Vragen - jrg. 88-21

ds. Theo Niemeijer • 88 - 2012 • Uitgave: 21
Christus is naar de Schriften gestorven

In Matteüs 26:17, Marcus 14:2 en Lucas 22:7 lees ik dat de Here Jezus op de eerste dag van het feest der ongezuurde broden in de avond het Pascha gegeten heeft. Wanneer is Christus dan eigenlijk gekruisigd. U schreef toch dat de eerste dag van het feest van de ongezuurde broden een Sabbatsdag was en dat de lichamen tijdens dit feest niet aan het kruis mochten hangen? (J.V. te @)

Antwoord:
In Leviticus 23:4-8 lezen we over de instelling van het Pascha. Op de veertiende dag van de maand Nisan moest het Paaslam geslacht en gegeten worden. Op de vijftiende van deze eerste maand begonnen de zeven dagen van het feest der ongezuurde broden. Zowel op de eerste als de zevende dag van dit feest werd een heilige samenkomst gehouden en mocht men geen werk verrichten.
Er staat in Exodus 12:6 en Leviticus 23:5 dat het Pascha in de avondschemering (letterlijk: tussen twee avonden, St.Vert.) gegeten moest worden. De avondschemering van de veertiende dag begon al direct, nadat op de dertiende dag de eerste ster zichtbaar werd. Misschien weet u wel dat in Israël de dag al bij de avondschemering van de vorige dag begint. Naar onze tijdsindeling gerekend, heeft de Here Jezus in de avond, voorafgaand aan de nacht van dertien tot veertien het Pascha gegeten. Dit Pascha mocht echter de gehele dag, dus ook nog later gegeten worden, tot de avondschemering van de veertiende dag, dus letterlijk ‘tussen twee avonden’. Verder is het goed te weten, dat de dag waarop het Pascha gegeten werd ook al bij het Feest van de ongezuurde broden gerekend werd. Het feest duurde dus niet zeven maar acht dagen, met deze inleidende dag erbij gerekend.
De dag waarop het Pascha geslacht en gegeten werd, wordt ook wel de ‘dag der voorbereiding’ genoemd. U leest hierover in Marcus 15:42, waar we kunnen lezen dat Jozef van Arimatea tijdens de Voorbereiding, de Voorsabbat, naar Pilatus ging om hem toestemming te vragen om het lichaam van de Here Jezus van het kruis te halen. In Johannes 18:28 lezen we dat de Joodse leiders het gerechtsgebouw van Pilatus niet binnen wilden gaan, om zich niet te verontreinigen, zodat ze het Pascha nog konden eten. Ze dienden zich die dag rein te houden om het Pascha te mogen eten. Dit moesten ze echter wél voor de avondschemering doen, anders waren ze te laat! In Johannes 20:31 wordt nogmaals over de dag der ‘Voorbereiding’ gesproken, waarna de ‘Grote Sabbat’ begon. Met deze ‘Grote Sabbat’ wordt niet de zevende dag van de week bedoeld, maar de feestsabbat van het feest der ongezuurde broden.
Vanuit de Bijbel mogen we aannemen, dat de Here Jezus op deze veertiende van de maand Nisan, waarop men gewoon was het Paaslam te slachten en te eten, ook als ons Paaslam voor ons geslacht werd, waarmee de Schrift letterlijk en nauwkeurig vervuld werd. Vanaf de hoogte van het kruis kon de Here Jezus op het negende uur, voor ons om drie uur 's middags, de rook van het avondoffer dat tijdens het gebedsuur gebracht werd, zien opstijgen, terwijl Hij riep: "Het is volbracht"!
1 Korintiërs 15:3 en 4 leert ons dan ook niet zomaar dat Christus naar de Schriften gestorven, begraven en opgewekt is. Hij stierf op de veertiende dag van de maand Nisan, de dag waarop het Paaslam geslacht diende te worden. Hij werd begraven in het graf van een rijke, zonder dat zijn beenderen gebroken werden, precies zoals Exodus 12:46 en Jesaja 53:9 ons leren. Hij stond na drie dagen en drie nachten op, zoals Hijzelf onderwezen had en over de drie dagen en drie nachten gesproken heeft waarin Jona in de buik van de vis gevangen zat (Matteüs 12:40).
Na het afnemen van de lichamen van het kruis begon de grote Sabbat, waarover Johannes 19:31 spreekt. Na deze feestsabbat kochten de vrouwen de specerijen om de Here Jezus te zalven (Marcus 16:1) We lezen dan niet dat ze direct naar het graf gingen. Ze hebben ze thuis klaargemaakt, waarna de wekelijkse Sabbat aanbrak en pas na deze sabbat, zeer vroeg op de eerste dag van de week, gingen ze naar het graf om Hem te zalven, waarop ze ontdekten dat het graf leeg was! De Here Jezus is dus tijdens de feestsabbat, de dag daarna (onze vrijdag), en als derde dag, de wekelijks sabbat, in het graf gebleven, waarna Hij het graf verlaten heeft. Precies na drie nachten en drie dagen, in die volgorde!


