Vragen - jrg. 88-17

ds. Theo Niemeijer • 88 - 2012 • Uitgave: 17
De zegen van het vasten

In Handelingen 13:2 en 3 en 14:23 wordt over het vasten geschreven. Wordt van ons ook verwacht dat we als christenen regelmatig vasten? Wat leert de Bijbel ons hierover? (G. V. te H.)

Antwoord:
In Matteüs 6:16-18, 9:14-17 en Jesaja 58:3-9 vinden we enkele gedeelten die ook over het vasten gaan. Deze gedeelten laten ons zien, dat het vasten niet uit een plichtsgevoel moet voortkomen, maar veel meer vanuit het hart. Het vasten komt trouwens niet alleen bij het Joodse volk en onder christenen voor. Ook heidense volkeren kennen het vasten (bijvoorbeeld Ninevé, Jona 3:5-10). Het ‘vasten’ wordt in het Oude Testament ook wel ‘verootmoedigen’ genoemd. Er zijn voor Israël twee momenten van vasten ingesteld, namelijk:
- het vasten op de Grote Verzoendag (Leviticus16:29-31 en 23:27);
- het vasten op de dag Aw 9 (v.a. 28 juli/augustus) ter gelegenheid van de verwoesting van de tempel.

Alle andere momenten van vasten zijn op vrijwilligheid gebaseerd. Hieronder volgen enkele voorbeelden.
In het Oude Testament:
- Rouwbedrijven (1 Samuël 31:13)
- God ernstig zoeken (2 Samuël 12:16,22-23)
- Gods uitredding, hulp zoeken (2 Kronieken 20:3-4)
- Gods bescherming zoeken (Esther 4:16)
- Gods vergeving zoeken (Daniël 9:3-4)
In het Nieuwe Testament:
- Als voorbereiding op de bediening (Matteüs 4:1-2)
- Goddelijke kracht zoeken (Matteüs 17:21)
- Gods wil zoeken (Handelingen 13:3)
- Gods zegen zoeken (Handelingen 14:23)

Bij het vasten gaat het niet zozeer om uiterlijke verschijningsvormen, maar veel meer om een innerlijke houding, die in overeenstemming is met onze levenswandel. Er werd in Israël twee keer per week gevast en wel op maandag en donderdag. Er werden op deze dagen openbare Godsdienstoefeningen op straat gehouden. De Farizeeër in Lucas 18:12 was er trots op dat hij tweemaal per week vastte! Het kwam voor dat bij het vasten geen schoenen gedragen werden, de kleren gescheurd werden en dat men as over het hoofd strooide. Een Griekse woordspeling luidde: ‘Onverschijnbaar verschijnt men om te kunnen schijnen’.
Er werd van zonsopgang tot zonsondergang gevast. Bij één dag vasten werd geheel gevast en bij meerdere dagen at men alleen het hoogstnodige. Het vasten en bidden wordt in de Bijbel vaak aan elkaar gekoppeld. Zo lezen we bijvoorbeeld van Hanna dat ze voortdurend in de tempel God diende met vasten en bidden (Lucas 2:37). In het vasten onthoudt men zich onder andere van eten, drinken, alcohol, vermaak en seksuele gemeenschap (1 Korintiërs 7:4-5), kortom, alles wat ons van God af zou kunnen leiden. Gods Woord verplicht christenen dus niet om te vasten, maar wijst ons wel op de zegen om op bepaalde momenten, op vrijwillige basis en wanneer het hart ons dringt, te vasten.


Kunt u mij iets vertellen over Bruno Gröning. Ik vond een folder van hem, waarin men uitgenodigd werd om de film ‘Het fenomeen Bruno Gröning, op het spoor van de 'wondergenezer'’ te komen kijken. Verder vermeldt de folder: ‘De sensatie van 1949 - nu weer zeer actueel’ en ‘ongeneeslijk bestaat niet, God is de grootste arts!’ (N. v. H. te D.)

