Vragen - jrg. 88-03

ds. Theo Niemeijer • 88 - 2012 • Uitgave: 3
‘Het land zal gegeven worden tot de Joden’

Tot mijn verbazing hebben enkele christenen mij op een vers uit de Koran gewezen waar staat: "Allah, het land van Israël zal gegeven worden tot de Joden en zal herstellen naar het einde der dagen" (Soera 17:104) Wat moeten wij als christenen van dit vers uit de Koran vinden? (H. M. te Z.)

Antwoord:
In de Koran staan wel meerdere passages die heel dicht bij de waarheid van de Bijbel liggen. Dit is geen wonder, want Mohamed ontdekte het monotheïsme binnen het Jodendom en stond in het begin erg open voor de Bijbel. Helaas vond hij geen aansluiting bij het Jodendom en later ook niet bij het Christendom. Dit is de reden dat vele passages uit de Koran op gedeelten uit de Bijbel lijken. Jammer dat de moslims veel gedeelten uit de Bijbel veranderd en deze voor hun eigen godsdienst aangepast hebben. Zo lezen we bijvoorbeeld in de Koran dat Abraham niet Isaäk, maar zijn zoon Ismaël ten offer gebracht had en dat hij als dank hiervoor zijn zoon Isaäk van God ontving. We hebben hier, op z'n minst, te maken met geschiedvervalsing. Het Oude en het Nieuwe Testament waren allang compleet, verspreid en bekend, voor überhaupt de islam in de zesde eeuw na Chr. ontstond. Er zijn talloze oude manuscripten van de Bijbel gevonden die veel ouder zijn dan de Koran en de islam, waarin de Koran tegengesproken wordt en waarin onder andere ook duidelijk geschreven wordt over Abraham die Isaäk ten offer gebracht had en niet Ismaël.
Nu hebben de moslims sommige gedeelten uit de Bijbel onveranderd overgenomen, andere aangepast en weer andere aan de Koran toegevoegd. De islam beweert dat zij als godsdienst de laatste volledige Goddelijke openbaring vertegenwoordigen en dat het Jodendom en het christendom nog niet compleet waren. Mohamed was de laatste en ware profeet die het nog ontbrekende in de Godsopenbaring voltooid heeft. De Bijbel leert ons echter, dat God in het laatst der dagen tot ons in de Zoon (Jezus Christus) gesproken heeft (Hebreeën 1:1-4). Hij is de Volmaakte, de Eerste en de Laatste, de Alfa en de Omega, waardoor God Zich aan de mensheid geopenbaard heeft. Als Hij de Omega is, dan kan er ook niemand meer na Christus als profeet komen! Dit wordt natuurlijk door de islam tegengesproken.
In de Koran vind je heel veel tegenstrijdigheden, zoals ook bovengenoemd gedeelte, dat in strijd is met vele andere gedeeltes uit de Koran, die de Joden als Gods volk verwerpen en hen absoluut niet toestaan in het land Israël te wonen. Het moge duidelijk zijn dat de moslims geen enkele ruimte geven aan het Joodse volk in het beloofde land Israël.


In Genesis 6:4 wordt over de reuzen geschreven die geboren werden uit de gemeenschap tussen de ‘zonen Gods en de dochters der mensen’. Ze worden de ‘geweldigen uit de voortijd’ genoemd. In de Statenvertaling wordt hier gesproken van ‘de geweldigen die vanouds geweest zijn’ en het woord vanouds kan vanuit het Hebreeuws ook met ‘van eeuwigheid’ vertaald worden. Om welke personen gaat het hier eigenlijk? (R. D. te Z.)

