Vragen - jrg. 78-04
In Mattheus 18:18 staat: "Voorwaar, Ik zeg u, al wat gij op aarde bindt, zal gebonden zijn in de hemel, en al wat gij op aarde ontbindt, zal ontbonden zijn in de hemel." Wat wordt nu eigenlijk met dit ontbinden en binden bedoeld? L. G. te W.)
Antwoord:
We hebben hier te maken met een gedeelte uit Gods Woord, waaruit blijkt, welke enorme verantwoordelijkheid de gemeente op aarde ontvangen heeft. De gemeente heeft volmacht ontvangen om te binden en te ontbinden. Voorafgaand aan dit ingewikkelde vers lezen we over een broeder die zondigt, waarop de gemeente de opdracht krijgt, deze broeder onder vier ogen te bestraffen. We lezen dan: "Indien hij luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. Indien hij niet luistert... ook niet naar meerdere broeders en ook niet naar de gemeente.. .dan zij hij u als de heiden en de tollenaar". Hier hebben we het binden en ontbinden in de praktijk. Er zijn heel wat mensen door de zonden gebonden. Ook in onze gemeenten komt dit veelvuldig voor. Meestal durft men er weinig aan te doen en wordt men al gauw afgescheept met de woorden: "Wie van u zonder zonde is, werpe de eerste steen". Er zijn nog maar heel weinig herders, die het aandurven om gemeenteleden op hun zondig gedrag aan te spreken en hen terechtwijzen. Toch hebben we als gemeente de verantwoordelijkheid om broeders en zusters op hun gedrag aan te spreken, om zo gemeenteleden te "ontbinden" of te "binden".
De gemeente speelt in dit proces een zeer belangrijke rol. We lezen dat, wanneer de zondige broeder naar de terechtwijzing luistert, de broeder gewonnen wordt.. .met andere woorden ontbonden (losgemaakt van de zonden) wordt, maar wanneer er geen berouw is en de zondige broeder zich niet van zijn zondige gedrag bekeert, de broeder verstoten wordt als heiden en tollenaar, en daarmee gebonden is, op aarde en in de hemel.
We moeten ons er terdege van bewust zijn dat de roeping en het gezag van de gemeente verstrekkende consequenties met zich meebrengen. Zo wordt een gemeentelijke beslissing ook een hemelse beslissing en vertegenwoordigt de aardse gemeente het hemelse gezag op aarde. Zoals een plaatselijke rechter het Nederlands gezag vertegenwoordigt en de uitspraak van de rechter de uitspraak van het Nederlands gezag vertegenwoordigt, zo wordt een beslissing van de gemeente op aarde ook een beslissing in de hemel. Dit hemelse gezag zien we duidelijk in het voorbeeld van Ananias en Saffira, die niet tegen mensen maar tegen God gelogen hadden! (Handelingen 5:4).
We zien hier duidelijk dat een beslissing, genomen op aarde, ook een beslissing was, di' tegelijkertijd in de hemel genomen werd. En zo worden gemeentelijke beslissingen, hemelse beslissingen. Dit brengt wel de verantwoordelijkheid met zich mee, dat de gemeente op aarde in alle situaties de wil van God moet zoeken. Zo lezen we in 1 Petrus 5:2 dat de herders de kudde Gods moeten hoeden: niet gedwongen, niet uit winzucht, niet als heerschappijvoerend, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, bereidwillig en als voorbeelden.
Het gezag in de gemeente kun je niet verwerven, maar wordt door de Heer van de gemeente aan de gemeente verleend. Het wordt tijd dat er, door God geroepen voorgan- gers en predikanten en ouderlingen opstaan om als herder de kudde met liefde en gezag te leiden. We leven in een tijd, waarin de mens geen gezag meer duldt. Dat was ook al in de tijd van Mozes. Ook zijn goddelijke gezag werd door ver- schillenden uit het volk in twijfel' getrokken, waarop een vreselijk oordeel volgde! Natuurlijk was Mozes niet zonder fouten, maar God had hem uitgekozen om door hem tot het volk te spreken en zo werd zijn beslissing ook Gods beslissing. Zo zien we ook in de eerste gemeen- te, dat de Here God via zijn gemeente zijn beslissingen duidelijk maakte en wat Hij toen deed, dat wil Hij ook nu doen.
