Vragen - jrg. 78-01
Vragen
In Mattheus 24:37 vergelijkt de Here Jezus het moment van zijn wederkomst met de dagen van Noach. Paul van Teeffelen schrijft in zijn boek "De moderne dagen van Noach" dat de wereldbevolking ten tijde van Noach net zo omvangrijk was als de huidige wereldbevolking. Is dit ook één van de overeenkomsten tussen de dagen van Noach en onze dagen? (K. S. te G.)
Antwoord:
In vers 38 noemt de Here Jezus de overeenkomsten tussen de dagen van Noach en onze dagen: "Want zoals zij in die dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende...". Het gaat met name om deze genoemde vergelijkingen. "Etende" heeft te maken met het onverzadigbare van de mensheid. Meer dan ooit leven we in een consumenten maatschappij. De moderne mens heeft nooit genoeg en is onverzadigbaar.
"Drinkende" heeft te maken met het genot, waar de mens zich in stort. Letterlijk hebben we de laatste tijd met een toename van alcoholgebruik, met name onder jongeren, te maken. Men zoekt op allerlei manieren het genot en men drinkt het op. Met volle teugen drinkt men het genot van de tv, theater, genotsmiddelen zoals drank, nicotine, drugs, men bezoekt de disco's, casino's, party's, enz. Het "huwende en ten huwelijk gevende" heeft te maken met de seksuele uitspattingen die we de laatste tijd steeds meer meemaken. Dit zijn in de eerste plaats de vergelijkingen, die de Schrift maakt met de tijd van Noach en de tijd waarin wij nu leven, die de wederkomst van de Here aankondigt.
Daarnaast is het interessant om te zien, dat de huidige wereldbevolking misschien wel net zo omvangrijk is als de toenmalige. Met zekerheid kunnen we dit echter niet zeggen. Professor A.M. Rehwinkel schrijft in zijn boek "De zondvloed", dat de wereldbevolking ten tijde van Noach waarschijnlijk zeer omvangrijk geweest is. Van Adam tot Noach hebben we met minstens tien generaties te maken waarvan de mensen op hoge leeftijd stierven en vele kinderen kregen. De berekeningen in zijn boek lopen uitéén van bijna 900.000.000 tot bijna 12.000.000.000 mensen. Dit op grond van de hoge leeftijden en de vele kinderen, die men gedurende deze generaties kreeg en het gunstige klimaat van voor de zondvloed. Het laatste getal laat zelfs een verdubbeling zien van de huidige wereldbevolking. Dr. E. A. Ross, een autoriteit in bevolkingsvraagstukken, neemt aan dat dit laatste getal nog aan de voorzichtige kant is en dat rekening gehouden moet worden met nog een hoger getal! Het lijkt mij te speculatief en te kort door de bocht, te beweren dat de omvang van de huidige wereldbevolking overeenkomt met die uit de dagen van Noach. Het zou zo kunnen zijn, maar niemand weet het zeker. De overeenkomsten liggen niet in de eerste plaats in de bevolkingsomvang, maar in de zondige toestand van deze bevolking.
M. B. reageert nog even op de vraag over de drie-eenheid, waar ik nog niet zo lang geleden over geschreven heb.
Antwoord:
Ik kan best begrijpen, dat de leer over de drie-eenheid bij sommigen vragen en weerstand oproept. Het is een uitdrukking die we in de Bijbel nergens tegenkomen, maar een waarheid, die we veelvuldig in de Bijbel vinden. In het seminar "Wanneer Christus verschijnt" (vier studies over het boek Openbaring), verzorgd door Het Zoeklicht in Nederland, wordt onder andere stil gestaan bij Openbaring 1:4 "Genade zij u van Hem, die is en die was en die komt (God de Vader), en van de zeven Geesten, die voor zijn troon zijn (de Heilige Geest in zijn volheid), en van Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde (de Here Jezus)". Zoals zovele teksten in de Bijbel vinden we ook hier weer de Goddelijke drie-eenheid, waarin God de eeuwige, de Geest in zijn volheid en onze Here Jezus Christus als een Goddelijke drie-eenheid aan Johannes geopenbaard wordt.
Mijn zoon wil zich onvruchtbaar laten maken, ze hebben twee dochters en dat vinden zij genoeg. Mijn schoondochter heeft al jaren de pil geslikt en daar wil ze nu vanaf. Als moeder heb ik het er moeilijk mee en denk dat hun keuze tegen Gods Woord ingaat. Wat vindt u hiervan? (A. K. te W.)
