Vragen jrg. 90-20 - Corridor naar het hemels Jeruzalem

ds. Theo Niemeijer • 90 - 2014 • Uitgave: 20
U schrijft over het hemelse Jeruzalem dat tijdens het duizendjarig vrederijk als een lichtstad boven de aarde zweeft en haar licht zal laten schijnen op aarde. Verder schrijft u dat er een soort ‘corridor’ zal zijn, die de mensen op aarde in staat stelt de stad te bezoeken en zich voor de Here Jezus neer te knielen. Kunt u mij vertellen waar we hierover kunnen lezen? (M. V. te @)

Antwoord:
In Openbaring 21:10 lezen we over dit hemelse Jeruzalem, dat als ‘nederdalende uit de hemel’ beschreven wordt. We lezen nergens in dit gedeelte dat het op aarde neerdaalt, wel dat de volken op aarde bij haar licht zullen wandelen (21:24). Deze stad wordt in vers 9 ‘de Vrouw van het Lam’ genoemd. Het gaat hier om de gemeente, de Bruid, die hier zichtbaar getoond wordt (vers 9) en als Gods woonplaats zichtbaar wordt. Zo leert Paulus ons in Efeziërs 2:22 dat de gemeente als een ‘Woonstede Gods in de Geest’ gebouwd wordt. In 2 Tessalonicenzen 1:10 lezen we dat de Here Jezus ‘in zijn heiligen met verbazing aanschouwd zal worden’.
Kennelijk zien we dat de gemeente geroepen is om Hem aan de wereld te tonen. Zo zal de Here Jezus bij Zijn wederkomst op aarde verheerlijkt in Zijn gemeente naar de aarde terugkeren. De gemeente is een hemels volk met een hemels lichaam en zal met Christus vanuit de hemelse heerlijkheid op aarde regeren. Net zoals de huidige wereld op dit moment geregeerd wordt door de overheden en machten in de hemelse gewesten (Efeziërs 6:12), zo zal straks de gemeente met Christus vanuit de hemelse gewesten over de aarde regeren.
Als de volkeren bij het licht van deze stad zullen wandelen (Openbaring 21:24) lijkt het er dus op dat deze hemelse stad zich boven de aarde zal bevinden. Toch lezen we in Openbaring 21:24-27 dat de poorten van de stad altijd openstaan voor hen die vanuit de aarde de stad willen bezoeken. Hoe dit in de praktijk zal gaan vertelt de Bijbel ons niet. Er wordt in dit vrederijk gesproken over volkeren en koningen die hun heerlijkheid in de stad zullen brengen en voor de Koning der Koningen neer zullen knielen. Ook lezen we dat er niets onreins in de stad zal komen. Het is een volkomen reine, hemelse stad die haar invloed wereldwijd zal verspreiden, zodat uiteindelijk alle mensen op aarde het koningschap van de Here Jezus zullen erkennen. Gods verbondsvolk Israël zal hierin een uitermate belangrijke rol op aarde spelen. Vanuit het aardse Jeruzalem zal het Joodse volk de wereld intrekken en alle bewoners der aarde het evangelie van het koninkrijk bekend maken. Dan gaat Jesaja 2:1-5 in vervulling waar we kunnen lezen dat Israël voor alle natiën der aarde tot getuigenis en zegen zal worden.


In Het Zoeklicht nr. 13 beantwoordt u de vraag over de gruweldaden van David die in 1 Kronieken 20:3 beschreven zouden worden. In uw antwoord zegt u dat bij de verandering van één letter in de Hebreeuwse tekst een heel ander licht op dit Bijbelgedeelte gegeven wordt. Wij geloven toch in de inspiratie van Gods Woord en dat geen letter daarvan veranderd mag worden? (H. v.d. B. te N.)

