Vragen - jrg. 89-12

ds. Theo Niemeijer • 89 - 2013 • Uitgave: 12
Leer denken vanuit Gods Woord

Bij ons in de gemeente is een actief gezin waarvan de man zich niet thuis voelt in zijn eigen lichaam. Hij had het gevoel dat hij in een verkeerd lichaam geboren was en had de wens om zijn lichaam te laten ombouwen tot een vrouwenlichaam. Dit is inmiddels gebeurd. Zijn ex-vrouw heeft nu een nieuwe relatie en hij/zij een nieuwe naam. De raad der oudsten heeft het besluit van de man ondersteund en geaccepteerd. Nu wil deze man (inmiddels vrouw) weer actief mee functioneren in onze gemeente en net zoals vroeger de taken weer gewoon op zich nemen. Wij zijn verward, verdrietig en heel ongerust. Voor ons is de Bijbel in alle opzichten absoluut gezaghebbend! Maar deze situatie beangstigt ons. Is dit wel de wil van God? (L. K. te @)

Antwoord:
We hebben hier te maken met het zogenaamde genderdysforie, waarin iemand het gevoel heeft in een verkeerd lichaam geboren te zijn. We moeten dit niet verwisselen met homofilie waarin iemand zich aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht. In de DSM-lV (diagnose handleiding voor de psychiatrie) wordt genderdysforie nog als een psychische aandoening beschreven, maar in de nieuwe uitgave van DSM-V wordt genderdysforie waarschijnlijk niet meer als een psychische aandoening gezien. Zo werd homofilie door de medische wereld ook eerst als een afwijking gezien, maar tegenwoordig als een seksuele variant gezien die volledig geaccepteerd en geïntegreerd wordt. Al met al zijn we op een hellend vlak terechtgekomen waarop we, ook als christenen, gestaag afglijden tot volledig geaccepteerde goddeloosheid.
De Bijbel leert ons dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is: ‘Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. verheerlijkt dan God met uw lichaam’ (1 Korintiërs 6:19-20). Vandaar dat Paulus ons in Romeinen 12:1 en 2 oproept om ons lichaam aan Hem te geven: ‘En stelt uw lichamen tot een heilig en Gode welgevallig offer, dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, op dat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.’
Iemand die ik-gericht leeft gaat heel anders met zijn/haar lichaam om, dan iemand die zich aan Hem, ook lichamelijk, overgegeven heeft. Wanneer we onszelf aan Hem toewijden zullen we anders met ons lichaam omgaan. Het zal invloed hebben op ons eetgedrag, de manier van kleden, het gebruik van alcohol en nicotine en de verzorging van ons lichaam.
In Genesis 27 lezen we over het verschil tussen Jakob en Esau. Jakob was een onbehaard man met gladde armen, handen en hals, terwijl Esau over zijn gehele lichaam behaard was. Ook had Jakob een hele andere stem dan Esau. Tegenwoordig zou je zeggen dat Jakob in een, voor hem, verkeerd lichaam geboren was. Toch is Jakob de aartsvader van Israël geworden, God had een plan met hem, zoals hij was.
Het is vaak onder druk van de maatschappelijke samenleving dat mensen zich niet thuis voelen in hun, van God ontvangen lichaam. Men voelt zich vaak te lelijk, te mager, te dik, te lang, te kort en ga zo maar door, met als gevolg dat allerlei persoonlijkheidsproblemen ontwikkeld worden, zoals de eetstoornissen: boulimia nervosa en anorexia nervosa! Daarom wijst Paulus op de vernieuwing van ons denken. We moeten anders leren denken. Niet meer denken vanuit onszelf, maar vanuit Gods Woord, vanuit Gods Geest. Dan zal ons denken, maar ook ons gevoel vernieuwd worden. De echte verandering komt dan van binnenuit en niet van buitenaf. Dan gaat het in de eerste plaats om de verandering van ons denken met als gevolg dat we ons lichaam anders gaan zien en de Here er voor gaan danken.
In Matteüs 19:10-12 leert de Here Jezus ons dat er een verschil in mannelijkheid bestaat vanaf de geboorte. Als antwoord op de reactie van de discipelen dat het toch maar beter is om niet te trouwen zei de Here Jezus dat er mannen als ‘gesnedenen’ (letterlijk: eunuch/ontmand) geboren worden, andere mannen hebben zich laten ‘ontmannen’ en weer anderen hebben zichzelf ‘ontmand’. Dit voorbeeld dient niet tot rechtvaardiging van het ombouwen van een mannenlichaam tot het lichaam van een vrouw, maar laat zien, dat er vanaf de geboorte een zekere diversiteit bestaat. Toch laten in dit voorbeeld de mannen zich 'ontmannen' om zich geheel aan de Here te wijden. Het gaat hier dus niet om een zelfzuchtige ingreep maar om toewijding aan de Here.
Het is jammer dat de oudsten van uw gemeente dit ombouwen gesteund en geaccepteerd hebben, maar nog erger dat zo iemand ook nog eens een actieve rol in de gemeente zal gaan spelen. Zo drijven we steeds verder weg van het Bijbels gemeente zijn!