Antwoord:
Ouderschap is een gave van God waar we verantwoordelijk mee om dienen te gaan. Zowel bij het krijgen van kinderen als bij het niet krijgen van kinderen zijn beide ouders medeverantwoordelijk. Een kind van God ontvangen gaat niet buiten de verantwoordelijkheid van beide ouders om en zo dragen beide ouders ook de verantwoordelijkheid als het gaat om de grootte van de gezinssamenstelling. Het vers uit 1 Petrus 3:7 spreekt voor zich: "Gij mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk". Persoonlijk geloof ik niet dat een vrouw als broos vaatwerk behandeld wordt, wanneer ze jaar op jaar zwanger is en haar lichaam niet de kans krijgt zich na de bevalling te herstellen. Natuurlijk weten we dat er verschillende methoden zijn om de gezinsgrootte te bepalen. Een methode, waarbij het lichaam blijvend verminkt wordt, lijkt mij tegen Gods Woord in te gaan. Ons lichaam is van God en Gods Woord leert ons heel duidelijk dat we met ons lichaam niet zo maar alles mogen doen wat wij willen. Ons lichaam blijvend "verbouwen" zoals transseksuelen zich lichamelijk van sekse laten veranderen, maar ook het steriliseren behoort bij het blijvend verminken van het lichaam en gaat mijns inziens tegen Gods scheppingsorde in. Hij heeft ons als man en als vrouw geschapen, met alles erop en eraan, en daar moeten wij als mensen geen verandering in brengen.
In Daniël 11:18-21 lezen we iets over een "afperser" die in het koninkrijk rondgaat. Gebeurt dit vlak voor de opname der gemeente en valt tussen de verzen 20 en 21 de opname der gemeente? (A. v. V. te D.)
Antwoord:
In Daniël 11 vinden we een nauwkeurig verslag van de politieke ontwikkelingen in het Midden Oosten die uit zullen lopen op de wederkomst van de Here Jezus.
We hebben in dit hoofdstuk te maken met een overloop van vervulde profetie naar onvervulde profetieën. Het hoofdstuk begint met de strijd tussen de koningen van het Medo-Perzische rijk en de koning van Griekenland (521-323 v. Chr.). We lezen hier over Alexander de Grote (336-323 v. Chr.), de Griekse vorst die het Medo-Perzische rijk ten val brengt en in het toppunt van zijn macht vroegtijdig sterft, waarna zijn rijk over zijn vier generaals verdeeld wordt. (lees hierover ook Daniël 8:8) Twee generaals zijn in dit hoofdstuk erg belangrijk, namelijk Ptolemeüs, als de koning van het Zuiden (Egypte) en Seleukus Nikator als de koning van het Noorden (Syrië). Deze twee generaals van Alexander de Grote die ieder een deel van het Griekse rijk beheersten waren regelmatig met elkaar in oorlog en omdat Israël tussen Syrië en Egypte in lag werd de strijd maar al te vaak op Israëlische bodem gestreden. Over deze strijd gaat het in dit hoofdstuk met name. De "afperser", die in vers 20 genoemd wordt is waarschijnlijk Helodorus, een geldvorderaar die namens de koning veel geld bij het Joodse volk afgeperst heeft, waardoor het Joodse volk in die tijd vreselijk verarmde. In 2 Macc. 3, één van de apocriefe boeken uit de tijd van de Makkabeeën lezen we hierover.
Verder lezen we over de Syrische koning Antiochus Epifanus die het altaar onheiligt en een "gruwel der verwoesting" in de tempel opricht, waarmee vervulde profetieën in nog niet vervulde profetieën overvloeien. Antiochus is hier een beeld van de antichrist die met Israël een verbond zal oprichten, maar dat uiteindelijk door Israël verbroken zal worden wanneer de antichrist zich in de tempel zal laten aanbidden als God en hij de tempel zal ontwijden. We weten dat de Here, voor de openbaring van de antichrist, zijn gemeente tot Zich zal halen om haar te bewaren voor deze ure van deze vreselijke verzoekingen die over de gehele wereld zullen komen. Of we dit moment kunnen plaatsen tussen vers 20 en 21 is mij niet helemaal duidelijk. Al met al, een moeilijk hoofdstuk uit het boek Daniël om te begrijpen. Alleen vanuit de geschiedenis en daarvandaan vooruitziend naar de toekomende dingen, is dit hoofdstuk te begrijpen.
