Vragen - jrg. 90-02: Vier ruiters en vier wereldmachten

ds. Theo Niemeijer • 90 - 2014 • Uitgave: 2
Kunt u mij vertellen welke overeenkomsten er zijn tussen de vier paarden uit Zacharia 6 en de vier ruiters uit Openbaring 6? (G.B. te @.)

Antwoord:
In Openbaring 6:1-8 wordt het begin van het oordeel over de aarde aangekondigd door de verschijning van de vier ruiters. Het gaat hier om vier verschillende paarden met hun specifieke kleur. Het witte paard spreekt van overwinning, het rode van oorlog en bloedvergieten, het zwarte van ziekte en verderf en het vale paard van de dood. Wat het laatste paard betreft wordt voor de kleur ‘vaal’ het Griekse woord ‘Chlooros’ gebruikt. Het gaat hier om het woord waar ons bleekmiddel chloor haar naam aan te danken heeft. Verschillende vertalingen gebruiken hier het woord ‘licht groen/grijs’. Laat het duidelijk zijn dat het hier om een ‘lijkkleur’ gaat. Het zijn de oordelen die dan, in de eindtijd, losgelaten worden en de aarde zullen doorkruisen om dood en verderf te zaaien.
Zo ook het beeld in Zacharia 6:1-6, waar we over vier wagens met paarden ervoor kunnen lezen. Het gaat hier om vier wereldmachten, zoals we deze ook in het boek Daniël tegenkomen: Babel, Perzië, Griekenland en Rome, die er uiteindelijk op uit zullen zijn om de aarde in het verderf te storten.
In Zacharia 6 zien we zien we dat deze vier wereldmachten zich tussen twee bergen van koper bevinden en zich uiteindelijk van daaruit over de aarde zullen verspreiden. Ze worden als het ware door de twee bergen van koper nog tegengehouden. Er wordt verschillend over deze twee bergen gedacht. Zijn het de berg Sion en de Olijfberg, dus de berg waarop Jeruzalem gebouwd is, en de berg ten oosten van Jeruzalem, waarop de Here Jezus zal wederkomen? Anderen denken meer aan de Gemeente en Israël, de wederhoudende machten op aarde. Wat deze bergen dan ook mogen betekenen, eens zal de tijd komen dat de vier wereldmachten samengevoegd tot een satanische eenheid zich voor de laatste keer over de aarde zullen verspreiden om de aarde tot een woestenij te maken.
In Zacharia gaat het hier dan ook om het achtste en laatste nachtgezicht. In het zevende nachtgezicht zien we hoe een lege efa met een vrouw daarin opgesloten naar het land Sinear gebracht wordt om daar voor haar een heiligdom te bouwen. Het gaat hier om de hoer van Babylon en de ‘gruwel der verwoesting’ aan het einde van de grote verdrukking, waarbij de afgoderij op haar hoogtepunt gekomen is. In het land Sinear stond eens de toren van Babel, maar ook het beeld van Nebukadnezar, waarvoor iedereen moest knielen. Dit zevende nachtgezicht wordt nu gevolgd door het loslaten van Gods oordeel over de wereld met als laatste wereldmacht het vierde Romeinse wereldrijk, dat uiteindelijk ten verderve zal gaan.


Mogen christenen Halal-producten eten? Hoe moeten we als christenen met deze dingen omgaan? (H. D. te H.)

