Vragen - jrg. 88-24

ds. Theo Niemeijer • 88 - 2012 • Uitgave: 24
Verbond tussen RK en islam?

Denkt u, net als ik, dat eens de islam en de Rooms-katholieke Kerk een verbond zullen sluiten. Het verbaast me telkens dat velen van de R.K. geen enkel wantrouwen hebben tegen de inhoud van de islam. (R. M. te @)

Antwoord:
Paus Johannes Paulus de Tweede predikte in 1985 al voor velen duizenden enthousiaste jongeren dat moslims en christenen in dezelfde God geloven. In 1994 verscheen een publicatie van het Vaticaan dat christenen en moslims één gemeenschappelijke grond hebben en in 1994 kwam het zo ver dat de Paus de Koran publiekelijk kuste. Zoals de vorige Paus zich inzette voor de eenwording tussen de islam en het christendom, zo zet de huidige Paus zich momenteel in voor de eenwording tussen de R.K. en de kerk uit de Reformatie.
De eenwording van de islam met het christendom vindt in de koran een belangrijke voedingsbodem. Maria, de moeder van onze Here Jezus, wordt maar liefs dertig keer in de Koran vermeld. Er is geen vrouw die zo vaak in het heilige boek van de moslims genoemd wordt. Zelfs zijn twee meest geliefde vrouwen en geliefde dochter Fatima worden niet genoemd, maar Maria wel! Alleen Abraham, Mozes en Noach worden in de Koran meer genoemd dan Maria.
In Soera 3:3 wordt over de uitverkiezing van Maria geschreven, Soera 19 gaat in haar geheel over Maria en in Soera 21:91 en 66:12 wordt de maagdelijkheid van Maria geprezen! Vooral dit laatste is voor de moslims erg belangrijk geworden, ze leggen sterk de nadruk op de maagdelijkheid van een vrouw bij haar huwelijk.
In Soera 23:52 wordt Maria op een manier beschreven die geheel overeenkomt met de leer van de Rooms-katholieke Kerk: ‘Wij maakten de Zoon van Maria en zijn Moeder tot een teken en gaven beiden een hoogte ter woning, een plaats der zekerheid en een bron.’ Door moslims wordt Mohammed gezien als het zegel van de profeten en Maria als het teken van de levende God. De persoonlijke relatie met Allah of God kun je via Maria beleven, net zoals dit vaak in de Rooms-katholieke Kerk voor komt.
Het verband tussen de islam en de Rooms-katholieke Kerk wordt met name zichtbaar in Fatima, een stadje in het midden van Portugal, ten noordoosten van Lissabon. Nadat in de zestiende eeuw na een bloedige strijd in Spanje en Portugal de moslims het veld moesten ruimen, werd de zoon van een Rooms-katholieke graaf, die in het kasteel in Ouren woonde, verliefd op de dochter van één van de laatste moslimleiders. Deze moslimprinses droeg de naam Fatima en was daarmee vernoemd naar de lievelingsdochter van Mohammed. Ze traden in het huwelijk, waarbij Fatima de christelijk doopnaam Oureana kreeg. De prinses stierf echter op jonge leeftijd, waarop de graaf van Oeren het dorp dat naast het kasteel lag naar Fatima vernoemde. In 1917 gebeurde het dat op de dertiende van de maanden mei t/m oktober de Heilige Maagd Maria in dit dorp aan drie kinderen verscheen, waarop later een geweldige basiliek en meerdere kloosters en gastenverblijven gebouwd werden en Fatima uitgroeide tot één van de meest bezochte bedevaartsoorden ter wereld! Vooral de laatste tijd zijn de Portugese autoriteiten verlegen met het feit dat grote massa's moslims uit de gehele wereld naar Fatima op pelgrimsreis komen om in de islamitisch genoemde stad Fatima de Heilige Maagd Maria te vereren en te aanbidden. Zowel moslims als Rooms-katholieken kennen de bedevaartsreizen.
Verder is het vermeldenswaard dat in 1571 de Turkse vloot voor de kust van Portugal door de christenen overwonnen werd en Paus Pius de Vijfde alle christenen opriep om voortaan de Rozenkrans te gaan bidden en hiermee God te danken voor de overwinning op de moslims. Vanaf dat moment maken zowel de moslims als de Rooms-katholieken bij hun gebeden gebruik van kralen kettingen. Er zijn overigens meerdere wereldgodsdiensten die hiervan gebruik maken.
Verder is het opmerkelijk dat zowel de islam als de Rooms-katholieke Kerk hun verplichte vastentijden hebben. Al met al lijkt het er op dat de islam en de Kerk van Rome veel dichter bij elkaar liggen dan menigeen doet vermoeden.
Tenslotte gelooft de R.K. op grond van Openbaring 12:1-6 dat de eindtijd in het teken staat van de strijd tussen de duivel en de Hemelkoningin. De vrouw met de twaalf sterren op haar hoofd wordt in dit gedeelte gezien als Maria, de moeder van de Here Jezus. De R.K. is zich er van bewust dat Maria in de eindtijd een grote rol zal gaan spelen, vandaar de belangrijke plaats die Maria zowel in de islam als in de R.K. bekleedt.