J. D. te A. vraagt ons, wat er op de rotskoepel, die op de Tempelberg te Jeruzalem staat, geschreven staat.
Antwoord:
Zoals de meeste Islamitische heiligdommen met vele Arabische teksten beschreven zijn, zo is dit ook het geval met de rotskoepel. De rotskoepel werd van 685-691 na Chr. op, een voor moslims zeer heilige plaats, gebouwd. Hun verhaal luidt als volgt: "Volgens Sura 17 uit de Koran zou Mohammed op zijn nachtreis uit Mekka 'naar de verst gelegen (Arabisch: al-aksa) plaats van aanbidding' gereden zijn op het witgevleugelde rijdier AlBurak, wiens sprongen elk afzonderlijk volgens het verhaal, zover reikten als het oog kan zien, naar het Noorden, het tempelplein van Jeruzalem. Op de plaats waar zich vandaag de Al-Aksa moskee bevindt, zou de profeet uit het zadel zijn gestapt en zou hij bij de rotsen hebben gebeden. Vervolgens is Mohammed van daaruit ten hemel gerezen. Nadat hij daar bij Allah op de juiste wijze had leren bidden, zou hij weer op het tempelplein zijn teruggekeerd. Op de rug van AlBurak heeft hij, volgens Islamitische overlevering, nog voor het ochtendgloren in ijltempo Mekka bereikt.
Deze overlevering verklaart waarom de moslims hun aanspraak op deze plaats nooit zullen opgeven. Later werd de Al-Aksa moskee (de verst gelegen plaats) gebouwd (705750 na Chr.), waarmee het tempelplein voor de moslims een heilige plaats werd. Op de Islamitische heiligdommen vinden we meestal de woorden: "Allah is de enige God en Mohammed is zijn profeet". Deze woorden zullen, naast de vele sura's uit de Koran, ook op de rotskoepel staan. Zover mij bekend is, staan ook de woorden: "God heeft geen zoon" op de rotskoepel te lezen. Overigens is de rotskoepel geen moskee maar een monument. We kunnen daarom dan ook beter spreken van de rotskoepel en niet van de Omar-moskee.
Aan onze plaatselijke courant de Tubantia werd onlangs (9 april) een bijlage toegevoegd "Het conflict.. .de oorlog tussen Israël en de Palestijnen". Ten aanzien van de Tempelberg werd de waarheid, zoals te verwachten, sterk eenzijdig belicht en verdraaid. In een overzicht van Jeruzalem werd de rotskoepel omschreven als "de plaats die de heilige steen bedekt, vanwaar de profeet Mohammed zijn hemelvaart maakte". Deze gegevens kunnen dan voor de moslims wel waar zijn, maar zijn ze niet erg onvolledig? Is het ook niet de plaats, waar Abraham zijn zoon Izaak moest offeren en de plaats, die de Here God uitkoos om later de tempel op deze berg te bouwen.
Waarom wordt er niets gezegd over het feit, dat op deze plaats de tempel van Salomo gestaan heeft en daarmee voor het Joodse volk de heiligste plaats op aarde is? Is het niet erg brutaal geweest van de moslims om op de fundamenten van het heilige der heilige van de tempel van Salomo de rotskoepel te bouwen? De Joodse archeoloog Leen Ritmeyer heeft in 1992 de uitkomst van een twintig jarig onderzoek gepubliceerd, waaruit blijkt, dat de fundamenten van het heilige der heilige onder de rotskoepel te lokaliseren zijn. Zelfs de rechthoekige afvlakking op de rots met de precieze maat van de ark des verbonds, waarop zij eens gestaan zal hebben, zijn op fotomateriaal van Ritmeyer zichtbaar geworden. (Biblical Archaeological Review, maart/april 1992, p. 24-45, 64-65). De moslims hebben Mekka als eerste heilige stad, Medina als tweede heilige stad en Jeruzalem als derde heilige stad, terwijl de naam Jeruzalem in de Koran niet voorkomt en het zeer onwaarschijnlijk is dat Mohammed ooit een voet in deze stad gezet heeft. De christenen hebben Rome en Constantinopel als heilige steden... maar welke stad is er voor de Joden? Hebben de Joden een alternatief voor Jeruzalem? U begrijpt wel, hoe oneerlijk de discussie over Jeruzalem gevoerd wordt en hoe vertekend de media over deze stad spreekt!
