt dat uit?
Nee? Wat zorgt ervoor dat je wel geestelijk groeit?
Joël Oosterhagen
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het boek ‘Spoor je goed?! – over waar discipelschap’ van William MacDonald.
- voorwaarden voor een discipel
- kenmerken van ware discipelen
- de ijver van discipelen
- geloof en discipelschap
- het gebedsleven van een discipel
Wanneer wij denken aan het woord ‘discipelschap’, dan komen al snel de woorden van de Heere Jezus naar boven: ‘Ga dan heen, onderwijs (discipel) al de volken…’ (Mattheüs 28:19a). Vaak wordt de nadruk dan gelegd op het ‘heengaan’ (als zendeling) of op ‘onderwijzen’ (overbrengen van kennis). De opdracht die de Heere ons geeft is om overal waar wij komen en leven mensen te ‘discipelen’. Het is niet eenmalig, maar het is een proces van altijd blijven leren.
Er lijkt een kloof te zitten tussen de uitleg van het woord ‘christen’ en ‘discipel’. Mensen beamen volmondig christen te zijn, maar zijn terughoudend om te zeggen dat ze een discipel van Jezus zijn. De Bijbel leert dat christen-zijn betekent dat je een volgeling van Jezus bent! Het houdt in dat we als discipel geroepen zijn om weer discipelen te maken! Dit is niet alleen voor voorgangers of zendelingen, maar voor alle christenen. Nergens in de Bijbel staat dat wij iemand lid moeten maken van een evangelische gemeente, of een gereformeerde gemeente of wat voor denominatie dan ook. Het is de opdracht van een christen om anderen te helpen in het groeien naar het beeld van De Heere Jezus.
Een levensstijl
Het Griekse woord voor discipel geeft aan dat je een leerling, volgeling, pupil van de Heere Jezus bent. Een discipel van Jezus is iemand die een persoonlijke relatie met Hem heeft en Zijn onderwijs ook weer aan anderen doorgeeft. Je doorloopt als het ware ‘het pad van discipelschap’. Eigenlijk kunnen we zeggen dat het een levensstijl is.
Je bent geen christen omdat je een christelijk leven leeft, of omdat je een christelijke opvoeding hebt gehad, of omdat je een goed mens bent, of omdat je christelijke waarden en normen nastreeft of omdat je lid bent van een kerk. Een ware christen ben je als je door Gods genade wedergeboren en gered bent. ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God’ (Efeze 2:8).
Daarom zegt de Heere Jezus nadrukkelijk dat bekering en vergeving van zonde in Zijn Naam verkondigd moeten worden (Lukas 24:47). In ieder dorp of stad moet die boodschap gebracht worden.
Wanneer je christen bent begint het proces van discipelen maken daar waar je iemand vertelt over de Heere Jezus. Maar voor iemand die nog niet tot geloof is gekomen begint de weg van discipelschap wanneer je erkent dat God op grond van het sterven van Zijn Zoon, Zijn genade, jou redt.
Naar de eeuwigheid drijven
Dus we worden geen christenen door het leven dat wij leven, maar… wij leven een christelijk leven omdat we christen geworden zijn door genade van God Die ons heeft gered van onze zonden door het bloed van Zijn Zoon Jezus Christus.
Wanneer wij gered zijn, moeten wij gehoorzaam zijn aan de opdracht die de Heere Jezus ons geeft: discipelen. Het is totaal niet de bedoeling van de Heer dat wij als christenen op onze eigen ‘vlot’ leven en zo naar de eeuwigheid drijven, zonder dat we betrokken zijn op anderen. Velen hebben de voordelen van vergeving aanvaard en wachten met een voldaan gevoel op de ‘bonus’, de eeuwigheid. Het is net alsof we op een vlot leven (dus passief zijn). We zullen dan tevreden onze mede-gelovigen groeten die voorbij drijven omdat we bedenken dat we heerlijk op weg zijn naar de eeuwigheid, zonder dat we andere mensen vertellen over Gods genade. Dit is niet het plan van God voor verloste mensen! Op deze manier wordt het christelijke leven te veel afgezwakt tot de eeuwigheidsgarantie die we krijgen van de Heere Jezus, in plaats van als leerlingen van de Heere Jezus te leven. Heb je dan werkelijk geproefd dat de Heere goedertieren is? (Lees 1 Petrus 2:1-5 en 1 Thessalonicenzen 4:3-8).
De Heere Jezus wil dat wij als geredde zondaren leven uit genade door volgelingen, leerlingen en discipelen te zijn in het volgen van Hem. Als iemand die met de Heere wandelt, in Zijn voetstappen wil lopen en hunkert om Hem welbehaaglijk te zijn.
Bereken de kosten
Daarom zullen we in de komende tijd zien dat er een prijs verbonden is aan waar discipelschap. Bereken daarom de kosten. De Heer wil niet alleen aanspraak maken op onze vrije tijd, maar Hij wil ons hele leven. Al onze tijd! ‘Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn’ (Lukas 14:26). Dit betekent dat wij geen afkeer moeten hebben van onze familieleden, maar het laat zien dat onze liefde voor Christus zó groot moet zijn, dat elke andere liefde in vergelijking daarmee niets voorstelt. Het belangrijkste punt in dit vers is de zin ‘ja, ook zijn eigen leven’. De eigenliefde is een van de lastigste hindernissen die overwonnen moeten worden op de weg naar discipelschap. Pas wanneer wij ons leven volledig aan de Heere overgeven, zijn wij op de plek waar Hij ons wil hebben. Dat heeft alles te maken met onze geestelijke groei.
Als je voor jezelf leeft, dan zal je leven verloren gaan. Maar wie zijn leven volledig aan de Heer overgeeft die zal leven!
Vragen
1. Ben ik waarlijk wedergeboren en een kind van God?
Ja? Dank de Heer voor Zijn genade.
Nee? Wat belemmert jou nog?
2. In hoeverre deel ik mijn geloof met anderen, zodat zij ook de Heere Jezus gaan leren kennen? Investeer tijd in iemand door elkaar bijvoorbeeld één keer in de twee weken te ontmoeten om Bijbel te lezen en te bidden.
3. Heb ik een gedisciplineerde levensstijl die mijn geestelijke groei bevordert?
Ja? Waar blijkt dat uit?
Nee? Wat zorgt ervoor dat je wel geestelijk groeit?
Joël Oosterhagen
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het boek ‘Spoor je goed?! – over waar discipelschap’ van William MacDonald.