Vragen - jrg. 89-02

ds. Theo Niemeijer • 89 - 2013 • Uitgave: 2
Gebed om genezing in pastorale context

S.v.R. te A. is van geboorte doof en vraagt zich af, of ze een wonder mag verwachten waardoor ze kan horen. Verder vraagt ze wat het Nieuwe Testament ons leert over muziek in de gemeente en het spreken van vrouwen tijdens de diensten.

Antwoord:
Wat fijn dat u zich op ons blad geabonneerd hebt en zo op de hoogte blijft van de dingen die in de gemeente plaatsvinden.
Wat zal het een diep verlangen voor uw zijn om te kunnen horen en wat zult u zich in de stilte eenzaam voelen. Het is troostvol te weten, dat de Here met u mee kan voelen en weet wat u doorstaat. Vanuit Gods Woord weten we dat Hij altijd het beste met ons voor heeft en dat wij onze wensen door gebed en smekingen bij Hem bekend mogen maken, waarop Hij ons de vrede Gods schenkt die alle verstand te boven gaat (Filippenzen 4:6-7). We leven in een gebroken schepping waarin we met ziekten en onvolmaaktheden te maken hebben. In Openbaring 21:4 lezen we dat deze gebrokenheid pas voorbij is als er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen zijn: ‘Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbij gegaan.’
Natuurlijk mag u een wonder verwachten, want bij Hem zijn alle dingen mogelijk. We mogen echter geen wonder afdwingen, zoals de laatste tijd zo vaak gebeurt. De Bijbel leert ons niet om met onze ziekten naar genezingsdiensten te gaan. We mogen de oudsten van de gemeente vragen om voor ons te bidden. Dan zal de Here het duidelijk maken of onze ziekte te maken heeft met ‘de aardse tent die afgebroken wordt’, waar we allemaal mee te maken hebben, of dat de ziekte te maken heeft met Gods leiding en beproeving in ons leven, of dat de ziekte te maken heeft met het bewust leven in zonden. Gebed om genezing hoort dan ook altijd binnen de pastorale context van de plaatselijke gemeente!
De laatste tijd wordt in toenemende mate aandacht geschonken aan tekenen en wonderen. De verkondiging van het evangelie ‘Christus en Dien gekruisigd’ waarbij opgeroepen wordt tot bekering en belijdenis van zonden is de laatste tijd vervangen door de proclamatie van het koninkrijk van Koning Jezus en de bediening van gebedsgenezing en bevrijding. Er ontstaat de laatste tijd een geheel andere generatie ‘christenen’, die bekering, vergeving van zonden en wedergeboorte ontgroeid is. Ze voelen zichzelf niet meer dader van de zonde, dus verantwoordelijk voor hun zondige leefstijl, maar slachtoffer van de gebroken schepping. Ze hebben dan ook niets meer te belijden, maar alleen te ontvangen. Zo krijgen we steeds meer te maken met een generatie christenen van wie het oude leven ‘niet mede gekruisigd’ is en voor wie het nieuwe leven vanuit de opstanding van Christus onbekend is. Voor hen ondergaat het oude leven eigenlijk een therapie om zo verbeterd te worden. Van wedergeboorte is echter geen sprake!

Daarnaast vraagt u naar de rol van muziek in de gemeente. Hier geeft het Nieuwe Testament ons geen aanwijzingen over. In het Oude Testament werd veel aandacht geschonken aan muziek tijdens de erediensten in de tempel. Ook bij de herbouw van de tempel, onder leiding van Ezra, lezen we over zangkoren die deel uitmaakten van de erediensten. Het zal daarom niet vreemd zijn, wanneer muziek ook een aandeel mag hebben binnen de erediensten van de Nieuwtestamentische gemeente. Wel is het jammer dat de laatste tijd de muziek wel erg veel de boventoon voert en de inhoud van de te zingen tekst en de verkondiging van het Woord een minder belangrijke plaats gekregen heeft. Zo bepalen de muziekinstrumenten de laatste tijd ook steeds meer uit welke bundel er gezongen kan worden. De meeste gemeenten die overgestapt zijn van het orgel naar een muziekband zijn ook overgestapt van het zingen uit de Psalmen, Gezangen en Johannes de Heer-bundel naar de liederen uit Opwekking. Gemeentezang, alleen uit Opwekking, is geestelijk toch wel erg schraal! Wat mooi is het wanneer een gemeente in staat is om verschillende liedbundels te gebruiken, maar dat betekent wel vaak een stevige investering in de muzikale begeleiding.

Tenslotte vraagt u naar het preekambt van de vrouw. De Bijbel leert ons in 1 Timoteüs 2:11-12 dat het onderwijs geven door een vrouw in de gemeente stellig verworpen wordt. Op dezelfde manier kunnen we dit terugvinden in 1 Korintiërs 14:34-36. Gemeenten die het onderwijsambt aan vrouwen toebedelen, leggen hiermee Gods Woord terzijde. De Bijbel maakt ons duidelijk dat het pastoraal- en leergezag aan de broeders toebedeeld en toevertrouwd is. Dit betekent dus wel voor de broeders dat zij verantwoordelijk zijn en dat zij ook deze verantwoordelijkheid dienen te dragen. Zo zien we dat we op allerlei manieren als gemeente kunnen afdrijven van de oorspronkelijke identiteit van de gemeente zoals we deze in Gods Woord kunnen vinden. Niet voor niets vinden we de oproep aan de gemeente Filadelfia: ‘Houdt vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme’ (Openbaring 3:11).


In onze kerk heb ik nu al een paar keer gehoord, dat de kerk nu bij Israël ingelijfd is. Volgens mij zijn Joodse Messias belijdende gemeenten en de gemeenten uit de heidenen samen één gemeente. Maar hoe zit dat nu met de bedekking van het volk Israël, zijn we bij dit Israël ingelijfd? (H. N. te W.)

Antwoord:
Romeinen 11:13-24 maakt ons duidelijk dat wij als gelovigen uit de heidenen met de gelovigen uit de Joden deel gekregen hebben aan de saprijke wortel. Tegen onze natuur zijn we als wilde olijftakken op de edele Olijfboom geënt. Daarmee zijn we niet ingelijfd in Israël, maar in Christus. We zijn zeker niet ingelijfd in het nu nog verharde en verblinde deel van Israël. Het gaat in dit gedeelte van Romeinen 11 om de gelovigen uit Israël, waarmee we samen met Christus, één plant vormen.
In Efeziërs 2:14-22 maakt Paulus deze waarheid op een andere manier duidelijk. Hij leert hier dat de tussenmuur, tussen het Joodse volk en de heidenen in Christus weggebroken wordt en dat de gelovigen uit de heidenen, samen met de gelovigen uit het Joodse volk één nieuwe mens vormen. Samen, gelovige Joden en gelovige heidenen hebben we door één Geest de toegang tot de Vader en worden we medegebouwd tot een woonstede Gods in de Geest.

Ds. Theo Niemeijer