Een ding is zeker: De tempel werd gebouwd op de dorsvloer van Arauna (2 Samuël 24) en deze dorsvloer zal de Here Jezus geheel zuiveren (Mattheus 3:12) voordat Hij Zelf de tempel zal bouwen in een heerlijkheid, groter dan de tempel van koning Salomo.
ds. Theo Niemeijer
Antwoord:
We hebben hier te maken met een gedeelte uit Gods Woord, waaruit blijkt, welke enorme verantwoordelijkheid de gemeente op aarde ontvangen heeft. De gemeente heeft volmacht ontvangen om te binden en te ontbinden. Voorafgaand aan dit ingewikkelde vers lezen we over een broeder die zondigt, waarop de gemeente de opdracht krijgt, deze broeder onder vier ogen te bestraffen. We lezen dan: "Indien hij luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. Indien hij niet luistert... ook niet naar meerdere broeders en ook niet naar de gemeente.. .dan zij hij u als de heiden en de tollenaar". Hier hebben we het binden en ontbinden in de praktijk. Er zijn heel wat mensen door de zonden gebonden. Ook in onze gemeenten komt dit veelvuldig voor. Meestal durft men er weinig aan te doen en wordt men al gauw afgescheept met de woorden: "Wie van u zonder zonde is, werpe de eerste steen". Er zijn nog maar heel weinig herders, die het aandurven om gemeenteleden op hun zondig gedrag aan te spreken en hen terechtwijzen. Toch hebben we als gemeente de verantwoordelijkheid om broeders en zusters op hun gedrag aan te spreken, om zo gemeenteleden te "ontbinden" of te "binden".
De gemeente speelt in dit proces een zeer belangrijke rol. We lezen dat, wanneer de zondige broeder naar de terechtwijzing luistert, de broeder gewonnen wordt.. .met andere woorden ontbonden (losgemaakt van de zonden) wordt, maar wanneer er geen berouw is en de zondige broeder zich niet van zijn zondige gedrag bekeert, de broeder verstoten wordt als heiden en tollenaar, en daarmee gebonden is, op aarde en in de hemel.
We moeten ons er terdege van bewust zijn dat de roeping en het gezag van de gemeente verstrekkende consequenties met zich meebrengen. Zo wordt een gemeentelijke beslissing ook een hemelse beslissing en vertegenwoordigt de aardse gemeente het hemelse gezag op aarde. Zoals een plaatselijke rechter het Nederlands gezag vertegenwoordigt en de uitspraak van de rechter de uitspraak van het Nederlands gezag vertegenwoordigt, zo wordt een beslissing van de gemeente op aarde ook een beslissing in de hemel. Dit hemelse gezag zien we duidelijk in het voorbeeld van Ananias en Saffira, die niet tegen mensen maar tegen God gelogen hadden! (Handelingen 5:4).
We zien hier duidelijk dat een beslissing, genomen op aarde, ook een beslissing was, di' tegelijkertijd in de hemel genomen werd. En zo worden gemeentelijke beslissingen, hemelse beslissingen. Dit brengt wel de verantwoordelijkheid met zich mee, dat de gemeente op aarde in alle situaties de wil van God moet zoeken. Zo lezen we in 1 Petrus 5:2 dat de herders de kudde Gods moeten hoeden: niet gedwongen, niet uit winzucht, niet als heerschappijvoerend, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, bereidwillig en als voorbeelden.
Het gezag in de gemeente kun je niet verwerven, maar wordt door de Heer van de gemeente aan de gemeente verleend. Het wordt tijd dat er, door God geroepen voorgan- gers en predikanten en ouderlingen opstaan om als herder de kudde met liefde en gezag te leiden. We leven in een tijd, waarin de mens geen gezag meer duldt. Dat was ook al in de tijd van Mozes. Ook zijn goddelijke gezag werd door ver- schillenden uit het volk in twijfel' getrokken, waarop een vreselijk oordeel volgde! Natuurlijk was Mozes niet zonder fouten, maar God had hem uitgekozen om door hem tot het volk te spreken en zo werd zijn beslissing ook Gods beslissing. Zo zien we ook in de eerste gemeen- te, dat de Here God via zijn gemeente zijn beslissingen duidelijk maakte en wat Hij toen deed, dat wil Hij ook nu doen.