Steeds wanneer er verkiezingen zijn twijfel ik enorm of ik nu wel of niet moet stemmen. In Hebreeën 11:13 en 1 Petrus 2:11 lees ik dat we vreemdelingen en bijwoners op aarde zijn en dat ons burgerrecht een hemels burgerrecht is (Filippenzen 3:20). De Bijbel leert ons dat we hier op aarde ambassadeurs zijn en een ambassadeur mag zich toch niet bemoeien met het inhoudelijk beleid van het land waar hij te gast is. Hij mag zich toch alleen druk maken over het beleid van het land dat hem uitgezonden heeft? Kunt u op Bijbelse gronden laten zien of we ons als wedergeboren christenen überhaupt bezig moeten houden met wereldse politiek? (J. v. L. te V.)

Antwoord:
We hebben hier met een zeer lastig thema te maken, waar niet zomaar een kort passend antwoord op te geven is. De Bijbel roept ons op om voor de overheid te bidden. Verantwoordelijkheid voor de regering hebben we als christenen dus wel, anders hoef je niet te bidden. Daarnaast geeft de Bijbel ons voorbeelden van Godsmannen die politieke verantwoordelijkheid ontvingen en uitoefenden. We denken hierbij onder andere aan Jozef en Daniël, die beiden op een wonderlijke manier tot bestuurders van een heidens land aangesteld werden.
Het is een zegen dat we hier in Nederland ons geloof nog vrij mogen uitleven, hoewel dit de laatste tijd steeds moeilijker en meer en meer ingeperkt wordt. Het zijn toegewijde christenpolitici geweest die hier, met Gods hulp, voor gestreden hebben. We mogen dankbaar zijn voor onze koningin, die absoluut rekening houdt met de Here God. We mogen dankbaar zijn met christelijke politici die hun Heer en Heiland in Den Haag dienen. Misschien niet in de koppositie, maar zeker in een ‘zoutend zout’-situatie om het verderf, dat zeker zal komen nog zolang mogelijk tegen te houden. Wat is het belangrijk dat er opnieuw toegewijde christenpolitici opstaan die onverkort aan Gods Woord vasthouden en de durf hebben om hier voor uit te komen.
Als christenen kijken we inderdaad uit naar een ander vaderland. We mogen uitzien naar de spoedige komst van Jezus en onze hoofden omhoog heffen. Maar de Bijbel leert ons nergens dat we daarnaast geen verantwoordelijkheid hier op aarde hebben. Naast het winnen van mensen voor de Here, wil de Here ons ook gebruiken om onze omgeving te veranderen. Dat kunnen studenten op school doen, werknemers op de werkvloer, moeders in hun eigen gezin, ook al zijn we vreemdelingen op aarde. De Bijbel roept ons op om voor de overheid te bidden en onze verantwoordelijkheid hierin te nemen, daar hoort mijns inziens ook onze stem bij.

Ds. Theo Niemeijer