Antwoord:
Over het algemeen wordt hier gedacht aan de reuzen, giganten, die vóór de zondvloed leefden. De uitdrukking ‘van eeuwigheid’ zou ons de indruk kunnen geven dat het hier om een soort halfgoden gaat, die al vóór de schepping bestonden, een gedachte die over het algemeen niet aangehangen wordt. De uitdrukking ‘voortijd’ komen we ook in 2 Samuël 20:18 tegen: ‘In voortijden (eeuwigheden) spraken zij… laten we Abel om raad vragen’ (Statenvertaling). Abel was een man uit de voortijd, van voor de zondvloed. Deze mannen van voor de zondvloed leefden soms wel bijna een Aioon (duizend jaar), oftewel een eeuwigheid. Vandaar de term die in Genesis 6 gebruikt wordt: ‘Mannen van een eeuwigheid (aioon)’. Voor een verdere verklaring over deze wonderlijke gebeurtenis wil ik u verwijzen naar één van mijn vorige antwoorden in de vragenrubriek (jaargang 87 nr.18).


In Johannes 3:16 staat dat een ieder die In Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. Maar in Marcus 16 staat: ‘Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden.’ Wat is het nu: alleen geloof of geloof én doop, waardoor men behouden wordt? (B. i. V. te @)

Antwoord:
Onze zonden worden niet door het doopwater afgewassen, maar alleen door het bloed van de Here Jezus. De Bijbel leert ons duidelijk, dat we door het geloof alleen gerechtvaardigd worden. Ook Abraham, die van geen doop wist, werd door geloof alleen gerechtvaardigd. De misdadiger die naast de Here Jezus aan het kruis stierf en ternauwernood nog tot het geloof in de Here Jezus kwam, mocht er zeker van zijn dat hij diezelfde dag nog met Hem in het paradijs zou komen en dat zonder de doop! In het Nieuwe Testament worden geloof en doop als een eenheid gezien. De doop laat zien wat we geloven, vandaar dat ze in één adem genoemd worden. Bijbels gezien word je alleen door geloof behouden en is de doop een stap die op ons geloof volgt, niet om daarmee behouden te worden, maar om van onze behoudenis te getuigen.


Behoort het Loofhuttenfeest ook door christenen gevierd te worden? (S. P. te H.)

Antwoord:
In Johannes 7:2 wordt over het Loofhuttenfeest gesproken als het feest der Joden. In dit feest dachten de Joden terug aan hun tocht door de woestijn en hun uiteindelijke komst in het beloofde land. Tijdens hun woestijntocht verzorgde de Here Zijn volk met brood uit de hemel, water uit de rots en een wolk/vuurzuil die hen de weg wees. In Johannes 6 zien we dat de Here Jezus het Joodse volk laat zien dat Hij het ware brood was dat uit de hemel neergedaald is. In Johannes 7 laat Hij zien dat Hij het water des levens is dat uit Zijn lichaam ontspringt en in Johannes 9 laat Hij zien dat Hij het waarachtige licht was dat ons verlicht. In Johannes 10 stelt Hij zichzelf voor als de Goede Herder, de grote Mozes, die Zijn volk wil leiden. Alles, het brood, het water, het licht en zijn herderschap, in deze hoofdstukken draait om de woestijntocht en het Loofhuttenfeest.
Natuurlijk mogen wij als christenen van het brood des hemels eten en drinken van het water des levens. Ook weten we dat Hij ons waarachtige licht geworden is en dat Hij ons als Goede herder wil leiden. Maar dat wil nog niet zeggen, dat we als christenen het Loofhuttenfeest behoren te vieren. Het Joodse Pascha is vervuld op Golgotha, waar ook ons Paaslam geslacht is en wij ook feest mogen vieren (1 Korintiërs 5:7) Het Joodse Pinksterfeest werd ook voor ons vervuld toen Gods Geest op de Pinksterdag in Jeruzalem uitgestort werd en ook wij deel mochten krijgen aan deze heerlijke zegen.
Het Loofhuttenfeest wacht echter nog op haar vervulling en het is voorbarig om dat feest nu al te vieren, terwijl het feest nog niet vervuld is. Pas wanneer alle Joden naar hun eigen land teruggekeerd zijn en het koningschap voor Israël hersteld is en de Here Jezus gekroond op de troon van David zit, zal het Loofhuttenfeest jaarlijks door alle natiën gevierd worden! (Zacharia 14:16) Wanneer we het feest nu al vieren, lopen we vooruit op de dingen die nog staan te gebeuren.

Ds. Theo Niemeijer