Antwoord:
Gröning werd geboren in 1906 in Danzig, groeide heel eenvoudig op en was een eenvoudige handarbeider. Na de oorlog vluchtte hij naar West-Duitsland. In 1949 dook zijn naam op in vele kranten, weekbladen en radioprogramma’s. Speciale edities werden over hem gedrukt en van heinde en ver, zelfs vanuit Amerika, kwam men op de ‘wondergenezer’ af. Overal waar Gröning verscheen, kwamen tienduizenden zieken die, verlangend naar genezing, zijn samenkomsten bezochten. Vele mensen werden genezen van hun ongeneeslijke kwalen. Wetenschappelijke toetsing bevestigden waarachtige genezingen.
Ongeneeslijk bestond voor Gröning niet. Alle ziekte kon door God genezen worden, maar niet alle mensen werden genezen. Men moest zich openstellen voor de Goddelijke kracht, de zogenaamde heilstroom, die men, wanneer men zich hiervoor openstelde, kon ontvangen. Hij vergeleek de mens met een batterij, die steeds weer opnieuw opgeladen moest worden. Wanneer de batterij leeg begon te raken, werd het lichaam krachteloos, gestrest, uitgeput en begon het lichaam ziek te worden. Wanneer men zich dan openstelde voor de heilstroom, de geestelijke kracht die in ieders nabijheid is, stroomde nieuwe levensenergie het lichaam binnen. Deze heilstroom stootte dan op de zieke organen, waardoor vaak heftige pijnen ontstonden, het reinigingsproces begon en uiteindelijk genezing intrad. Hij leerde zijn aanhangers om dagelijks voor de heilstroom open te staan, waardoor we in harmonie met onszelf, de medemens en de natuur wilden leven. Het doel van Gröning was om hulpzoekenden in levensblije mensen te veranderen, vrij van lichamelijke en psychische kwalen.
Hij leerde zijn aanhangers om dagelijks de levensenergie, die hij de naam heilstroom gegeven had, met open handen, gericht naar boven, te ontvangen. Men mocht daarbij de armen en benen niet over elkaar heen leggen, want dat zou de doorstroming belemmeren.
Gröning had veel aanhangers maar ook veel tegenstanders, zo zelfs dat menig rechtszaak tegen hem aangespannen werd. Zo veroordeelde de Duitse rechtbank Gröning voor het ongeoorloofd uitoefenen van de geneeskunde, waarmee hij de ‘heilpraktiker wet’ overtreden had. Bruno Gröning stierf in 1959 in Parijs aan een ongeneeslijke vorm van kanker.

De organisatie ‘vrienden van Bruno Gröning’ organiseert nog regelmatig bijeenkomsten waarin de film, een documentaire over het werk van Gröning, te zien is en mensen geleerd wordt zich voor de heilstroom open te stellen. Voor hen is God de grote arts en bestaat er voor Hem geen ongeneeslijke ziekte. De mensen moet alleen leren zich voor de nieuwe levensenergie open te stellen, waarop de heilstroom nieuwe energie in ons lichaam laat stromen.
Het valt mij op dat in de documentatie over Gröning niets over de Here Jezus gezegd wordt en over het verlossingswerk op Golgotha. Leert de Bijbel ons niet andere dingen over het ontstaan van ziekte en de gebroken schepping waar we allemaal deel aan hebben gekregen door de zondeval? Spreekt de Bijbel niet over het afbreken van onze aardse tent?
Velen vragen zich af hoe het dan mogelijk is dat mensen door zijn bediening werkelijk genezen werden. We moeten hierbij niet vergeten dat heel veel ziekten niet een lichamelijke, maar vaak ook een geestelijke oorzaak hebben. Velen zijn door middel van placebo’s, medicijnen die er echt uitzien maar geen enkele werkende stof bevatten, genezen. In Afrikaanse landen is dit gegeven al heel lang bekend en bij onderzoek blijkt dit ook steeds weer in onze westerse wereld bevestigd te worden. Het geloof in medicijnen is vaak werkzamer dat de werkzame stof die het medicijn bevat. Genezingen hebben dan ook veel te doen met suggestie.
Daarnaast wordt in de Bijbel over genezingen gesproken die niet door God, maar door Zijn tegenstander bewerkt worden. Vooral in deze eindtijd zijn velen overdreven gericht op wonderen en genezingen, maar verwaarloost men het onderwijs in Gods Woord. De Bijbel leert ons dat de antichrist met veel wonderen en tekenen zal komen om de mensheid op deze manier te overtuigen van zijn goddelijkheid, terwijl hij de tegenstander is (2 Tessalonicenzen 2:9). Laten we daarom waakzaam zijn en niet elk waarachtig wonder en elke echte genezing aan de Here God toekennen. Meer dan ooit hebben we hierin onderscheidingsvermogen nodig!

Ds. Theo Niemeijer