Ook nu is er een beweging die al vele jaren geleden begonnen is en die tot de eenheid moet leiden tussen de kerk van Rome en de kerk van de reformatie. Kunnen we voor eenheid kiezen met een kerk die Maria ziet als een medemiddelaar en verlosser van de mensheid? Kunnen wij kiezen voor eenheid met een kerk die Maria als zondeloos ziet en haar hemelvaart belijdt, een kerk die in haar hostievieringen onze Heiland keer op keer opnieuw kruisigt?
Kunnen wij ons verbinden met kerken die de unieke positie van Israël als eeuwig verbondsvolk verwerpen en er antisemitische gedachten op na houden? We kunnen dan wel, zoals 6 oktober op het Malieveld in Den Haag goed bedoeld gebeurde, hard roepen: “Wij kiezen voor eenheid”? Maar om welke eenheid gaat het dan? Juist het samensmelten van Godsdiensten leidt tot de afvallige kerk van de eindtijd die zich met het Europa van de eindtijd, het herstelde Romeinse rijk zal verbinden.
Geraadpleegde bronen: ‘Maria, Die unbekannten Seiten der “Mutter Gottes”’, Elvira Maria Slade
Tom. Mc. Mahon



Onlangs schreef u over het Badwater Bethesda en beweerde dat het gedeelte dat over de engel gaat die het water beroerde en degene die zich dan als eerste in het water wierp genezen werd, tussen haakjes staat en in de oudste handschriften niet voor zou komen. Mijn Statenbijbel uit 1767 hebben deze haakjes echter niet toegevoegd. Vooral in deze tijd met Bijbelkritiek dienen we zorgvuldig te zijn met zulk soort uitspraken. (A. v.d. L. te O.)

Antwoord:
De Statenvertaling ken ik als een zeer betrouwbare vertaling. Toch maakt elke vertaling gebruik van de oorspronkelijk bronteksten die voorhanden zijn. Zo ontbreken de haakjes bij de Statenvertaling en de Canisius vertaling, maar bij de Lutherse vertaling en de NBG 1951 vertaling worden ze wel gebruikt en bij de Leidse vertaling en de vertaling van Prof. Brouwer wordt het genoemde gedeelte zelfs helemaal weg gelaten. Dat zou mij te ver gaan!
Het feit dat ik het aannemelijk vind dat het betreffend tekstgedeelte tussen haakjes staat en dus in de oudste handschriften niet voorkomt, komt door de uitspraak dat de persoon genezen werd ‘wat voor ziekte hij ook had’ (vers 4). In Johannes 9:32 gaat het echter om de genezing van de blindgeborene waarbij met zegt: ‘Van eeuwigheid is het niet gehoord, dat iemand de ogen van een blindgeborenen geopend heeft.’ Als bij het badwater Bethesada elke ziekte genezen werd, waarom deed men hier dan deze uitspraak? Nog nooit was er sprake van zo’n groot wonder, zelfs niet in Bethesda?! Het feit dat de NBG 1951-vertaling dit gedeelte tussen haakje gezet heeft, spreekt dan ook niet zozeer van Bijbelkritiek, maar veel meer van het zorgvuldig omgaan met de originele handschriften die voor de vertaling gebruikt zijn.

Ds. Theo Niemeijer