Vragen - jrg. 88-12

ds. Theo Niemeijer • 88 - 2012 • Uitgave: 12
Schapen die geen herder hebben

In Zacharia 11:10-11 wordt gesproken over het teniet doen van het verbond dat Hij met alle volken gesloten heeft. Gaat het hier om het Noachitische verbond uit Genesis 9:12-16 dat verbroken wordt? (H. v. N. te W.)

Antwoord:
Wanneer we dit gedeelte goed willen begrijpen, is het noodzakelijk de doorlopende lijn van dit boek Zacharia vast te houden. Het gaat in dit profetische boek over het oordeel en de verlossing van het volk Israël. In hoofdstuk 11:4-17 krijgt Zacharia de opdracht om als herder twee staven te nemen en op de ene staf het Hebreeuwse woord Noham, dat Lieflijkheid betekent te schrijven en op de andere staf het woord Chobelim, dat Samenbinding betekent. De profeet Zacharia is hierin een beeld van de Here Jezus die met lieflijkheid en samenbinding naar Zijn volk omgezien heeft en zich als de goede Herder over Zijn volk ontfermd heeft. Daarbij kreeg de Here Jezus te maken met de valse herders die het volk toen weidden. Het waren de herders die ook in Ezechiël 34:1-6 beschreven worden: ’Wee de herders van Israël die zichzelf weiden… het vet eet gij, met de wol kleed gij u, het gemeste slacht gij, maar de schapen weidt gij niet; het zwakke versterkt gij niet, het zieke geneest gij niet, het gewonde verbindt gij niet, het afgedwaalde haalt gij niet terug… zo raken mijn schapen verstrooid. Mijn schapen dwalen rond… zonder dat er iemand is die naar hen vraagt en zoekt.’ Dit was de situatie zoals de Here Jezus Zijn volk op aarde aantrof: ‘voortgejaagd en afgemat als schapen die geen herder hebben’ (Matteüs 9:36).
Zo zien we in dit gedeelte van Zacharia dat de schaapskudde als een kudde slachtschapen gezien werd (vers 4,7). Dan wordt er gesproken over drie herders die een afkeer tegen Hem (Zacharia/Christus) hebben, waarop de drie herders in één maand verdelgd (letterlijk: afgesneden) worden. Er is veel nagedacht over de betekenis van deze drie herders. We zouden hier kunnen denken aan de koningen, profeten en priesters van het volk, die het volk hadden moeten weiden. In ieder geval zien we hier de verwerping van de Here Jezus, de Goede Herder, die met zoveel liefde naar Zijn volk kwam, maar door de bestaande herders verworpen werd. Hij kwam om Zijn volk, de verdwaalde schapen bijeen te roepen, maar ze hebben niet naar Hem geluisterd. En zo werden achtereenvolgens de twee staven van Lieflijkheid en Samenbinding verbroken en kwam Gods volk onder Gods oordeel terecht en werd het volk over de gehele wereld verdreven. In vers 12-13 lezen we dan over de belachelijke prijs die voor het werk van de Herder betaald werd: dertig zilverstukken die de pottenbakker toegeworpen werden. Het gaat hier om het verraad van Judas die zijn meester voor dertig zilverstukken verkocht.
In dit verband wordt in vers 10 niet over het Noachitische verbond gesproken, maar over het verbond dat Hij met alle stammen (volken) van Israël gesloten heeft. Door Zijn verwerping werd de Here Jezus de Middelaar van een beter verbond (Hebreeën 8:6), een nieuw verbond (Hebreeën 9:15), waaraan het volk Israël ook in de toekomst deel zal krijgen.


Onlangs werden wij uitgenodigd om met andere christenen het Pesach feest te vieren. Wij voelen hier echter niet zo veel voor. Wat is uw mening over de viering van het Pesach feest door christenen? (P. F. te N.)

Antwoord:
Het Pesach feest is het feest dat Israël viert ter nagedachtenis van hun uittocht uit Egypte. Dit Israëlische feest is voor het Joodse volk bestemd en niet voor christenen. Natuurlijk is het interessant om te weten hoe het er aan toe gaat bij de viering van dit feest, maar nogmaals, het is en blijft een Joods feest. Vooral de laatste tijd is de kerk geneigd om steeds meer rituelen vanuit de Joodse godsdienst over te nemen in de christelijke liturgie. Dit wordt ook gevoed door de invloed die de kerk van Rome steeds meer krijgt op de protestantse en evangelische kerken. De kerk van Rome had al in het begin veel ingrediënten van de Joodse godsdienst in haar liturgieën opgenomen, zoals het wierook, de priesterdiensten, het altaar en verschillende sacramenten zoals het zalven met olie. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het Avondmaal, zoals wij het gewend zijn te vieren, niet een voortzetting is van het Joodse Pesach. Natuurlijk heeft het raakvlakken, maar is het zeker niet hetzelfde.


Meestal wordt de ruiter op het witte paard in Openbaring 6:2 voorgesteld als de brenger van de valse leer. Ik meen vier argumenten gevonden te hebben die laten zien dat het hier om de Here Jezus gaat:
1. De opname van de gemeente moet zo'n indruk gemaakt hebben, dat bij de verschijning van de ruiter op het witte paard velen zich tot Christus bekeren.
2. Het resultaat van deze verschijning is de ‘schare die niemand tellen kan’.
3. In Openbaring 19:11 zien we dezelfde ruiter weer op een wit paard. Het enige verschil is dat Hij nu een zwaard heeft in plaats van een boog.
4. Hem werd een kroon gegeven, dat sluit toch aan op hoofdstuk 5?
Hoe denkt u hierover? (A. K. te A.)


Antwoord:
Ik zal proberen puntsgewijs hierop te reageren:
1. Na de opname van de gemeente zal een geest van dwaling, een leugengeest de achterblijvers op het verkeerde been zetten (2 Tessalonicenzen 2:11). Het is dus helemaal niet voor de hand liggend dat na de opname velen zich zullen bekeren.
2. De ‘schare die niemand tellen kan’ is mijns inziens niet de vrucht van deze ruiter, maar veel meer van de 144.000 verzegelden als eerstelingen uit het volk Israël.
3. De Ruiter op het witte paard in Openbaring 19:11 is vergeleken met de ruiter van Openbaring 6 heel verschillend. Van de duivel is het bekend dat hij een boog met pijlen heeft (Efeziërs 6:16), zoals ook deze ruiter uit hoofdstuk 6 heeft. Christus draagt echter een zwaard, waarmee Hij de heidenen zal slaan. De ruiter uit Openbaring 19 draagt vele kronen, terwijl de ruiter uit hoofdstuk 6 één kroon ontvangt.
4. De ruiter uit Openbaring 6 wordt een kroon gegeven, zoals we in Openbaring 13:5 kunnen lezen: ‘en hem (de antichrist) werd macht gegeven’.
Ook de samenhang maakt duidelijk dat de ruiter in Openbaring 6 de Here Jezus niet is. De Here Jezus is het Lam dat in het eerste vers het eerste zegel opent, waarop de vier dieren met een stem als van een donderslag zeggen: “Kom”. Op deze manier laat de Here Jezus zich door deze dieren niet commanderen. Het gaat hier om zeven oordeelzegels als inleiding tot de vreselijk verdrukking.

Ds. Theo Niemeijer