In Het Zoeklicht nr. 4 schrijft u over de opname van de gemeente en eindigt u met de woorden ‘Hoort u daarbij?’. Hoe weet u dat zo zeker? De Here Jezus bepaalt dit toch en je weet het toch pas zeker, na je sterven? Hoe kan ik het nu zeker weten of voelen dat Hij mij aangenomen heeft? (R. M. te R.)

Antwoord:
In 1 Johannes 1:13 lezen we: ‘Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.’ Ook in de verzen 18, 19 en 20 van dit hoofdstuk komt dit ‘wij weten’ nog drie keer voor. Het gaat niet in de eerste plaats of we het voelen of ervaren, maar of we het weten. De Bijbel is Gods Woord, waarin uitgelegd wordt hoe God de gehele wereld liefgehad heeft en Zijn enige Zoon voor de schuld van de mensen aan het kruis liet sterven. Hij droeg onze zonden naar het kruis (1 Petrus 2:24) en onderging het oordeel voor onze zonden.
De Bijbel nodigt ons allemaal uit om dit grote offer te aanvaarden, waardoor we kinderen van God worden (Johannes 1:12). Geloven betekent niet alleen iets als ‘waarheid’ erkennen, maar ook het aanvaarden, je overgeven aan Iemand! Zo leert de Bijbel ons, dat iedereen die in de Here Jezus gelooft en Hem persoonlijk dankt voor Zijn plaatsvervangend lijden en sterven aan het kruis, vergeving van zonden én eeuwig leven ontvangt. De Bijbel is Gods Woord en God liegt niet. Zo mag je Zijn woord geloven, zodat je zeker weet, dat je er bij bent, wanneer Christus Zijn gemeente van deze aarde weg zal nemen om dan voor altijd bij Hem te zijn.


Kun je als wedergeboren en gedoopt christen nadelige invloeden ondervinden van mensen die vloeken over je uitspreken? Kunnen die vloeken je dan bereiken of is het zo dat wanneer de Heilige Geest in je woont je niet beïnvloedbaar bent voor dergelijke vervloekingen? (F. J. te N.)

Antwoord:
Laat het duidelijk zijn, dat we als christenen niet immuun zijn voor geestelijke gevaren om ons heen en de verleidingen in de wereld waarin we leven. Meer dan ooit is het belangrijk om ‘In Christus’ te blijven, want daar is de enige plek waar satan ons niet kan bereiken. 2 Korintiërs 2:14 leert ons dat wij te allen tijde in Christus zegevieren. Alleen achter het schild van het geloof zijn we veilig voor de brandende pijlen van de boze (Efeziërs 6:16). Dit gedeelte over de wapenrusting leert ons dat we ons dienen ‘op te stellen’, met andere woorden, onze plaats in Christus in te nemen, want alleen daar zijn we overwinnaars!
Johannes leert ons in 1 Johannes 4:4 dat Hij die in ons is meerder is dan die in de wereld is. Invloeden van vervloekingen en dergelijke hebben op ons geen vat, zolang we in Christus zijn. Laat je dus nooit bij Hem vandaan lokken, want dan begeef je je op zeer gevaarlijk terrein!

Ds. Theo Niemeijer