Vandaar dat de Here God tegen Daniël in 10:14 aan het begin van dit hoofdstuk zegt: "Ik ben gekomen om u te verstaan te geven wat uw volk in het laatst der dagen overkomen zal; want wederom is het een gezicht aangaande de toekomst". Dingen die tijdens het Griekse rijk gebeurd zijn, maar daaruit voortvloeiend ook nog in de nabije toekomst zullen gebeuren.
ds. Theo Niemeijer
In Mattheus 24:37 vergelijkt de Here Jezus het moment van zijn wederkomst met de dagen van Noach. Paul van Teeffelen schrijft in zijn boek "De moderne dagen van Noach" dat de wereldbevolking ten tijde van Noach net zo omvangrijk was als de huidige wereldbevolking. Is dit ook één van de overeenkomsten tussen de dagen van Noach en onze dagen? (K. S. te G.)
Antwoord:
In vers 38 noemt de Here Jezus de overeenkomsten tussen de dagen van Noach en onze dagen: "Want zoals zij in die dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende...". Het gaat met name om deze genoemde vergelijkingen. "Etende" heeft te maken met het onverzadigbare van de mensheid. Meer dan ooit leven we in een consumenten maatschappij. De moderne mens heeft nooit genoeg en is onverzadigbaar.
"Drinkende" heeft te maken met het genot, waar de mens zich in stort. Letterlijk hebben we de laatste tijd met een toename van alcoholgebruik, met name onder jongeren, te maken. Men zoekt op allerlei manieren het genot en men drinkt het op. Met volle teugen drinkt men het genot van de tv, theater, genotsmiddelen zoals drank, nicotine, drugs, men bezoekt de disco's, casino's, party's, enz. Het "huwende en ten huwelijk gevende" heeft te maken met de seksuele uitspattingen die we de laatste tijd steeds meer meemaken. Dit zijn in de eerste plaats de vergelijkingen, die de Schrift maakt met de tijd van Noach en de tijd waarin wij nu leven, die de wederkomst van de Here aankondigt.
Daarnaast is het interessant om te zien, dat de huidige wereldbevolking misschien wel net zo omvangrijk is als de toenmalige. Met zekerheid kunnen we dit echter niet zeggen. Professor A.M. Rehwinkel schrijft in zijn boek "De zondvloed", dat de wereldbevolking ten tijde van Noach waarschijnlijk zeer omvangrijk geweest is. Van Adam tot Noach hebben we met minstens tien generaties te maken waarvan de mensen op hoge leeftijd stierven en vele kinderen kregen. De berekeningen in zijn boek lopen uitéén van bijna 900.000.000 tot bijna 12.000.000.000 mensen. Dit op grond van de hoge leeftijden en de vele kinderen, die men gedurende deze generaties kreeg en het gunstige klimaat van voor de zondvloed. Het laatste getal laat zelfs een verdubbeling zien van de huidige wereldbevolking. Dr. E. A. Ross, een autoriteit in bevolkingsvraagstukken, neemt aan dat dit laatste getal nog aan de voorzichtige kant is en dat rekening gehouden moet worden met nog een hoger getal! Het lijkt mij te speculatief en te kort door de bocht, te beweren dat de omvang van de huidige wereldbevolking overeenkomt met die uit de dagen van Noach. Het zou zo kunnen zijn, maar niemand weet het zeker. De overeenkomsten liggen niet in de eerste plaats in de bevolkingsomvang, maar in de zondige toestand van deze bevolking.
M. B. reageert nog even op de vraag over de drie-eenheid, waar ik nog niet zo lang geleden over geschreven heb.
Antwoord:
Ik kan best begrijpen, dat de leer over de drie-eenheid bij sommigen vragen en weerstand oproept. Het is een uitdrukking die we in de Bijbel nergens tegenkomen, maar een waarheid, die we veelvuldig in de Bijbel vinden. In het seminar "Wanneer Christus verschijnt" (vier studies over het boek Openbaring), verzorgd door Het Zoeklicht in Nederland, wordt onder andere stil gestaan bij Openbaring 1:4 "Genade zij u van Hem, die is en die was en die komt (God de Vader), en van de zeven Geesten, die voor zijn troon zijn (de Heilige Geest in zijn volheid), en van Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde (de Here Jezus)". Zoals zovele teksten in de Bijbel vinden we ook hier weer de Goddelijke drie-eenheid, waarin God de eeuwige, de Geest in zijn volheid en onze Here Jezus Christus als een Goddelijke drie-eenheid aan Johannes geopenbaard wordt.
Mijn zoon wil zich onvruchtbaar laten maken, ze hebben twee dochters en dat vinden zij genoeg. Mijn schoondochter heeft al jaren de pil geslikt en daar wil ze nu vanaf. Als moeder heb ik het er moeilijk mee en denk dat hun keuze tegen Gods Woord ingaat. Wat vindt u hiervan? (A. K. te W.)
