Vragen - jrg. 81-16

ds. Theo Niemeijer • 81 - 2005/06 • Uitgave: 16
Vragen



Na een dienst bij ons in de gemeente, werd “Het onze Vader” gebeden. Na afloop van de dienst waren we met enkele gelovigen bij elkaar en werd er gezegd: “Ik heb het onze Vader niet meegebeden, want dat gebed is voor de Joden”. Hoe denkt u hierover? (S. W. te ’t H.)



Antwoord:

De bekende uitspraak: “De hele Bijbel is niet over ons - , maar wel voor ons geschreven”, wordt door vele christenen vaak niet begrepen. In de Bijbel, en dan voornamelijk het Oude Testament, gaat het hoofdzakelijk over Gods handelen met zijn verbondsvolk Israël. Ook in de Evangeliën gaat het in de eerste plaats om de aanbieding van Gods verlossing voor zijn volk Israël. Pas vanaf het moment, waarop de Joden, als volk, hun Messias verwierpen en Hem als koning niet wilden aanvaarden, werd Gods handelen met alle volkeren der aarde pas echt zichtbaar. Zo zegt de Here Jezus tegen zijn apostelen, die Hij uitzendt om zijn koningschap te verkondigen, dat zij alleen tot de verloren schapen van het huis Israëls moeten gaan en niet naar de heidenen en ook niet naar de Samaritanen! (Matth. 10:5-8) Zoals eens Mozes de 12 verspieders uitzond om het beloofde land in bezit te nemen, om het koninkrijk voor Israël te vestigen, zo zien we hier, dat de “Grote Mozes” de Here Jezus, zijn 12 apostelen uitzendt, om tot herstel van het koninkrijk voor Israël te komen. De komst van dit koninkrijk zou dan ook gepaard gaan met vele wonderen en tekenen: “Geneest de zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft boze geesten uit”. In het Messiaanse rijk zien we een geweldig herstel van de natuur en deze tekenen en wonderen zouden dit rijk aan moeten kondigen. Vergeet dan ook niet, dat vooral deze tekenen en wonderen te maken hebben met de vestiging van het koninkrijk van de Messias tijdens het Vrederijk! U begrijpt wel, dat het joodse volk daar een uiterst belangrijke rol in zal vervullen. Het Messiaanse rijk zal niet door de kerk, maar door het herstel en de bekering van Zijn verbondvolk Israël opgericht worden. Niet in Rome, niet in een of andere charismatische beweging, ook niet in een megakerk, maar in Jeruzalem, de stad die Hij tussen alle andere steden uitgekozen heeft!

De gemeente mag in deze tijd zeker Zijn koningschap ervaren en verkondigen, maar niet als Zijn koningschap op aarde, maar als Zijn heerschappij in het hart van de gelovige, de gemeente.

Straks als de gemeente van deze aarde weggenomen wordt, zal Hij de draad met Israël weer oppakken en zijn verbondsvolk door de grote verdrukking heen tot geestelijk herstel leiden, waarna het koningschap voor Israël hersteld zal worden en zij de Here Jezus als hun Verlosser en Koning zullen aanvaarden.

Het “Onze Vader” is een gebed, dat Hij aan zijn apostelen leert tijdens Zijn bekende “Bergrede”. In deze Bergrede legt Hij de regels, normen en waarden uit van Zijn koningschap op aarde. Deze Bergrede begint in Matth. 5:1, waar we kunnen lezen, dat Hij de berg opging en eindigt in Matth. 8:1, waar we kunnen lezen, dat Hij de berg afdaalt. Alles in deze rede heeft primair te maken met Zijn koninkrijk hier op aarde, nogmaals een koninkrijk dat Hij zal oprichten na de wedergeboorte van zijn verbondsvolk Israël en te Jeruzalem!

Wil dit zeggen, dat we zo’n gedeelte uit de Bijbel over kunnen slaan? Natuurlijk niet! Al Gods handelen met Israël gebeurt ons tot voorbeeld! (1 Cor. 10:1-6) Het “Onze Vader” laat ook ons zien op welke manier we mogen bidden, dit wil echter niet zeggen, dat we dit gebed woordelijk over moeten nemen. Het gebed “Uw koninkrijk kome” zal de gemeente met een heel ander intentie bidden, dan Zijn verbondsvolk Israël. Het gedeelte: “Leidt ons niet in verzoeking” zal door ons als gemeente een geheel andere lading hebben. In Jakobus 1:13 lezen we dan ook: “Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking”. Jakobus leert ons iets verderop dat we uit eigen begeerte verzocht worden, maar zeker niet door God! Het gebed voor Israël om niet in de verzoeking geleid te worden gaat meer over “De verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, hen die op de aarde wonen”. (Openb. 3:10) We weten vanuit Gods Woord dat er voor Israël nog een heel moeilijke tijd zal komen, “de tijd van benauwdheid voor Jacob” (Jer. 30:5-7), maar waaruit Israël gered zal worden. Heel interessant is het, dat vanaf Openbaring 4:1 steeds gesproken wordt over “hen die in de hemel zijn” en “hen die op de aarde wonen”. De opname van de gemeente brengt scheiding tussen de mensen, die na de opname op aarde achterblijven en de gemeente die in heerlijkheid bij haar Heer en Heiland is. Zo lezen we dan ook in Openb. 3:10, dat Hij de gemeente voor deze vreselijke tijd van verdrukking, de wereldwijde verzoeking, wil bewaren! Joden die zich nu tot de Here bekeren, zullen voor deze verzoeking bewaard worden…leidt ons niet in verzoeking…met name voor zijn volk!

Verder lees ik in het “Onze Vader” het gedeelte: “Vergeef ons onze schulden”. Israël zal bij de komst van de Messias een rouwklacht aanheffen en volkomen van alle schuld verlost worden. Dit is toekomst voor Israël, maar heerlijke werkelijkheid, nu al voor de gemeente. In Christus is al onze schuld al vergeven, het bloed van Christus heeft ons volkomen gereinigd. We mogen Hem nu al bedanken voor de vergeving die we reeds ontvangen hebben. Voor Israël zal dit in de toekomst volkomen vervuld worden. Natuurlijk heeft God hen als volk vergeven en het gebed van Zijn Zoon aan het kruis “vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen” verhoord, maar eens komt het moment,dat zij als volk deze vergeving ook zullen aanvaarden en ontvangen.



Ds. Theo Niemeijer