J. D. te A. vraagt ons, wat er op de rotskoepel, die op de Tempelberg te Jeruzalem staat, geschreven staat.
Antwoord:
Zoals de meeste Islamitische heiligdommen met vele Arabische teksten beschreven zijn, zo is dit ook het geval met de rotskoepel. De rotskoepel werd van 685-691 na Chr. op, een voor moslims zeer heilige plaats, gebouwd. Hun verhaal luidt als volgt: "Volgens Sura 17 uit de Koran zou Mohammed op zijn nachtreis uit Mekka 'naar de verst gelegen (Arabisch: al-aksa) plaats van aanbidding' gereden zijn op het witgevleugelde rijdier AlBurak, wiens sprongen elk afzonderlijk volgens het verhaal, zover reikten als het oog kan zien, naar het Noorden, het tempelplein van Jeruzalem. Op de plaats waar zich vandaag de Al-Aksa moskee bevindt, zou de profeet uit het zadel zijn gestapt en zou hij bij de rotsen hebben gebeden. Vervolgens is Mohammed van daaruit ten hemel gerezen. Nadat hij daar bij Allah op de juiste wijze had leren bidden, zou hij weer op het tempelplein zijn teruggekeerd. Op de rug van AlBurak heeft hij, volgens Islamitische overlevering, nog voor het ochtendgloren in ijltempo Mekka bereikt.
Deze overlevering verklaart waarom de moslims hun aanspraak op deze plaats nooit zullen opgeven. Later werd de Al-Aksa moskee (de verst gelegen plaats) gebouwd (705750 na Chr.), waarmee het tempelplein voor de moslims een heilige plaats werd. Op de Islamitische heiligdommen vinden we meestal de woorden: "Allah is de enige God en Mohammed is zijn profeet". Deze woorden zullen, naast de vele sura's uit de Koran, ook op de rotskoepel staan. Zover mij bekend is, staan ook de woorden: "God heeft geen zoon" op de rotskoepel te lezen. Overigens is de rotskoepel geen moskee maar een monument. We kunnen daarom dan ook beter spreken van de rotskoepel en niet van de Omar-moskee.
Aan onze plaatselijke courant de Tubantia werd onlangs (9 april) een bijlage toegevoegd "Het conflict.. .de oorlog tussen Israël en de Palestijnen". Ten aanzien van de Tempelberg werd de waarheid, zoals te verwachten, sterk eenzijdig belicht en verdraaid. In een overzicht van Jeruzalem werd de rotskoepel omschreven als "de plaats die de heilige steen bedekt, vanwaar de profeet Mohammed zijn hemelvaart maakte". Deze gegevens kunnen dan voor de moslims wel waar zijn, maar zijn ze niet erg onvolledig? Is het ook niet de plaats, waar Abraham zijn zoon Izaak moest offeren en de plaats, die de Here God uitkoos om later de tempel op deze berg te bouwen.
Waarom wordt er niets gezegd over het feit, dat op deze plaats de tempel van Salomo gestaan heeft en daarmee voor het Joodse volk de heiligste plaats op aarde is? Is het niet erg brutaal geweest van de moslims om op de fundamenten van het heilige der heilige van de tempel van Salomo de rotskoepel te bouwen? De Joodse archeoloog Leen Ritmeyer heeft in 1992 de uitkomst van een twintig jarig onderzoek gepubliceerd, waaruit blijkt, dat de fundamenten van het heilige der heilige onder de rotskoepel te lokaliseren zijn. Zelfs de rechthoekige afvlakking op de rots met de precieze maat van de ark des verbonds, waarop zij eens gestaan zal hebben, zijn op fotomateriaal van Ritmeyer zichtbaar geworden. (Biblical Archaeological Review, maart/april 1992, p. 24-45, 64-65). De moslims hebben Mekka als eerste heilige stad, Medina als tweede heilige stad en Jeruzalem als derde heilige stad, terwijl de naam Jeruzalem in de Koran niet voorkomt en het zeer onwaarschijnlijk is dat Mohammed ooit een voet in deze stad gezet heeft. De christenen hebben Rome en Constantinopel als heilige steden... maar welke stad is er voor de Joden? Hebben de Joden een alternatief voor Jeruzalem? U begrijpt wel, hoe oneerlijk de discussie over Jeruzalem gevoerd wordt en hoe vertekend de media over deze stad spreekt!
Een ding is zeker: De tempel werd gebouwd op de dorsvloer van Arauna (2 Samuël 24) en deze dorsvloer zal de Here Jezus geheel zuiveren (Mattheus 3:12) voordat Hij Zelf de tempel zal bouwen in een heerlijkheid, groter dan de tempel van koning Salomo.
ds. Theo Niemeijer