Antwoord:
Het is moeilijk om hier zomaar een sluitend antwoord op te geven. In Marcus 7:20 lezen we dat de Here Jezus alle spijzen rein verklaart en duidelijk maakte dat, niet wat van buiten de mens in komt hem onrein maakt maar hetgeen bij de mens naar buiten komt (vers 15).
Toch lezen we ook weer in Handelingen 15:20 dat we ons als christenen moeten onthouden van dat wat door de afgoden bezoedeld is. Bij elke Halal-slachting spreekt de slachter de woorden “Allah is groot” uit, waarmee het vlees aan Allah geweid en geofferd wordt. Halal-vlees is dus wel vlees aan Allah geweid en geofferd. Ook in Openbaring 2:14 wordt de gemeente gewaarschuwd voor het eten van afgodenvlees. Deze zaak is dus moeilijker dan je zo op het eerste gezicht meent.
1 Timoteüs 4:4 leert ons echter: ‘Want al wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt; want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.’ Geldt dit dan ook voor onrein vlees en ook voor halal-vlees?
Paulus schrijft in Romeinen 14:2, dat de één gelooft dat hij alles mag eten, maar de ander gelooft net zo hard, dat alleen plantaardig voedsel gegeten mag worden. Als antwoord geeft Paulus hier, dat we de ander niet tot aanstoot mogen zijn. Hij neemt hier echter geen duidelijke positie in!
Het antwoord ligt kennelijk in de Korinte-brief, waar Paulus ook over dit onderwerp schrijft. In dit gedeelte neemt hij wel duidelijk zijn positie in, wanneer hij in 1 Korintiërs 10:25 het volgende schrijft: ‘al wat in de vleeshal te koop is moogt gij eten, zonder navraag te doen uit gewetensbezwaar, want de aarde en haar volheid is des Heren. Indien één der ongelovigen u uitnodigt en gij wenst te gaan, eet dan alles, wat u wordt voorgezet, zonder dat gij navraag doet uit gewetensbezwaar. Doch indien iemand u zegt: Dat is gewijd vlees, eet het dan niet, om hem die u dat te kennen gaf, én om het geweten.’
Paulus plaatst dit probleem dus heel duidelijk binnen het geweten. Wanneer we er van op de hoogte zijn en bewust vlees eten dat aan Allah gewijd is (dat is dus Halal-vlees), dan raadt Paulus ons aan dit niet te eten. Mocht de herkomst van het vlees voor ons onbekend zijn, vraag er dan niet naar, maar nuttig onder dankzegging het eten dat u voorgezet wordt.


In het ‘stilte dagboek’ van Mirjam v.d. Vegt wordt geschreven over de verschillende stappen om tot stilte te komen. Het gaat hier om het zogenaamde ‘Lectio divina’, het proces om tot stilte te komen en zo met God tot een ontmoeting te komen. Ook wordt aandacht besteed aan het visualiseren van Bijbelse gebeurtenissen. Het doet mij zo denken aan Boeddhistische beïnvloedingen. Hoe denkt u over deze nieuwe geloofsbeleving? (R. K. te T.)

Antwoord:
‘Lectio divina’ is een meditatieve methode die vroeger door de monniken toegepast werd en de laatste tijd weer opnieuw in kloosters gepraktiseerd wordt. Het is gebaseerd op het aandachtig en indringend lezen en overdenken van de Bijbel. Hier is natuurlijk niets mis mee, want we worden hiertoe in Jozua 1:8 letterlijk opgeroepen. Juist in deze jachtige samenleving is het belangrijk dat de mens tot stilte komt en de Here bij ons de gelegenheid en ruimte krijgt om tot ons hart te kunnen spreken. Toch zit hier ook een andere kant aan, waarvoor ik u waarschuwen moet. In lectio divina gaat het in wezen om vier stappen die ons tot een ontmoeting met God kunnen leiden:
1. Lectio (lezen), langzaam, verwachtingsvol de Bijbel lezen totdat een woord of een tekst je raakt.
2. Meditatio (bespiegelen), de tekst overpeinzen en ontdekken wat het mij zegt.
3. Orata (uitdrukken) voor Gods aangezicht uitspreken wat bij ons naar boven komt.
4. Contemplato (rusten) in Gods liefde en vrede tot rust komen om Gods intimiteit te ervaren.
In wezen gaat het bij deze meditatietechniek niet in de eerste plaats om het lezen, begrijpen, leren kennen en gehoorzamen van het Woord van God, maar veel meer om het ervaren van Gods Woord en het gevoel dat dit met zich meebrengt. Men zegt hierbij op zoek te zijn, in nieuwe tijden met nieuwe mogelijkheden naar een ontmoeting met God.
Typerend is het dat juist deze techniek in de Roomse traditie ontstaan is en dat de kerk van Rome in Bijbelkennis echter niet uitblinkt. Inderdaad is in de roomse traditie de visualisering, de gevoelswaarde en de ervaring van het geloof belangrijker dan de letterlijke tekst van de Bijbel! Zo leert de geschiedenis ons dat lectio divina ons de Bijbel niet beter doet leren kennen, maar gevoel en ervaring boven de kennis van Gods Woord plaatst. Op veel manieren zien we hoe de protestantse en evangelische geloofsbeweging in hun identiteit steeds verder opschuiven richting de roomse tradities. Zo zien we dat de uiteindelijke wereldkerk die zich met de antichrist verbinden zal steeds duidelijker vormen aanneemt. Wat is het belangrijk om in deze tijd vast te houden aan het gezaghebbende Woord van God en ons niet laten verleiden door allerlei nieuwe geloofsbelevingen die zich aan ons op weten te dringen.

Ds. Theo Niemeijer