Antwoord:
Ouderschap is een gave van God waar we verantwoordelijk mee om dienen te gaan. Zowel bij het krijgen van kinderen als bij het niet krijgen van kinderen zijn beide ouders medeverantwoordelijk. Een kind van God ontvangen gaat niet buiten de verantwoordelijkheid van beide ouders om en zo dragen beide ouders ook de verantwoordelijkheid als het gaat om de grootte van de gezinssamenstelling. Het vers uit 1 Petrus 3:7 spreekt voor zich: "Gij mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk". Persoonlijk geloof ik niet dat een vrouw als broos vaatwerk behandeld wordt, wanneer ze jaar op jaar zwanger is en haar lichaam niet de kans krijgt zich na de bevalling te herstellen. Natuurlijk weten we dat er verschillende methoden zijn om de gezinsgrootte te bepalen. Een methode, waarbij het lichaam blijvend verminkt wordt, lijkt mij tegen Gods Woord in te gaan. Ons lichaam is van God en Gods Woord leert ons heel duidelijk dat we met ons lichaam niet zo maar alles mogen doen wat wij willen. Ons lichaam blijvend "verbouwen" zoals transseksuelen zich lichamelijk van sekse laten veranderen, maar ook het steriliseren behoort bij het blijvend verminken van het lichaam en gaat mijns inziens tegen Gods scheppingsorde in. Hij heeft ons als man en als vrouw geschapen, met alles erop en eraan, en daar moeten wij als mensen geen verandering in brengen.
In Daniël 11:18-21 lezen we iets over een "afperser" die in het koninkrijk rondgaat. Gebeurt dit vlak voor de opname der gemeente en valt tussen de verzen 20 en 21 de opname der gemeente? (A. v. V. te D.)
Antwoord:
In Daniël 11 vinden we een nauwkeurig verslag van de politieke ontwikkelingen in het Midden Oosten die uit zullen lopen op de wederkomst van de Here Jezus.
We hebben in dit hoofdstuk te maken met een overloop van vervulde profetie naar onvervulde profetieën. Het hoofdstuk begint met de strijd tussen de koningen van het Medo-Perzische rijk en de koning van Griekenland (521-323 v. Chr.). We lezen hier over Alexander de Grote (336-323 v. Chr.), de Griekse vorst die het Medo-Perzische rijk ten val brengt en in het toppunt van zijn macht vroegtijdig sterft, waarna zijn rijk over zijn vier generaals verdeeld wordt. (lees hierover ook Daniël 8:8) Twee generaals zijn in dit hoofdstuk erg belangrijk, namelijk Ptolemeüs, als de koning van het Zuiden (Egypte) en Seleukus Nikator als de koning van het Noorden (Syrië). Deze twee generaals van Alexander de Grote die ieder een deel van het Griekse rijk beheersten waren regelmatig met elkaar in oorlog en omdat Israël tussen Syrië en Egypte in lag werd de strijd maar al te vaak op Israëlische bodem gestreden. Over deze strijd gaat het in dit hoofdstuk met name. De "afperser", die in vers 20 genoemd wordt is waarschijnlijk Helodorus, een geldvorderaar die namens de koning veel geld bij het Joodse volk afgeperst heeft, waardoor het Joodse volk in die tijd vreselijk verarmde. In 2 Macc. 3, één van de apocriefe boeken uit de tijd van de Makkabeeën lezen we hierover.
Verder lezen we over de Syrische koning Antiochus Epifanus die het altaar onheiligt en een "gruwel der verwoesting" in de tempel opricht, waarmee vervulde profetieën in nog niet vervulde profetieën overvloeien. Antiochus is hier een beeld van de antichrist die met Israël een verbond zal oprichten, maar dat uiteindelijk door Israël verbroken zal worden wanneer de antichrist zich in de tempel zal laten aanbidden als God en hij de tempel zal ontwijden. We weten dat de Here, voor de openbaring van de antichrist, zijn gemeente tot Zich zal halen om haar te bewaren voor deze ure van deze vreselijke verzoekingen die over de gehele wereld zullen komen. Of we dit moment kunnen plaatsen tussen vers 20 en 21 is mij niet helemaal duidelijk. Al met al, een moeilijk hoofdstuk uit het boek Daniël om te begrijpen. Alleen vanuit de geschiedenis en daarvandaan vooruitziend naar de toekomende dingen, is dit hoofdstuk te begrijpen.
Vandaar dat de Here God tegen Daniël in 10:14 aan het begin van dit hoofdstuk zegt: "Ik ben gekomen om u te verstaan te geven wat uw volk in het laatst der dagen overkomen zal; want wederom is het een gezicht aangaande de toekomst". Dingen die tijdens het Griekse rijk gebeurd zijn, maar daaruit voortvloeiend ook nog in de nabije toekomst zullen gebeuren.
ds. Theo Niemeijer