Antwoord:
In Matteüs 5:18 lezen we dat de Here Jezus zegt dat niet één jota of tittel van de wet zal vergaan, waaruit blijkt dat Gods Woord van kaft tot kaft door God Zelf ingegeven is (2 Timotheüs 3:16). We weten ook dat het Woord van God, in zijn oorspronkelijk vorm geschreven, voor ons niet meer beschikbaar is. De oudste manuscripten van het Oude Testament stammen uit de derde eeuw v.Chr. en van het Nieuwe Testament uit de derde eeuw n.Chr. Op zeer zorgvuldige wijze werd Gods Woord generatie op generatie aan ons niet mondeling, maar schriftelijk doorgegeven.
In zeer uitzonderlijke gevallen komt het wel eens voor dat onze vertaling minimaal afwijkt van de oorspronkelijke tekst. Het is daarom dan ook goed om in bepaalde gevallen verschillende vertalingen te raadplegen om te onderzoeken wat er nu precies staat en bedoeld wordt. Zo ook het genoemde gedeelte uit 1 Kronieken 20:3. Daarbij is het belangrijk om genoemde Schriftgedeelten te vergelijken met parallelgedeelten die over dezelfde geschiedenis handelen. Zo hebben we 1 Kronieken 20:3 met 2 Samuël 12:31 vergeleken, waar we de indruk krijgen dat David zijn tegenstanders niet op gruwelijke manier omgebracht heeft, maar hen onder dwangarbeid gesteld heeft. Het gaat dus niet om de verandering van één letter in de oorspronkelijke tekst, maar om de verandering van één letter in de ons beschikbare manuscripten, waardoor twee Bijbelgedeelten met elkaar in overeenstemming gebracht worden.
De Here verhoede ons ervoor Gods Woord te veranderen. Zijn Woord, in zijn oorspronkelijke vorm, is volmaakt en foutloos. Daar mogen wij als mensen absoluut niet aan toornen.


Kunt u ons uitleggen hoe de werking is van cijferwoorden, en in het kader daarvan de betekenis geven van de 153 vissen uit Johannes 21? (M. B. te B.)

Antwoord:
Zowel de Hebreeuwse als de Griekse letters hebben een bepaalde letterwaarde. Wanneer je de letterwaarde van elke letter kent, kun je in principe van elk woord bepalen hoeveel de letterwaarde hiervan is.
Een voorbeeld hiervan wordt in Openbaring 13:18 gegeven waar de naam van de antichrist overeenkomt met de getalswaarde 666. Met dit ‘berekenen’ zijn al heel wat mensen ‘uit de bocht gevlogen’! We dienen hier dus zeer terughoudend en voorzichtig mee te zijn.
Over het aantal van de vissen waarover de apostel Johannes in 21:11 schrijft, zijn de meningen dan ook erg verdeeld. Augustinus was er van overtuigd dat dit getal een bijzondere betekenis heeft. Hij ging er vanuit dat 153 een zogenaamd driehoeksgetal is. Dit driehoeksgetal wordt gevormd door de som van alle getallen tot en met het getal 17. U kunt hierbij denken aan een driehoek van blikjes, waarbij de benedenste rij 17 blikjes bestaat en waarop zestien volgende rijen gestapeld worden met steeds een blikje minder. De zeventiende rij bestaat dan nog maar uit één blikje. De basis bestaat dus uit zeventien blikjes en de hoogte uit zeventien rijen. De gehele driehoek bestaat dan uit precies 153 blikjes! U heeft dus 153 blikjes nodig om een driehoek van zeventien blikjes breed en zeventien rijen hoog te vormen. Het driehoeksgetal van 153 is dus 17 en het getal 17 was voor Augustinus een bijzonder getal. Hij zei hierover dat het de som was van de tien geboden en de zeven gaven van de Heilige Geest.
Het is interessant dat het getal zeventien veelvuldig voorkomt in de Bijbel. Zo valt de dag van de opstanding op de zeventiende dag van de maand Nisan. In Genesis 8:4 lezen we dat de ark van Noach op de zeventiende dag van de maand op de berg Ararat vastliep en daarmee de nieuwe wereld begon. Mozes schijnt met het volk op de zeventiende van maand door de Schelfzee getrokken te zijn en Esther redde haar volk toen zij op de zeventiende van de maand voor de koning verscheen. U ziet wel, er valt heel wat te ontdekken over dit bijzondere driehoeksgetal.
Verder heeft men ontdekt dat de som van letterwaarden van ‘Net’ en ‘Vissen’ ook precies op 153 uitkomt en dat de som van de uitdrukking ‘De zonen Gods’ ook precies 153 vormt. Ten slotte heeft men ook beweerd dat ten tijde van de wonderbare visvangst er in totaal 153 bevolkingsgroepen waren die met het evangelie bereik moesten worden. De Here Jezus had hen toch gezegd vissers van mensen te zijn?
Al met al zult u ontdekken dat we erg voorzichtig moeten zijn om uit dit getal conclusies te trekken en überhaupt voorzichtig en terughoudend moeten zijn bij het berekenen en uitleggen van deze getallensymboliek!

Theo Niemeijer